Communicatievraag met een L? Raadpleeg de HSTotaal-woordenlijst!

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van laatste proef tot lumbecken.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

l

laatste proef

een papieren afdruk, print, lichtdruk of digitaal (pdf) schermvoorbeeld van het te produceren drukwerk  - of een andere (grafische) productie - die als laatste controlemiddel wordt gebruikt in de fase van productievoorbereiding. De laatste proef is bedoeld om het akkoord van de opdrachtgever te krijgen op het model dat voor de productie gereed staat. De laatste proef is doorgaans gemaakt van het productiemodel, is de versie met gecorrigeerde tekst en complete vormgeving en is niet bedoeld om nieuwe wijzigingen aan te brengen of om de uitvoering ter discussie te stellen. 

lamineren

laminaat, het op elkaar hechten met lijm (koud laminaat) of warmte (warm laminaat) van verschillende materialen, zoals papier en kunststof. Wordt toegepast bij bijvoorbeeld plastic cards en omslagen van luxe brochures. De folie kan glanzend zijn - glanslaminaat - of mat - matlaminaat, voorzien van een structuur (bijvoorbeeld een linnen-, kunstleer- op korrelpersing). Geeft levendige kleuren en een zeer sterk en beschermend oppervlak. Delamineren is het ongewenst loslaten van op elkaar gebrachte lagen.

langlopend

papier waarvan de vezel parallel ligt aan de lange zijde. Papier wordt vervaardigd uit vezels die parallel liggen aan de productierichting. Bij breedlopend papier ligt de vezel parallel aan de korte zijde. Onder kortlopend papier worden investeringen verstaan met een looptijd tussen 90 dagen en 9 maanden, zoals deposito’s met een korte looptijd en kortlopende obligaties. Een heel ander vak.

lantaarnpaalreclame

lichtmastreclame, betaalde reclame aan masten van de openbare verlichting, langs wegen met ruim verkeer en drukke kruispunten. Doorgaans een verlichte min of meer vierkante reclamebak - voorzijde, achterzijde. Naast reclame is een combinatie met bewegwijzering mogelijk, een zogenaamd pijlbord.

laser cutting

lasersnijden, snijmethode in de drukkerij om met een lasersnijder middels een vectorbestand een zeer gedetailleerd ontwerp uit papier of karton te snijden. De laser snijdt net zo eenvoudig door dun papier als dik karton. Lasercutting geeft veel gedetailleerdere resultaten dan het traditionele klassieke stansen of plotten. 

lasergraveren

een afbeeldingstechniek waarbij een laserstraal, die wordt aangestuurd door een vectorbestand, teksten en beelden, decoraties in een oppervlak snijdt: de lasergravure. Om met de laserstraal te kunnen snijden, moet de straal worden geconcentreerd tot een lichtcirkel van 0,1 - 0,7 mm dik. De intensiteit van de straal wordt dan zó groot, dat door smelten en verdampen van het materiaal vormen kunnen worden gesneden. Anders dan bij graveren vindt lasergraveren plaats zonder frezen, naalden of mesjes en zonder fysiek contact tussen de laser en het materiaal. Lasergraveren is geen druktechniek maar een afbeeldingstechniek; er wordt geen druk uitgeoefend en er is geen overdracht van inkt of toner. De kleur wordt bepaald door de kleur die onder het te graveren oppervlak tevoorschijn komt als de laser de bovenste laag weghaalt, mits er met een plaatmateriaal van deze opbouw gewerkt wordt. Lasergraveren kan in papier, karton, textiel, hout, metaal, steen, glas en veel kunststoffen en wordt toegepast bij de afwerking van drukwerk - bijvoorbeeld illustratie, typografie en logo’s in omslagen, bij het graveren van teksten in naamborden of het afbeelden van teksten en logo’s op kunststof relatiegeschenken.

laserprinten

laserprinter, elektrostatisch printen, een elektrofotografisch procedé met poedervormige of vloeibare toner om snel te printen op losse vellen papier en licht karton. Het afdrukken gebeurt zonder vaste drukvorm, zonder beelddrager zoals een offsetplaat, stempel of drukcilinder. Het beeld wordt als digitaal bestand voor elke afdruk, voor elk vel, direct vanuit de computer naar de printer gezonden. Alleen materialen die elektrostatisch kunnen worden geladen worden met een laserprinter geprint, dus bijvoorbeeld geen stoffen. Deze techniek werkt volgens het principe van de kopieermachine, dus met een elektrostatisch opgeladen drum, waarop het negatieve beeld met lasertechnologie wordt ontladen. Op de gebieden die de laser raakt valt de statische lading weg: het negatief principe. Aan de overige delen van de trommel hecht de toner die met druk en warmte (160 graden) wordt overgebracht op het elektrostatische geladen papier. Na de afdruk wordt de overtollige toner van de trommel verwijderd en voorbereid om de volgende afdruk te maken. Digitaal printen is een vorm van hoogkwalitatief kopiëren - maar zonder een origineel nodig te hebben - en zeer geschikt voor afdrukken in kleur, op papier en karton, kleine oplagen (tot 1000 stuks), kleinere formaten en werk met een extreem korte voorbereidingstijd en levertijd. Dat laatste is mogelijk vanwege het ontbreken van insteltijd van de apparatuur. Omdat voor elk vel en voor elke afdruk het afdrukbestand opnieuw op de drager - de trommel - wordt overgebracht, kan elke afdruk anders zijn dan de vorige. Gepersonaliseerd drukken is daarom de grote kracht van laserprinters. Naast het afdrukken in kleur en in zwart-wit is het printen in specifieke steunkleuren mogelijk, zoals oranje, diep blauw, goud, zilver en metallic, kleuren die in full color techniek moeilijk of helemaal niet te maken zijn. De grote leveranciers van deze apparatuur zijn onder andere Kodak, Canon en Xerox. Deze laatste producent heeft in 2018 het model Xerox Iridesse op de markt gebracht, een laserprinter met een zeer hoge en met offset vergelijkbare matte en haarscherpe afdrukkwaliteit. De machine is uitgerust met zes kleurenstations, voor het printen van goud, zilver, dekwit en spotvernis in één drukgang tot een lengte van 120 cm, met uitgebreide inline afwerkmogelijkheden voor onder andere het rondom schoonsnijden en brocheren van brochures. Printen gebeurt met een snelheid van 120 A4-afdrukken per minuut - 7200 vel per uur - op papier met een maximum van 400 grs/m2. 

laserprint papier

lasergeschikt papier, papier dat is voorbereid op het printen met een laserprinter. Laserprinters maken gebruik van een zwarte of gekleurde toner (geel, rood, blauw), een droog poeder dat met een statisch geladen drum een afbeelding door druk en verhitting (200 graden) op het papieroppervlak overdraagt en fixeert. Het oppervlak van lasergeschikt papier is daarom voorzien van een hittebestendige laag die zorgt voor een goede hechting van de toner en voorkomt dat stofdeeltjes worden afgegeven en zich in de printer vastzetten.

layout

de pagina-indeling van drukwerk, zoals van een boek, magazine, krant of brochure, met de positie van koppen, tekst, bijschriften, afbeeldingen, paginacijfers. Een layout is handmatig samengesteld met papierprints van afbeeldingen, kopieën van tekststroken, prints van logo’s enzovoorts, of digitaal met computer en softwarepakket. Een layout is doorgaans gemaakt op stramien, vanwege het sterk geordende karakter van de uiting en de vaak terugkerende elementen. Nadat de vormgever het ontwerp heeft bepaald, wordt door de DTP-er of layoutman m/v - een grafisch technisch specialist - de layout per pagina gemaakt. Een layout dient als controlemodel voor de opdrachtgever die de omvang en vormgeving kan beoordelen en dient ter instructie en voorbeeld voor de micromonteur die de pagina’s uit het juiste filmmateriaal samenstelt.

layoutman m/v

een grafisch specialist die uitvoerend technisch werk verricht aan de layout van doorgaans grafische publicaties, de opmaak en uitvoering van drukwerk en digitale grafische publicaties, met behulp van een personal computer - Apple - en een softwarepakket, DTP-pakket, zoals QuarkXpress, Pagemaker of Indesign. De layoutman werkt binnen het ontwerp en het stramien dat door de grafisch ontwerper of door de grafisch vormgever is ontwikkeld. Zoals kolombreedtes, marges, lettertype, lettergrootte, regelafstand enz. En met de aangereikte materialen en middelen, zoals papier, kopij, beeldmateriaal, formaat, techniek, uitvoering.

leaflet

gedrukt plano eindresultaat, op kabinetformaat (99 x 210 cm), A5 of A4, zonder nabewerkingen zoals vouwen en brocheren.

leesbaar

met leesbaar negatief of positief wordt bedoeld een beeld dat een niet in spiegelbeeld staande afbeelding of tekst vertoont.

leporello

leporellovouw, parallelle vouwwijze voor folders waarbij drukwerk in meerdere, soms tientallen slagen zigzag wordt gevouwen, kan zelfs een lengte bereiken van meerdere meters waarbij de banen papier aan elkaar worden geplakt. Wordt toegepast voor opvallend reclamedrukwerk en voor wegenkaarten.

Letraset

Engels bedrijf, evenals Mecanorma in de 70-er en 80-er jaren een van de grote leveranciers van afwrijfletters, -tekens en rasters (Letratone) voor het handmatig vervaardigen van titels en kopregels. De letters waren in drukwerkkwaliteit aangebracht op een dragervel en werden met een kleine spatel overgebracht op papier voor het maken van werktekeningen voor de grafische industrie. Begin jaren negentig liep de verkoop terug en ontwikkelde Letraset grafische softwarepakketten voor Apple Macintosch, zoals ImageStudio en ColorStudio. Vanwege het bezit van vele lettertypen betrad Letraset de markt van digitale lettertypemarkt. Veel typen zijn te vinden in de lettercatalogus van Fontshop.

Letraset Collectie

de voormalige collectie afwrijfletters van Letraset. Na de opkomst van de Apple Macintosch liep het gebruik van Letraset-afwrijfletters terug. Sinds 2001 is de collectie digitaal beschikbaar en door Letraset Limited verkocht onder de naam Fontek. Bekende Letraset-lettertypen zijn: Helvetica, Univers, Slipstream, Aachen Bold, Jazz.

letterfamilie

de complete groep letters van een lettertype, bijvoorbeeld het lettertype Helvetica: Helvetica normaal romein, Helvetica normaal cursief, Helvetica light, Helvetica extra light, Helvetica bold, Helvetica extra bold, Helvetica black, Helvetica extra black enzovoorts.

letterfont

font, een complete set tekens binnen een variant van een lettertype, bijvoorbeeld Helvetica normaal romein: kleine letters, kapitalen, cijfers, leestekens enzovoorts.

Lettergieterij Amsterdam

LA, Tetterode, samen met Wifac en Mahez is Tetterode jarenlang een van de drie grote leveranciers van de grafische machines en materialen in Nederland. In 1851 wordt Tetterode opgericht door Nicolaas Tetterode die de lettergieterij van uitgeverij Broese uit Breda overneemt en het bedrijf vestigt in Rotterdam. Na de overname van onder andere de Amsterdamse lettergieterij van De Passe & Menne verhuist het bedrijf in 1857 naar Amsterdam, aan de Bloemgracht. Vanaf 1860 handelt Tetterode naast loden drukletters en houten drukkerijmeubelen ook in drukpersen en drukkerijmaterialen. In 1902 verhuist het bedrijf naar het nieuwe pand aan de Bilderdijkstraat en wijzigt de naam in Lettergieterij Amsterdam v/h N. Tetterode. In 1911 worden activiteiten in België gestart onder de naam Plantin. In 1928 krijgt Tetterode de vertegenwoordiging van de Schnellpressenfabrik Heidelberg. In 1912 wordt gestart met de bouw van een fabriek aan de Da Costakade die in 1920 en 1951 wordt uitgebreid. In 1963 komt het tot een fusie tussen G.H. Bührmann’s Papiergroothandel en de Lettergieterij Amsterdam v/h Tetterode: Bührmann-Tetterode, BT. Tetterode is een werkmaatschappij. In 1984 wordt de samenwerking met Intertype beëindigd, focust Tetterode zich op prepress en neemt ze de verkoop van Linotype fotozetsystemen en digitale fonts op zich. Later wordt ook de lithografische apparatuur van Hell - aanvankelijk vertegenwoordigd door Siemens - in het programma opgenomen, toen die laatste twee fuseerden. Daarmee werd Tetterode een totaal leverancier van prepress, press, digital printing en afterpress. In 1985 start men met de verkoop van DTP-systemen gebaseerd op PostScript van Adobe, met Apple Macintosh computers en Linotype fonts. In 1993 fuseert Bührman-Tetterode met papierfabrikant KNP en papierhandelshuis VRG (Van Reekum-Gepacy Papier) en wordt het bedrijf omgedoopt in KNP BT. In 1998 na de splitsing van het handels-, papier- en verpakkingsbedrijf heet het concern Buhrmann en verdwijnt de T van Tetterode uit het logo. In 2007 wordt de naam opnieuw gewijzigd, in Corporate Express en in 2008 worden de overgebleven bedrijven onderdeel van het Amerikaanse Staples met een Nederlandse vestiging. Beleggingsmaatschappij CoBe Capital neemt in 2013 de Printing Systems Divisie over van Staple. Heidelberg, inmiddels de grootste producent van drukpersen ter wereld, koopt uiteindelijk in 2015 Tetterode inclusief de Belgische dochter Plantin van de Printing Systems Divisie en verandert in 2016 de naam in Heidelberg Benelux, dat daarmee een volle dochter wordt van de Duitse persenbouwer en verhuist het bedrijf naar Haarlem. Tetterode verdwijnt daarmee voorgoed, zowel als naam, als uit het logo en uit Amsterdam, waar de panden aan de Bilderdijkstraat en de Da Costakade zijn verkocht en zijn omgebouwd tot een woon- en werkbestemming en de panden aan de Willem de Zwijgerlaan een bestemming hebben gekregen als studentenhuisvesting, detailhandel en kleinschalige bedrijfsruimten.

letterhoogte

de hoogte van het loden letterstaafje waarmee zetsel voor hoogdrukvormen wordt samengesteld in de handzetterij. In Nederland kennen we de Hollandse hoogte (24,85 mm). Daarnaast is de Engelse hoogte (23,32 mm) in omloop, de Franse hoogte (23,55 mm) en Duitse hoogte (23,56 mm). 

letterkast

een ondiepe lade, waarin loden letters voor het samenstellen van zetwerk worden opgeborgen. Elke letter heeft zijn eigen vakje in de letterkast, bij elkaar 148 vakjes. De letterkast bestaat uit twee delen, de bovenkast (105 vakjes met alle hoofdletters, cijfers en getekende letters) en de onderkast (43 vakjes met de kleine letters, ligaturen en woordwit). In één kast is ruimte voor zo’n 15 kilogram zetmateriaal. Meerdere letterkasten kunnen horizontaal boven elkaar in een grote ladekast worden geschoven, de zetbok. In de zetbok is ruimte voor 20 letterkasten. De letterkast in de zetbok is een van de meubels op de handzetterij, de werkplaats waar de handzetters drukvormen samenstellen uit verschillende drukmaterialen, letters, wit, lijnen, ornamenten, clichés enzovoorts. 

letterlijn

of basislijn, soms ook wel zetlijn, denkbeeldige lijn waarop de onderzijde van de letters (zonder staart) staan - zoals de a, de x en de z. Worden meerdere, sterk in grootte uiteenlopende, letters gebruikt op één letterlijn, dan vraagt de optische verticale positionering van de onderlinge lettergroottes veel aandacht. 

lettermerk

de naam, het logo van een organisatie of bedrijf – ook wel van een individu, een dienst, product, partij of idee, religie of ideologie - dat vaak bestaat uit een afkorting - en dat is vormgegeven in enkele letters, zonder grote ingreep of toevoeging van beeld. Bijvoorbeeld de logo’s van NOS, H&M, cK (Calvin Klein), CDA en D66. Het KLM-logo is een letterlogo (afkorting) plus een figuratief teken (kroon). Het SP-logo is een lettermerk met associatief teken (tomaat).

letterpress

drukken met hoogdruk cliché’s, een vorm van boekdruk, populair voor klein gelegenheidsdrukwerk, zoals geboortekaartjes, trouwkaarten en visitekaartjes, waarbij met oude hoogdrukpersen, zoals de Heidelberg degelautomaat, digitaal gemaakte hoogdruk polymeercliché’s zwaar gedrukt worden in zacht, dik papier of grijsbord, met en zonder inkt, waardoor een sterk voelbaar effect ontstaat.

letterproef

overzicht in de vorm van een boek of brochure waarin veel - soms alle - tekens uit een letterfont staan afgebeeld, in verschillende corpsmaten, met meerdere letterfamilies en verschillende lettertypen. De letterproef verschilt in samenstelling en omvang per zetterij of aanbieder van letterfonts. De letterproef geeft een overzicht van de mogelijkheden en kwaliteit en helpt bij het kiezen van een letterfont, letterfamilie, lettertype, lettersoort, een zetsysteem of zetterij. 

lettersoort

een groep lettertypen op basis van hun hoofdkenmerken. Zo horen de Univers, Helvetica en Arial tot de lettersoort Linearen, schreefloze letters met een gering dik-dun verschil. Andere lettersoorten zijn Humanen, Garalden, Realen, Didonen en Mechanen.

letterspatie

letterspatiëring, letterwit, de ruimte die aan weerszijden van individuele letters is meegegeven en die de ruimte bepaalt tussen twee individuele letters. Vanwege de wisselende ruimte aan individuele letters, is de letterspatie geen vaste maat. Tussen een l en een i wordt meer wit geplaatst dan tussen de o en e. Het wit tussen de kapitalen L en A wordt juist teruggenomen (kerning). 

letterstaafje

term uit de periode van het loodzetten, de losse letter waarmee zetwerk wordt samengesteld, een gegoten metalen staafje waarop één letter verhoogd in spiegelbeeld is aangebracht en waarmee een leesbare afdruk kan worden gemaakt op papier. Letterstaafjes worden gegoten uit een metaallegering - samengesteld uit lood, tin en antimonium. Zeer grote letters, bijvoorbeeld voor het zetten van affiches, worden vanwege het gewicht en de kosten niet uit lood gegoten maar van hout gemaakt. Alle letters van dezelfde grootte hebben één maat die wordt uitgedrukt in punten en wordt de corpsgrootte genoemd of het corps. De letter is verhoogd op het staafje aangebracht, heeft schuin lopende zijden - het talud - en is daardoor iets kleiner dan de grootte van het staafje, ook omdat aan de bovenzijde van de stokletter en aan de onderzijde van de staartletter een kleine beeldvrije witruimte is aangebracht om te voorkomen dat de stokletter en staartletters elkaar zullen raken. Het talud én beide witruimtes bij elkaar opgeteld bepalen de afstand tussen de ene en daaropvolgende regel. Alle letters, cijfers en tekens binnen één corps staan op één hoogte, één denkbeeldige lijn, de letterlijn. De ruimte daaronder, voor de staart van bepaalde letters - de zogenaamde staartletters - zoals de g, j, p, q en y, wordt baard genoemd. De leesbaarheid van de letter wordt sterk bepaald door de grootte van de kleine letter - die x-hoogte wordt genoemd - ten opzichte van de corpsgrootte. Een relatief grote x in een corps en dus kleinere stokken en staarten levert een betere leesbaarheid op. Links en rechts van elke individuele letter op het staafje is enig wit - een beeldvrije ruimte - aangebracht, zogenaamd vlees; zonder vlees zouden de letters koud tegen elkaar staan. Het vlees verschilt per letter en per zijde; de letter o heeft minder vlees vanwege het extra optische wit dat zich aan weerszijden van de letter bevindt. De letter N met minder optisch wit heeft om die reden meer vlees. De kwaliteit van een letterbeeld - woorden-regels-pagina’s - wordt sterk bepaald door de aandacht die tijdens het ontwerpen van het font - de complete set van kleine letters, kapitalen, cijfers en leestekens - is besteed aan die individuele letterruimte. Letterstaafjes worden letter voor letter met letterspaties in de zethaak door de handzetter verzameld en gecombineerd tot woorden, vervolgens tot regels en pagina’s. De zethaak is een metalen houder die de handzetter in zijn linkerhand houdt, terwijl hij met zijn rechterhand de letter uit de letterkast grijpt en in de zethaak plaatst. Elk staafje is aan één zijde voorzien van een zogenaamde kerf, een kleine uitsparing. De handzetter plaatst het letterstaafje met de kerf van zich af en controleert daarmee of de letter op de juiste manier in de zethaak wordt geplaatst. Voor elke letter en voor elke lettergrootte - het corps - is een apart letterstaafje nodig. De letterstaafjes voor één bepaalde grootte, bijvoorbeeld corps 12, worden opgeborgen in een letterkast. In het onderste deel van de kast - de onderkast - de letters die het meest gebruikt worden, de kleine letters, spaties en leestekens. In het bovenste deel van de kast - de bovenkast - de minder gebruikte letters, zoals de hoofdletters en cijfers. Het staafje heeft een zeer precieze hoogte, want moet worden gedrukt op een drukpers gecombineerd in een hoogdrukvorm - zetsel - met zeer veel andere hoogdrukelementen - andere lettergroottes, lijnen, ornamenten, blikvangers, clichés enzovoorts. In Nederland zijn wel zeven verschillende hoogtes in gebruik, maar de meest voorkomende zijn de zogenaamde Hollandse hoogte (24,85 mm) en de Franse hoogte (23,56 mm). 

lettertype

een letterontwerp gemaakt door een letterontwerper, bijvoorbeeld het lettertype Bembo, Times of Univers. Niet te verwarren met een zogenaamd font, een verzameling tekens, een complete set tekens - letters, cijfers, leestekens - binnen één bepaalde grootte (corps).

letterzeef

een populaire maar flauwe grap: leerlingen uit het grafisch bedrijf worden op een boodschap uitgestuurd om een uitgeleende letterzeef op te halen bij een collega-bedrijf en worden vervolgens een middag van het kastje naar de muur gestuurd; de letterzeef was zojuist uitgeleend aan een grafisch bedrijf aan de andere kant van de stad! Slimmerikken hadden het snel door, lieten zich niet bij de neus nemen en namen een vrije middag. Andere boodschappen waarmee leerlingen op pad worden gestuurd zijn de kwadratenschaar, de pasjesboor, de rasterwisselstang, het uitgekooktlood, de kleurenbalk en het lenzenvijltje.

letterzetten

het handmatig verzamelen van losse loden letters om woorden te vormen en vervolgens regels als zetwerk in een hoogdrukvorm. In tegenstelling tot machinaal zetten waarbij de regels machinaal worden gevormd. Het letterzetten wordt uitgeoefend door een letterzetter, die ook wel handzetter wordt genoemd; letterzetten vindt handmatig plaats. Nadat de regels tot een hoogdrukvorm zijn gevormd, kan het zetwerk naar de drukkerij om afgedrukt te worden. Na het drukken wordt de vorm uiteengenomen en worden alle losse delen terug gelegd waar ze vandaan komen - gedistribueerd - om opnieuw gebruikt te worden voor een volgende drukopdracht.

lichtdruk

drukproefmethode, hoofdzakelijk voor het maken van papierafdrukken van films of transparant papier en gebaseerd op een chemisch principe. Ook wel ozalid genoemd.

lichtechtheid

lichtvastheid, de weerstand van een kleur, papier, inkt of een ander materiaal tegen daglicht, de weerstand tegen de vervagende werking van licht. Kleurstoffen die zijn opgebouwd als pigment ondergaan door de invloed van licht een chemische reactie waardoor de kleur verandert.

lichtprojectie

een vorm van buitenreclame, met een projector afbeeldingen projecteren op gebouwen of andere zeer grote objecten, vaak onderdeel van een evenement. Naast afbeeldingen worden ook kleuren, logo’s, reclameboodschappen, video’s en animaties geprojecteerd. Projectie kan alleen plaatsvinden zonder zonlicht/daglicht. 

lichtreclame

een vorm van buitenreclame, hieronder vallen alle verlichte of aangelichte uitingen aan gevels, luifels, gebouwen en daken, op winkels, warenhuizen, fabrieken en kantoorgebouwen. Doorgaans gaat het om identificatieobjecten (logoborden).

ligaturen

term uit het loodzetten, het handzetten, combinaties van twee of drie onderling verbonden letters die als één teken zijn ontworpen en op één letterstaafje als één teken zijn gegoten, zoals ff, fi, fl, ffi en ffl. Als deze tekens als losse letters tegen elkaar worden geplaatst zou het boogje van de f in het gedrang komen en in het loodzetten afbreken. Bij het fotografisch zetten worden ligaturen als één teken ontworpen om tot een juiste onderlinge positie te komen. Enkele minder voorkomende ligaturen zijn de tekens Æ, æ, Œ en œ, de ij, sp, zij, gij en gj. Ook het &-teken is een ligatuur. Het is een samentrekking van de letters e en t, latijn voor en. Ligaturen stammen af uit de periode van handgeschreven boeken waar de verbonden letters fraaie combinaties opleverden.

lijncliché

een metalen hoogdrukvorm van een ongerasterde afbeelding die bestaat uit lijnen, letters en volvlakken. In tegenstelling tot een rastercliché - een afbeelding mét raster. Of een autolijncliché - een cliché met zowel lijnen, letters en volvlakken als gerasterde delen.

lijnen

koperen of messing drukmateriaal voor het samenstellen van zetwerk. De koperen lijnen zijn bedoeld om dunne en dikke horizontale en verticale lijnen te maken, voor kaders, tabellen, schrijflijnen enzovoorts. Lijnen zijn standaard beschikbaar in 21 lengten: van 6 punten tot en met 24 augustijn. Andere en ook grotere lijnlengten worden bereikt door lijnen uit meerdere lijnstukken te combineren. De lijnstukken zijn beschikbaar in verschillende lengten en 18 verschillende dikten, van 1 punts fijne lijn of haarlijn tot 24 punts vette lijn. 

lijnenkast

speciale ladekast in de handzetterij voor het opbergen van koperen of messing lijnstukken. Een lijnenkast is een liggende lade die in een loket wordt geschoven en is onderverdeeld in vakken waarvan de grootte is afgestemd op de standaardlengte van de 21 beschikbare lijnlengten: van 6 punten tot en met 24 augustijn. Andere en ook grotere lijnlengten worden bereikt door lijnen uit meerdere stukken te combineren. De lijnstukken zijn beschikbaar in verschillende lengten en 18 verschillende dikten, van 1 punts fijne lijn of haarlijn tot 24 punts vette lijn. Naast de lijnenkast zijn er in de handzetterij ook speciale kasten voor ornamenten, breukcijfers, clichés, biljetletters en wit.

lijnmodel

een originele zwart-wit afbeelding of tekening zonder grijswaarden of halftonen.

linearen

of schreeflozen, een van de lettersoorten volgens de traditionele classificatie (Vox), schreefloze letterontwerpen uit de 20e eeuw, zoals Gill, Univers.

Linotype

regelzetmachine, vaste regelzetmachine voor de productie van zetwerk voor boekdruk - hoogdruk, in de vorm van loden regels uit één stuk - dus geen losse letters, waarbij door het aanslaan van het toetsenbord koperen matrijzen op een rij (één regel) worden verzameld en wigspaties het woordwit uitdrijven tot een volle regel die voor een gietvorm en een pot met een vloeibare loodlegering wordt gebracht, waarna de machine de loden regel giet. Op deze wijze worden met meerdere losse regels pagina’s gevormd. Na het gieten worden de verzamelde matrijzen door dezelfde machine direct gedistribueerd en in het matrijzenmagazijn - een zware platte opbergkast - teruggebracht. Voor elke letter en voor elke lettergrootte is een afzonderlijke matrijs nodig. Omdat meerdere regels in het proces in omloop zijn - zetten-gieten-distribueren - zijn van elke letter meerdere matrijzen nodig; voor de veelgebruikte letters - de e, de a, de n - zelfs tientallen. Tussen 1890 en 1970 - tussen het handzetten van loden letters en het fotografisch zetten - werd de Linotype ingezet voor het vervaardigen van zetwerk. Omdat alle handelingen - matrijzen verzamelen, regels gieten en matrijzen distribueren - in één machine plaatsvond, was het een complexe en ingewikkelde zetmachine. Maar deze mechanische manier van het vervaardigen van zetwerk was aanzienlijk sneller - en dus goedkoper dan de handzetter die nauwkeurig met de hand letter voor letter in de zethaak plaatste - en na het drukken letter voor letter terugplaatste in de letterkast. Met de zetmachine werd de handzetter voor een deel vervangen. De Linotype is een regelzetmachine die bestaat uit een toetsenbord, een gietmachine en een distributiesysteem en wordt bediend door één man (vrouwen heb ik zelden aan het werk gezien in het grafisch bedrijf tot 1970), de machinezetter. Het toetsenbord is in drieën gedeeld, een deel voor het aanslaan van kleine letters, een deel voor hoofdletters en een deel voor speciale tekens. Bij elke toetsenbordaanslag valt een matrijs - de gietvorm voor één enkele letter - uit het magazijn naar beneden en beland met een vinnige, harde tik in een verzamelhaak. Als de regel vol is duwen de wigvormige spaties de regel strak in de haak en wordt er gesmolten lood dat in een gloeiende pot tijdens het hele proces gereed staat, tegen de regel geperst. Het kantelen van de loodzware pot en het gieten van het lood tegen de matrijzen is een luidruchtige bewerking. Na het gieten valt de regel op een galei naast de eerder gegoten regels. De matrijzen worden met een gietijzeren arm opgepakt en boven de matrijzenkast in een smalle rails geplaatst en naar de juiste positie in de kast geschoven. Op de juiste positie aangekomen vallen de matrijzen met een hard ratelend geluid terug in de kast. De machinezetter verzamelt de gegoten regels in lange kolommen op houten borden. In de zetterij wordt door een handzetter de opmaak van het zetwerk verzorgd - losse regels tot pagina’s - boeken, kranten en tijdschriften. Pas na meerdere controlefasen is het zetwerk geschikt voor drukken. Wordt door de machinezetter - de toetsenbordbewerker - een verkeerde toets aangeslagen, dan moet in de correctiefase de hele regel - soms zelfs meerdere regels - opnieuw worden gezet en in de pagina worden vervangen. Een Linotype is een luidruchtig machine; het verzamelen van matrijzen, het gieten en het distribueren veroorzaakt onafgebroken en hard geluid van metaal op metaal. Daarnaast wordt de pot met gloeiend lood dag en nacht op giettemperatuur gehouden dat veel warmte en stank veroorzaakt. Vandaag de dag zou het werken aan een regelzetmachine vanwege regels voor goede arbeidsomstandigheden niet geaccepteerd worden. De Linotype is van 1890 tot 1970 in zetterijen operationeel geweest. De Intertype is een vergelijkbare machine.

lithografie

lithoproces, het proces om van opzichtmodellen - werktekeningen en foto's, maar ook dia's - positieve of negatieve kleurgescheiden films te maken, waarbij voor elke kleur een aparte film wordt aangemaakt. Elk van die afzonderlijke films wordt op een offsetplaat gekopieerd op een offsetpers afgedrukt te kunnen worden. Offset is het drukprincipe waarbij drukkende en niet-drukkende delen gescheiden worden door water en vet. De Duitser Alois Senefelder, is de uitvinder van de lithografie - in 1798 - en van de steendrukpers, de voorloper van de offsetpers. Midden 18e eeuw was de boekdruktechniek, met het zetten van losse loden letters, de kopergravure en de houtsnede, een zeer tijdrovende, ingewikkelde, omslachtige en daardoor kostbare manier van drukken van meer complexere uitgaven, zoals bladmuziek waarvoor Senefelder een oplossing zocht. Na lang experimenteren met vetkrijt, Arabische gom, verdunde inkt, water, salpeterzuur en flink wat toevallig geluk, ontdekte Senefelder in 1798 het principe van de chemisch druk. Senefelder noemde het lithografie (steen schrijven). Hij maakte drukvormen van kalksteen, door de drukkende delen met vetkrijt te bedekken waarop inkt kon achterblijven, en door het gladde steenoppervlak van de niet-drukkende delen te etsen met een lichtzure oplossing van Arabische gom waardoor ze inkt zouden afstoten. Door de geëtste delen nat te maken blijft de drukinkt alleen achter op de niet-vochtige drukkende delen. Met deze ontdekking heeft Senefelder de basis gelegd voor het vlakdrukprincipe, waarop de conventionele lithografische offsetdruk is gebaseerd. Hoewel in de professionele grafische bedrijven lithostenen allang geen rol meer spelen, werd tot recentelijk nog gesproken over lithografen en lithografie. In de lithografische offset worden opzichtmodellen, werktekeningen, foto’s, dia’s en teksten in een of meerdere kleuren bij elkaar gebracht (micromontage), kleurgescheiden en gerasterd, op film gezet, tot drukvellen gemonteerd (macromontage) en voor drukken gereed gemaakt. Handelingen in de lithografie zijn onder andere: uitdekken, uitspatten, breedkopiëren, smalcontacten, sluitcontouren. Het resultaat van het lithoproces - de lithografie - zijn de zogenaamde schone films. Het aanbrengen van correctie en veranderingen in schone films is tijdrovend en vrij kostbaar.

lithofilms

of litho’s, kleurgescheiden films die na de lithografie worden gekopieerd op offsetplaten.

logo

logotype, lettermerk, oorspronkelijk wordt met logo (afgeleid van het Grieks voor woord) de vaste schrijfwijze van de naam van een organisatie of bedrijf bedoeld en die is vormgegeven met uitsluitend letters, dus zonder beeldtoevoeging. Zoals het logo van Mobil, Hema en Nivea. Inmiddels is het woord logo de verzamelnaam voor alle grafische voorstellingen waarmee organisaties, producten, diensten - ook wel van individuen, partijen of ideeën, religies of ideologieën -  zich identificeren en representeren. Daaronder vallen lettermerken, beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Of een combinatie van deze elementen. Zoals het logo van Microsoft dat de combinatie is van een woordmerk en een abstract teken. Of het SP-logo (met tomaat) dat een lettermerk is met een associatief teken. En het Philips-logo, dat bestaat uit een woordmerk en een heraldisch schild. De mate waarin het unieke karakter en onderscheidend vermogen van het ontwerp aanwezig zijn - kleur, grootte, positie - is bepalend om als logo te worden onderkend. Letters uit een bestaand alfabet die zonder enige ingreep of toevoeging achter elkaar zijn gezet kunnen niet als logo worden gezien.

logo design

een grafisch ontwerp van een logo, de vaste schrijfwijze van de naam van een organisatie die uitsluitend bestaat uit letters, dus zonder beeldtoevoeging, een lettermerk. Zoals het logo van Mobil, HEMA en Nivea. Overigens is het woord logo inmiddels de verzamelnaam voor álle grafische tekens waarmee organisaties, producten, diensten en zelfs overtuigingen zich identificeren en representeren, zoals beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Een logo design, het grafische ontwerp wordt gemaakt door een grafisch ontwerper die op basis van een briefing een of meerdere voorstellen ontwikkelt. Een logo design komt niet in één keer tot stand, het ontwerp is niet in één klap raak. Het ontwerpen is een creatief proces dat een traject is van zoeken, onderzoeken, schetsen, variëren, combineren, elimineren en kiezen. Na een eerste onderzoek komen doorgaans meerdere ideeën los die afhankelijk van de vraag aan de opdrachtgever worden getoond. Bij de eerste presentatie wordt duidelijk op het voorstel in de goede richting gaat, er volgt doorgaans een tweede presentatie met een bijgesteld voorstel. Na een akkoord wordt het logo design uitgewerkt in diverse varianten - een liggende versie - een ontwerp waarbij de breedte van het logo groter is dan de hoogte, een staande versie - een variant waarbij de hoogte groter is dan de breedte, een contourversie en een eenkleurige versie. Na deze technische uitwerking van het logo worden toepassingen gemaakt op dragers, zoals briefpapier, visitekaartjes, gevelbord enzovoorts.

logo ontwerp

een grafisch ontwerp voor een logo, de wijze waarop de naam van een organisatie is geschreven en die uitsluitend uit letters bestaat, zoals het logo van Mobil, HEMA en Nivea. Overigens is het woord logo inmiddels de verzamelnaam voor álle grafische tekens waarmee organisaties, producten, diensten zich identificeren en representeren, zoals beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Een logo ontwerp wordt gemaakt door een grafisch ontwerper die een of meerdere voorstellen maakt en die aan de opdrachtgever toont. Na een tweede presentatie en een akkoord wordt het ontwerp technisch uitgewerkt en worden toepassingen gemaakt zoals briefpapier, visitekaartjes, gevelbord, T-shirts. Deze items worden dragers genoemd; primair zijn zij bedoeld het logo te dragen. Folders, website en banieren zijn communicatiemiddelen; zij worden ingezet bij het communiceren van boodschappen en kunnen eveneens worden verzorgd door een grafisch ontwerper.

loodstype

een langs mechanische weg vervaardigd loden duplicaat van een originele hoogdrukvorm bijvoorbeeld een zinken cliché. Dupliceren is het vermenigvuldigen van een originele hoogdrukvorm - zetsel, lijnen of afbeeldingen - om met meerdere gelijke drukvormen naast elkaar, grotere drukvellen in één keer te bedrukken om sneller tot de gewenste oplage te komen. De loodstype is zachter dan een zinken origineel en slijt daardoor sneller, waardoor na enige tijd verschillen kunnen optreden tussen afdrukken van het origineel en van de loodstype duplicaten. De loodstype ontstaat door van de originele vorm - een spiegelbeeldige drukvorm - een zware persing te maken in taai manillakarton waardoor een matrijs ontstaat - dus een positieve, leesbare afdruk - en deze aan te gieten met lood waardoor vervolgens een spiegelbeeldig duplicaat ontstaat dat gelijk is aan het origineel. De loodstype wordt op de juiste dikte gebracht door de achterzijde vlak te frezen en met behulp van een krachtig hechtende tape op een houten of loden voet te plaatsen en aan te vullen met vloeipapier totdat de juiste drukhoogte ontstaat. De rondstype is een rondgezette stype die gemaakt is van een vlakke drukvorm waarvan een persing is gemaakt in manillakarton die in een ronde mal is geplaatst en waarvan een stype wordt gegoten voor een rotatiepers, bijvoorbeeld een krantenrotatiepers. 

loodzetsel

losse loden letters en vaste loden regels zetwerk - tekst - waarmee hoogdrukvormen worden samengesteld voor het vervaardigen van drukwerk in een boekdrukkerij, een drukkerij die werkt volgens het principe van de hoogdruk.  Hoogdruk is een van de druktechnieken - naast diepdruk en vlakdruk -  waarbij de drukkende delen verhoogd zijn aangebracht en de niet-drukkende delen lager. De drukvorm, het loodzetsel - het object waar vanaf gedrukt wordt - bestaat uit een verzameling metalen drukmaterialen, waaronder losse loden letters en vaste loden regels, maar ook zinken clichés op houten of loden voeten, messing lijnen, loden ornamenten en soms houten biljetletters. Op de spiegelbeeldige drukvorm - de verhoogde delen - wordt met een rol inkt aangebracht waartegen vervolgens met grote kracht papier wordt gedrukt waarbij de inkt op het papier in een leesbare - niet spiegelbeeldige - afdruk achterblijft. Losse letters worden door de handzetter uit een letterkast verzameld tot regels. Vaste loden regels worden door een machinezetter op een regelzetmachine gemaakt. Ná het drukken wordt de drukvorm uiteen genomen en worden de losse letter door de handzetter teruggelegd in de letterkast - gedistribueerd. De vaste loden regels worden na het drukken omgesmolten waarmee de regelzetmachine nieuwe regels kan gieten. Loodzetsel kent uitsluitend haakse hoeken en heeft een sterk horizontaal-verticaal principe; teksten, lijnen en ornamenten kunnen uitsluitend horizontaal of verticaal geplaatst worden. Het schuin plaatsen van loodzetsel is alleen met ongewenst kunst- en vliegwerk mogelijk. Het maken van rondingen en ronde vormen met de rechte regels en lijnen is niet mogelijk.

looprichting

de richting waarin bij machinale fabricage de papiervezels liggen in een vel papier. De looprichting ontstaat in het productieproces van papier; de papiervezels op de papiermachine liggen door trilling en machinegang parallel aan de papierbaan. Bij handmatig vervaardigd papier - handgeschept papier - is er geen looprichting; het papier wordt met een zeef direct uit de papierbrij geschept en krijgt geen gelegenheid om in een bepaalde richting te gaan liggen. Bij het drukken van brochures, boeken, tijdschriften  dient de looprichting bij voorkeur parallel aan de rug te zijn. De looprichting van briefpapier is parallel aan de bovenzijde; daardoor rolt het papier beter door de schrijfmachine, door de printer en laat het zich makkelijker vouwen. Boeken met een verkeerde 

lorem ipsum

zogenaamde faketekst, dummy text of place holder, tekst die door de grafisch ontwerper wordt gebruikt als voorbeeldtekst in een ontwerp in afwachting van de definitieve kopij, om een bepaald lettertype te tonen. De tekst heeft geen betekenis; de inhoud leidt dus niet af en de aandacht bij de beoordeling kan zich volledig richten op het ontwerp en het lettertype. De volledige tekst die steeds herhaald wordt luidt: “Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum”.

loskooien

opkooien, ontsluiten of losslaan, een term uit de boekdrukkerij voor het losmaken, het ontkoppelen van een in een zogenaamd raam ingesloten hoogdrukvorm. Loskooien kan zowel op het steen plaatsvinden - een grote vlakke werktafel van steen waarop drukvormen in het drukraam werden geplaatst - wat gebeurt ná het drukken als al het papier bedrukt is, óf tijdens het drukken als er fouten werden geconstateerd die nog tijdens het drukproces op de pers gecorrigeerd moesten worden. Loskooien van een drukvorm is aandachtig werk voor ervaren zetters omdat het zetsel kan gaan schuiven waardoor nieuwe fouten ontstaan, of omdat zelfs een gehele vorm in pastei kan vallen. 

losse letterzetmachine

machine voor de productie van hoogdrukzetsel, waarbij regels worden gegoten uit losse letters die compleet uitgevuld uit de machine komen. Regels kunnen achteraf eenvoudig handmatig worden gecorrigeerd door de foute letters uit het zetsel te lichten en te vervangen door de juiste letters. Vaste regelzetmachines hebben het nadeel dat bij een tikfout de hele regel - of soms meerdere regels - moet worden vervangen. Monotype is een van de meest succesvolle losse letterzetmachines.

luikvouw

of altaarvouw, een vouwwijze voor drieslagfolders (folders met zes pagina’s), waarbij de linker- en rechterpagina naar voren worden gevouwen en elkaar niet overlappen (de beide luiken zijn op de halve breedte).

lumbecken

(vernoemd naar de uitvinder, de Duitser Emil Lumbeck), een gelumbeckt boek is een gelijmd gebrocheerd boek, een garenloze bindmethode voor boeken, waarbij de katernen niet met bindgaren aan elkaar worden genaaid maar waarbij de gevouwen katernen aan elkaar worden gelijmd. Vervolgens wordt het omslag eromheen geplakt en wordt het boekblok dat is ontstaan aan drie kanten schoongesneden. Deze techniek wordt toegepast bij paperbacks en pocketboeken. Een mindere kwaliteit lijm levert een mindere kwaliteit lumbecken en een mindere kwaliteit pocket, waarbij na een poosje de pagina’s uit de lijm breken en los komen te liggen; het boek valt uit elkaar.

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van laatste proef tot lumbecken.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

l

laatste proef

een papieren afdruk, print, lichtdruk of digitaal (pdf) schermvoorbeeld van het te produceren drukwerk  - of een andere (grafische) productie - die als laatste controlemiddel wordt gebruikt in de fase van productievoorbereiding. De laatste proef is bedoeld om het akkoord van de opdrachtgever te krijgen op het model dat voor de productie gereed staat. De laatste proef is doorgaans gemaakt van het productiemodel, is de versie met gecorrigeerde tekst en complete vormgeving en is niet bedoeld om nieuwe wijzigingen aan te brengen of om de uitvoering ter discussie te stellen. 

lamineren

laminaat, het op elkaar hechten met lijm (koud laminaat) of warmte (warm laminaat) van verschillende materialen, zoals papier en kunststof. Wordt toegepast bij bijvoorbeeld plastic cards en omslagen van luxe brochures. De folie kan glanzend zijn - glanslaminaat - of mat - matlaminaat, voorzien van een structuur (bijvoorbeeld een linnen-, kunstleer- op korrelpersing). Geeft levendige kleuren en een zeer sterk en beschermend oppervlak. Delamineren is het ongewenst loslaten van op elkaar gebrachte lagen.

langlopend

papier waarvan de vezel parallel ligt aan de lange zijde. Papier wordt vervaardigd uit vezels die parallel liggen aan de productierichting. Bij breedlopend papier ligt de vezel parallel aan de korte zijde. Onder kortlopend papier worden investeringen verstaan met een looptijd tussen 90 dagen en 9 maanden, zoals deposito’s met een korte looptijd en kortlopende obligaties. Een heel ander vak.

lantaarnpaalreclame

lichtmastreclame, betaalde reclame aan masten van de openbare verlichting, langs wegen met ruim verkeer en drukke kruispunten. Doorgaans een verlichte min of meer vierkante reclamebak - voorzijde, achterzijde. Naast reclame is een combinatie met bewegwijzering mogelijk, een zogenaamd pijlbord.

laser cutting

lasersnijden, snijmethode in de drukkerij om met een lasersnijder middels een vectorbestand een zeer gedetailleerd ontwerp uit papier of karton te snijden. De laser snijdt net zo eenvoudig door dun papier als dik karton. Lasercutting geeft veel gedetailleerdere resultaten dan het traditionele klassieke stansen of plotten. 

lasergraveren

een afbeeldingstechniek waarbij een laserstraal, die wordt aangestuurd door een vectorbestand, teksten en beelden, decoraties in een oppervlak snijdt: de lasergravure. Om met de laserstraal te kunnen snijden, moet de straal worden geconcentreerd tot een lichtcirkel van 0,1 - 0,7 mm dik. De intensiteit van de straal wordt dan zó groot, dat door smelten en verdampen van het materiaal vormen kunnen worden gesneden. Anders dan bij graveren vindt lasergraveren plaats zonder frezen, naalden of mesjes en zonder fysiek contact tussen de laser en het materiaal. Lasergraveren is geen druktechniek maar een afbeeldingstechniek; er wordt geen druk uitgeoefend en er is geen overdracht van inkt of toner. De kleur wordt bepaald door de kleur die onder het te graveren oppervlak tevoorschijn komt als de laser de bovenste laag weghaalt, mits er met een plaatmateriaal van deze opbouw gewerkt wordt. Lasergraveren kan in papier, karton, textiel, hout, metaal, steen, glas en veel kunststoffen en wordt toegepast bij de afwerking van drukwerk - bijvoorbeeld illustratie, typografie en logo’s in omslagen, bij het graveren van teksten in naamborden of het afbeelden van teksten en logo’s op kunststof relatiegeschenken.

laserprinten

laserprinter, elektrostatisch printen, een elektrofotografisch procedé met poedervormige of vloeibare toner om snel te printen op losse vellen papier en licht karton. Het afdrukken gebeurt zonder vaste drukvorm, zonder beelddrager zoals een offsetplaat, stempel of drukcilinder. Het beeld wordt als digitaal bestand voor elke afdruk, voor elk vel, direct vanuit de computer naar de printer gezonden. Alleen materialen die elektrostatisch kunnen worden geladen worden met een laserprinter geprint, dus bijvoorbeeld geen stoffen. Deze techniek werkt volgens het principe van de kopieermachine, dus met een elektrostatisch opgeladen drum, waarop het negatieve beeld met lasertechnologie wordt ontladen. Op de gebieden die de laser raakt valt de statische lading weg: het negatief principe. Aan de overige delen van de trommel hecht de toner die met druk en warmte (160 graden) wordt overgebracht op het elektrostatische geladen papier. Na de afdruk wordt de overtollige toner van de trommel verwijderd en voorbereid om de volgende afdruk te maken. Digitaal printen is een vorm van hoogkwalitatief kopiëren - maar zonder een origineel nodig te hebben - en zeer geschikt voor afdrukken in kleur, op papier en karton, kleine oplagen (tot 1000 stuks), kleinere formaten en werk met een extreem korte voorbereidingstijd en levertijd. Dat laatste is mogelijk vanwege het ontbreken van insteltijd van de apparatuur. Omdat voor elk vel en voor elke afdruk het afdrukbestand opnieuw op de drager - de trommel - wordt overgebracht, kan elke afdruk anders zijn dan de vorige. Gepersonaliseerd drukken is daarom de grote kracht van laserprinters. Naast het afdrukken in kleur en in zwart-wit is het printen in specifieke steunkleuren mogelijk, zoals oranje, diep blauw, goud, zilver en metallic, kleuren die in full color techniek moeilijk of helemaal niet te maken zijn. De grote leveranciers van deze apparatuur zijn onder andere Kodak, Canon en Xerox. Deze laatste producent heeft in 2018 het model Xerox Iridesse op de markt gebracht, een laserprinter met een zeer hoge en met offset vergelijkbare matte en haarscherpe afdrukkwaliteit. De machine is uitgerust met zes kleurenstations, voor het printen van goud, zilver, dekwit en spotvernis in één drukgang tot een lengte van 120 cm, met uitgebreide inline afwerkmogelijkheden voor onder andere het rondom schoonsnijden en brocheren van brochures. Printen gebeurt met een snelheid van 120 A4-afdrukken per minuut - 7200 vel per uur - op papier met een maximum van 400 grs/m2. 

laserprint papier

lasergeschikt papier, papier dat is voorbereid op het printen met een laserprinter. Laserprinters maken gebruik van een zwarte of gekleurde toner (geel, rood, blauw), een droog poeder dat met een statisch geladen drum een afbeelding door druk en verhitting (200 graden) op het papieroppervlak overdraagt en fixeert. Het oppervlak van lasergeschikt papier is daarom voorzien van een hittebestendige laag die zorgt voor een goede hechting van de toner en voorkomt dat stofdeeltjes worden afgegeven en zich in de printer vastzetten.

layout

de pagina-indeling van drukwerk, zoals van een boek, magazine, krant of brochure, met de positie van koppen, tekst, bijschriften, afbeeldingen, paginacijfers. Een layout is handmatig samengesteld met papierprints van afbeeldingen, kopieën van tekststroken, prints van logo’s enzovoorts, of digitaal met computer en softwarepakket. Een layout is doorgaans gemaakt op stramien, vanwege het sterk geordende karakter van de uiting en de vaak terugkerende elementen. Nadat de vormgever het ontwerp heeft bepaald, wordt door de DTP-er of layoutman m/v - een grafisch technisch specialist - de layout per pagina gemaakt. Een layout dient als controlemodel voor de opdrachtgever die de omvang en vormgeving kan beoordelen en dient ter instructie en voorbeeld voor de micromonteur die de pagina’s uit het juiste filmmateriaal samenstelt.

layoutman m/v

een grafisch specialist die uitvoerend technisch werk verricht aan de layout van doorgaans grafische publicaties, de opmaak en uitvoering van drukwerk en digitale grafische publicaties, met behulp van een personal computer - Apple - en een softwarepakket, DTP-pakket, zoals QuarkXpress, Pagemaker of Indesign. De layoutman werkt binnen het ontwerp en het stramien dat door de grafisch ontwerper of door de grafisch vormgever is ontwikkeld. Zoals kolombreedtes, marges, lettertype, lettergrootte, regelafstand enz. En met de aangereikte materialen en middelen, zoals papier, kopij, beeldmateriaal, formaat, techniek, uitvoering.

leaflet

gedrukt plano eindresultaat, op kabinetformaat (99 x 210 cm), A5 of A4, zonder nabewerkingen zoals vouwen en brocheren.

leesbaar

met leesbaar negatief of positief wordt bedoeld een beeld dat een niet in spiegelbeeld staande afbeelding of tekst vertoont.

leporello

leporellovouw, parallelle vouwwijze voor folders waarbij drukwerk in meerdere, soms tientallen slagen zigzag wordt gevouwen, kan zelfs een lengte bereiken van meerdere meters waarbij de banen papier aan elkaar worden geplakt. Wordt toegepast voor opvallend reclamedrukwerk en voor wegenkaarten.

Letraset

Engels bedrijf, evenals Mecanorma in de 70-er en 80-er jaren een van de grote leveranciers van afwrijfletters, -tekens en rasters (Letratone) voor het handmatig vervaardigen van titels en kopregels. De letters waren in drukwerkkwaliteit aangebracht op een dragervel en werden met een kleine spatel overgebracht op papier voor het maken van werktekeningen voor de grafische industrie. Begin jaren negentig liep de verkoop terug en ontwikkelde Letraset grafische softwarepakketten voor Apple Macintosch, zoals ImageStudio en ColorStudio. Vanwege het bezit van vele lettertypen betrad Letraset de markt van digitale lettertypemarkt. Veel typen zijn te vinden in de lettercatalogus van Fontshop.

Letraset Collectie

de voormalige collectie afwrijfletters van Letraset. Na de opkomst van de Apple Macintosch liep het gebruik van Letraset-afwrijfletters terug. Sinds 2001 is de collectie digitaal beschikbaar en door Letraset Limited verkocht onder de naam Fontek. Bekende Letraset-lettertypen zijn: Helvetica, Univers, Slipstream, Aachen Bold, Jazz.

letterfamilie

de complete groep letters van een lettertype, bijvoorbeeld het lettertype Helvetica: Helvetica normaal romein, Helvetica normaal cursief, Helvetica light, Helvetica extra light, Helvetica bold, Helvetica extra bold, Helvetica black, Helvetica extra black enzovoorts.

letterfont

font, een complete set tekens binnen een variant van een lettertype, bijvoorbeeld Helvetica normaal romein: kleine letters, kapitalen, cijfers, leestekens enzovoorts.

Lettergieterij Amsterdam

LA, Tetterode, samen met Wifac en Mahez is Tetterode jarenlang een van de drie grote leveranciers van de grafische machines en materialen in Nederland. In 1851 wordt Tetterode opgericht door Nicolaas Tetterode die de lettergieterij van uitgeverij Broese uit Breda overneemt en het bedrijf vestigt in Rotterdam. Na de overname van onder andere de Amsterdamse lettergieterij van De Passe & Menne verhuist het bedrijf in 1857 naar Amsterdam, aan de Bloemgracht. Vanaf 1860 handelt Tetterode naast loden drukletters en houten drukkerijmeubelen ook in drukpersen en drukkerijmaterialen. In 1902 verhuist het bedrijf naar het nieuwe pand aan de Bilderdijkstraat en wijzigt de naam in Lettergieterij Amsterdam v/h N. Tetterode. In 1911 worden activiteiten in België gestart onder de naam Plantin. In 1928 krijgt Tetterode de vertegenwoordiging van de Schnellpressenfabrik Heidelberg. In 1912 wordt gestart met de bouw van een fabriek aan de Da Costakade die in 1920 en 1951 wordt uitgebreid. In 1963 komt het tot een fusie tussen G.H. Bührmann’s Papiergroothandel en de Lettergieterij Amsterdam v/h Tetterode: Bührmann-Tetterode, BT. Tetterode is een werkmaatschappij. In 1984 wordt de samenwerking met Intertype beëindigd, focust Tetterode zich op prepress en neemt ze de verkoop van Linotype fotozetsystemen en digitale fonts op zich. Later wordt ook de lithografische apparatuur van Hell - aanvankelijk vertegenwoordigd door Siemens - in het programma opgenomen, toen die laatste twee fuseerden. Daarmee werd Tetterode een totaal leverancier van prepress, press, digital printing en afterpress. In 1985 start men met de verkoop van DTP-systemen gebaseerd op PostScript van Adobe, met Apple Macintosh computers en Linotype fonts. In 1993 fuseert Bührman-Tetterode met papierfabrikant KNP en papierhandelshuis VRG (Van Reekum-Gepacy Papier) en wordt het bedrijf omgedoopt in KNP BT. In 1998 na de splitsing van het handels-, papier- en verpakkingsbedrijf heet het concern Buhrmann en verdwijnt de T van Tetterode uit het logo. In 2007 wordt de naam opnieuw gewijzigd, in Corporate Express en in 2008 worden de overgebleven bedrijven onderdeel van het Amerikaanse Staples met een Nederlandse vestiging. Beleggingsmaatschappij CoBe Capital neemt in 2013 de Printing Systems Divisie over van Staple. Heidelberg, inmiddels de grootste producent van drukpersen ter wereld, koopt uiteindelijk in 2015 Tetterode inclusief de Belgische dochter Plantin van de Printing Systems Divisie en verandert in 2016 de naam in Heidelberg Benelux, dat daarmee een volle dochter wordt van de Duitse persenbouwer en verhuist het bedrijf naar Haarlem. Tetterode verdwijnt daarmee voorgoed, zowel als naam, als uit het logo en uit Amsterdam, waar de panden aan de Bilderdijkstraat en de Da Costakade zijn verkocht en zijn omgebouwd tot een woon- en werkbestemming en de panden aan de Willem de Zwijgerlaan een bestemming hebben gekregen als studentenhuisvesting, detailhandel en kleinschalige bedrijfsruimten.

letterhoogte

de hoogte van het loden letterstaafje waarmee zetsel voor hoogdrukvormen wordt samengesteld in de handzetterij. In Nederland kennen we de Hollandse hoogte (24,85 mm). Daarnaast is de Engelse hoogte (23,32 mm) in omloop, de Franse hoogte (23,55 mm) en Duitse hoogte (23,56 mm). 

letterkast

een ondiepe lade, waarin loden letters voor het samenstellen van zetwerk worden opgeborgen. Elke letter heeft zijn eigen vakje in de letterkast, bij elkaar 148 vakjes. De letterkast bestaat uit twee delen, de bovenkast (105 vakjes met alle hoofdletters, cijfers en getekende letters) en de onderkast (43 vakjes met de kleine letters, ligaturen en woordwit). In één kast is ruimte voor zo’n 15 kilogram zetmateriaal. Meerdere letterkasten kunnen horizontaal boven elkaar in een grote ladekast worden geschoven, de zetbok. In de zetbok is ruimte voor 20 letterkasten. De letterkast in de zetbok is een van de meubels op de handzetterij, de werkplaats waar de handzetters drukvormen samenstellen uit verschillende drukmaterialen, letters, wit, lijnen, ornamenten, clichés enzovoorts. 

letterlijn

of basislijn, soms ook wel zetlijn, denkbeeldige lijn waarop de onderzijde van de letters (zonder staart) staan - zoals de a, de x en de z. Worden meerdere, sterk in grootte uiteenlopende, letters gebruikt op één letterlijn, dan vraagt de optische verticale positionering van de onderlinge lettergroottes veel aandacht. 

lettermerk

de naam, het logo van een organisatie of bedrijf – ook wel van een individu, een dienst, product, partij of idee, religie of ideologie - dat vaak bestaat uit een afkorting - en dat is vormgegeven in enkele letters, zonder grote ingreep of toevoeging van beeld. Bijvoorbeeld de logo’s van NOS, H&M, cK (Calvin Klein), CDA en D66. Het KLM-logo is een letterlogo (afkorting) plus een figuratief teken (kroon). Het SP-logo is een lettermerk met associatief teken (tomaat).

letterpress

drukken met hoogdruk cliché’s, een vorm van boekdruk, populair voor klein gelegenheidsdrukwerk, zoals geboortekaartjes, trouwkaarten en visitekaartjes, waarbij met oude hoogdrukpersen, zoals de Heidelberg degelautomaat, digitaal gemaakte hoogdruk polymeercliché’s zwaar gedrukt worden in zacht, dik papier of grijsbord, met en zonder inkt, waardoor een sterk voelbaar effect ontstaat.

letterproef

overzicht in de vorm van een boek of brochure waarin veel - soms alle - tekens uit een letterfont staan afgebeeld, in verschillende corpsmaten, met meerdere letterfamilies en verschillende lettertypen. De letterproef verschilt in samenstelling en omvang per zetterij of aanbieder van letterfonts. De letterproef geeft een overzicht van de mogelijkheden en kwaliteit en helpt bij het kiezen van een letterfont, letterfamilie, lettertype, lettersoort, een zetsysteem of zetterij. 

lettersoort

een groep lettertypen op basis van hun hoofdkenmerken. Zo horen de Univers, Helvetica en Arial tot de lettersoort Linearen, schreefloze letters met een gering dik-dun verschil. Andere lettersoorten zijn Humanen, Garalden, Realen, Didonen en Mechanen.

letterspatie

letterspatiëring, letterwit, de ruimte die aan weerszijden van individuele letters is meegegeven en die de ruimte bepaalt tussen twee individuele letters. Vanwege de wisselende ruimte aan individuele letters, is de letterspatie geen vaste maat. Tussen een l en een i wordt meer wit geplaatst dan tussen de o en e. Het wit tussen de kapitalen L en A wordt juist teruggenomen (kerning). 

letterstaafje

term uit de periode van het loodzetten, de losse letter waarmee zetwerk wordt samengesteld, een gegoten metalen staafje waarop één letter verhoogd in spiegelbeeld is aangebracht en waarmee een leesbare afdruk kan worden gemaakt op papier. Letterstaafjes worden gegoten uit een metaallegering - samengesteld uit lood, tin en antimonium. Zeer grote letters, bijvoorbeeld voor het zetten van affiches, worden vanwege het gewicht en de kosten niet uit lood gegoten maar van hout gemaakt. Alle letters van dezelfde grootte hebben één maat die wordt uitgedrukt in punten en wordt de corpsgrootte genoemd of het corps. De letter is verhoogd op het staafje aangebracht, heeft schuin lopende zijden - het talud - en is daardoor iets kleiner dan de grootte van het staafje, ook omdat aan de bovenzijde van de stokletter en aan de onderzijde van de staartletter een kleine beeldvrije witruimte is aangebracht om te voorkomen dat de stokletter en staartletters elkaar zullen raken. Het talud én beide witruimtes bij elkaar opgeteld bepalen de afstand tussen de ene en daaropvolgende regel. Alle letters, cijfers en tekens binnen één corps staan op één hoogte, één denkbeeldige lijn, de letterlijn. De ruimte daaronder, voor de staart van bepaalde letters - de zogenaamde staartletters - zoals de g, j, p, q en y, wordt baard genoemd. De leesbaarheid van de letter wordt sterk bepaald door de grootte van de kleine letter - die x-hoogte wordt genoemd - ten opzichte van de corpsgrootte. Een relatief grote x in een corps en dus kleinere stokken en staarten levert een betere leesbaarheid op. Links en rechts van elke individuele letter op het staafje is enig wit - een beeldvrije ruimte - aangebracht, zogenaamd vlees; zonder vlees zouden de letters koud tegen elkaar staan. Het vlees verschilt per letter en per zijde; de letter o heeft minder vlees vanwege het extra optische wit dat zich aan weerszijden van de letter bevindt. De letter N met minder optisch wit heeft om die reden meer vlees. De kwaliteit van een letterbeeld - woorden-regels-pagina’s - wordt sterk bepaald door de aandacht die tijdens het ontwerpen van het font - de complete set van kleine letters, kapitalen, cijfers en leestekens - is besteed aan die individuele letterruimte. Letterstaafjes worden letter voor letter met letterspaties in de zethaak door de handzetter verzameld en gecombineerd tot woorden, vervolgens tot regels en pagina’s. De zethaak is een metalen houder die de handzetter in zijn linkerhand houdt, terwijl hij met zijn rechterhand de letter uit de letterkast grijpt en in de zethaak plaatst. Elk staafje is aan één zijde voorzien van een zogenaamde kerf, een kleine uitsparing. De handzetter plaatst het letterstaafje met de kerf van zich af en controleert daarmee of de letter op de juiste manier in de zethaak wordt geplaatst. Voor elke letter en voor elke lettergrootte - het corps - is een apart letterstaafje nodig. De letterstaafjes voor één bepaalde grootte, bijvoorbeeld corps 12, worden opgeborgen in een letterkast. In het onderste deel van de kast - de onderkast - de letters die het meest gebruikt worden, de kleine letters, spaties en leestekens. In het bovenste deel van de kast - de bovenkast - de minder gebruikte letters, zoals de hoofdletters en cijfers. Het staafje heeft een zeer precieze hoogte, want moet worden gedrukt op een drukpers gecombineerd in een hoogdrukvorm - zetsel - met zeer veel andere hoogdrukelementen - andere lettergroottes, lijnen, ornamenten, blikvangers, clichés enzovoorts. In Nederland zijn wel zeven verschillende hoogtes in gebruik, maar de meest voorkomende zijn de zogenaamde Hollandse hoogte (24,85 mm) en de Franse hoogte (23,56 mm). 

lettertype

een letterontwerp gemaakt door een letterontwerper, bijvoorbeeld het lettertype Bembo, Times of Univers. Niet te verwarren met een zogenaamd font, een verzameling tekens, een complete set tekens - letters, cijfers, leestekens - binnen één bepaalde grootte (corps).

letterzeef

een populaire maar flauwe grap: leerlingen uit het grafisch bedrijf worden op een boodschap uitgestuurd om een uitgeleende letterzeef op te halen bij een collega-bedrijf en worden vervolgens een middag van het kastje naar de muur gestuurd; de letterzeef was zojuist uitgeleend aan een grafisch bedrijf aan de andere kant van de stad! Slimmerikken hadden het snel door, lieten zich niet bij de neus nemen en namen een vrije middag. Andere boodschappen waarmee leerlingen op pad worden gestuurd zijn de kwadratenschaar, de pasjesboor, de rasterwisselstang, het uitgekooktlood, de kleurenbalk en het lenzenvijltje.

letterzetten

het handmatig verzamelen van losse loden letters om woorden te vormen en vervolgens regels als zetwerk in een hoogdrukvorm. In tegenstelling tot machinaal zetten waarbij de regels machinaal worden gevormd. Het letterzetten wordt uitgeoefend door een letterzetter, die ook wel handzetter wordt genoemd; letterzetten vindt handmatig plaats. Nadat de regels tot een hoogdrukvorm zijn gevormd, kan het zetwerk naar de drukkerij om afgedrukt te worden. Na het drukken wordt de vorm uiteengenomen en worden alle losse delen terug gelegd waar ze vandaan komen - gedistribueerd - om opnieuw gebruikt te worden voor een volgende drukopdracht.

lichtdruk

drukproefmethode, hoofdzakelijk voor het maken van papierafdrukken van films of transparant papier en gebaseerd op een chemisch principe. Ook wel ozalid genoemd.

lichtechtheid

lichtvastheid, de weerstand van een kleur, papier, inkt of een ander materiaal tegen daglicht, de weerstand tegen de vervagende werking van licht. Kleurstoffen die zijn opgebouwd als pigment ondergaan door de invloed van licht een chemische reactie waardoor de kleur verandert.

lichtprojectie

een vorm van buitenreclame, met een projector afbeeldingen projecteren op gebouwen of andere zeer grote objecten, vaak onderdeel van een evenement. Naast afbeeldingen worden ook kleuren, logo’s, reclameboodschappen, video’s en animaties geprojecteerd. Projectie kan alleen plaatsvinden zonder zonlicht/daglicht. 

lichtreclame

een vorm van buitenreclame, hieronder vallen alle verlichte of aangelichte uitingen aan gevels, luifels, gebouwen en daken, op winkels, warenhuizen, fabrieken en kantoorgebouwen. Doorgaans gaat het om identificatieobjecten (logoborden).

ligaturen

term uit het loodzetten, het handzetten, combinaties van twee of drie onderling verbonden letters die als één teken zijn ontworpen en op één letterstaafje als één teken zijn gegoten, zoals ff, fi, fl, ffi en ffl. Als deze tekens als losse letters tegen elkaar worden geplaatst zou het boogje van de f in het gedrang komen en in het loodzetten afbreken. Bij het fotografisch zetten worden ligaturen als één teken ontworpen om tot een juiste onderlinge positie te komen. Enkele minder voorkomende ligaturen zijn de tekens Æ, æ, Œ en œ, de ij, sp, zij, gij en gj. Ook het &-teken is een ligatuur. Het is een samentrekking van de letters e en t, latijn voor en. Ligaturen stammen af uit de periode van handgeschreven boeken waar de verbonden letters fraaie combinaties opleverden.

lijncliché

een metalen hoogdrukvorm van een ongerasterde afbeelding die bestaat uit lijnen, letters en volvlakken. In tegenstelling tot een rastercliché - een afbeelding mét raster. Of een autolijncliché - een cliché met zowel lijnen, letters en volvlakken als gerasterde delen.

lijnen

koperen of messing drukmateriaal voor het samenstellen van zetwerk. De koperen lijnen zijn bedoeld om dunne en dikke horizontale en verticale lijnen te maken, voor kaders, tabellen, schrijflijnen enzovoorts. Lijnen zijn standaard beschikbaar in 21 lengten: van 6 punten tot en met 24 augustijn. Andere en ook grotere lijnlengten worden bereikt door lijnen uit meerdere lijnstukken te combineren. De lijnstukken zijn beschikbaar in verschillende lengten en 18 verschillende dikten, van 1 punts fijne lijn of haarlijn tot 24 punts vette lijn. 

lijnenkast

speciale ladekast in de handzetterij voor het opbergen van koperen of messing lijnstukken. Een lijnenkast is een liggende lade die in een loket wordt geschoven en is onderverdeeld in vakken waarvan de grootte is afgestemd op de standaardlengte van de 21 beschikbare lijnlengten: van 6 punten tot en met 24 augustijn. Andere en ook grotere lijnlengten worden bereikt door lijnen uit meerdere stukken te combineren. De lijnstukken zijn beschikbaar in verschillende lengten en 18 verschillende dikten, van 1 punts fijne lijn of haarlijn tot 24 punts vette lijn. Naast de lijnenkast zijn er in de handzetterij ook speciale kasten voor ornamenten, breukcijfers, clichés, biljetletters en wit.

lijnmodel

een originele zwart-wit afbeelding of tekening zonder grijswaarden of halftonen.

linearen

of schreeflozen, een van de lettersoorten volgens de traditionele classificatie (Vox), schreefloze letterontwerpen uit de 20e eeuw, zoals Gill, Univers.

Linotype

regelzetmachine, vaste regelzetmachine voor de productie van zetwerk voor boekdruk - hoogdruk, in de vorm van loden regels uit één stuk - dus geen losse letters, waarbij door het aanslaan van het toetsenbord koperen matrijzen op een rij (één regel) worden verzameld en wigspaties het woordwit uitdrijven tot een volle regel die voor een gietvorm en een pot met een vloeibare loodlegering wordt gebracht, waarna de machine de loden regel giet. Op deze wijze worden met meerdere losse regels pagina’s gevormd. Na het gieten worden de verzamelde matrijzen door dezelfde machine direct gedistribueerd en in het matrijzenmagazijn - een zware platte opbergkast - teruggebracht. Voor elke letter en voor elke lettergrootte is een afzonderlijke matrijs nodig. Omdat meerdere regels in het proces in omloop zijn - zetten-gieten-distribueren - zijn van elke letter meerdere matrijzen nodig; voor de veelgebruikte letters - de e, de a, de n - zelfs tientallen. Tussen 1890 en 1970 - tussen het handzetten van loden letters en het fotografisch zetten - werd de Linotype ingezet voor het vervaardigen van zetwerk. Omdat alle handelingen - matrijzen verzamelen, regels gieten en matrijzen distribueren - in één machine plaatsvond, was het een complexe en ingewikkelde zetmachine. Maar deze mechanische manier van het vervaardigen van zetwerk was aanzienlijk sneller - en dus goedkoper dan de handzetter die nauwkeurig met de hand letter voor letter in de zethaak plaatste - en na het drukken letter voor letter terugplaatste in de letterkast. Met de zetmachine werd de handzetter voor een deel vervangen. De Linotype is een regelzetmachine die bestaat uit een toetsenbord, een gietmachine en een distributiesysteem en wordt bediend door één man (vrouwen heb ik zelden aan het werk gezien in het grafisch bedrijf tot 1970), de machinezetter. Het toetsenbord is in drieën gedeeld, een deel voor het aanslaan van kleine letters, een deel voor hoofdletters en een deel voor speciale tekens. Bij elke toetsenbordaanslag valt een matrijs - de gietvorm voor één enkele letter - uit het magazijn naar beneden en beland met een vinnige, harde tik in een verzamelhaak. Als de regel vol is duwen de wigvormige spaties de regel strak in de haak en wordt er gesmolten lood dat in een gloeiende pot tijdens het hele proces gereed staat, tegen de regel geperst. Het kantelen van de loodzware pot en het gieten van het lood tegen de matrijzen is een luidruchtige bewerking. Na het gieten valt de regel op een galei naast de eerder gegoten regels. De matrijzen worden met een gietijzeren arm opgepakt en boven de matrijzenkast in een smalle rails geplaatst en naar de juiste positie in de kast geschoven. Op de juiste positie aangekomen vallen de matrijzen met een hard ratelend geluid terug in de kast. De machinezetter verzamelt de gegoten regels in lange kolommen op houten borden. In de zetterij wordt door een handzetter de opmaak van het zetwerk verzorgd - losse regels tot pagina’s - boeken, kranten en tijdschriften. Pas na meerdere controlefasen is het zetwerk geschikt voor drukken. Wordt door de machinezetter - de toetsenbordbewerker - een verkeerde toets aangeslagen, dan moet in de correctiefase de hele regel - soms zelfs meerdere regels - opnieuw worden gezet en in de pagina worden vervangen. Een Linotype is een luidruchtig machine; het verzamelen van matrijzen, het gieten en het distribueren veroorzaakt onafgebroken en hard geluid van metaal op metaal. Daarnaast wordt de pot met gloeiend lood dag en nacht op giettemperatuur gehouden dat veel warmte en stank veroorzaakt. Vandaag de dag zou het werken aan een regelzetmachine vanwege regels voor goede arbeidsomstandigheden niet geaccepteerd worden. De Linotype is van 1890 tot 1970 in zetterijen operationeel geweest. De Intertype is een vergelijkbare machine.

lithografie

lithoproces, het proces om van opzichtmodellen - werktekeningen en foto's, maar ook dia's - positieve of negatieve kleurgescheiden films te maken, waarbij voor elke kleur een aparte film wordt aangemaakt. Elk van die afzonderlijke films wordt op een offsetplaat gekopieerd op een offsetpers afgedrukt te kunnen worden. Offset is het drukprincipe waarbij drukkende en niet-drukkende delen gescheiden worden door water en vet. De Duitser Alois Senefelder, is de uitvinder van de lithografie - in 1798 - en van de steendrukpers, de voorloper van de offsetpers. Midden 18e eeuw was de boekdruktechniek, met het zetten van losse loden letters, de kopergravure en de houtsnede, een zeer tijdrovende, ingewikkelde, omslachtige en daardoor kostbare manier van drukken van meer complexere uitgaven, zoals bladmuziek waarvoor Senefelder een oplossing zocht. Na lang experimenteren met vetkrijt, Arabische gom, verdunde inkt, water, salpeterzuur en flink wat toevallig geluk, ontdekte Senefelder in 1798 het principe van de chemisch druk. Senefelder noemde het lithografie (steen schrijven). Hij maakte drukvormen van kalksteen, door de drukkende delen met vetkrijt te bedekken waarop inkt kon achterblijven, en door het gladde steenoppervlak van de niet-drukkende delen te etsen met een lichtzure oplossing van Arabische gom waardoor ze inkt zouden afstoten. Door de geëtste delen nat te maken blijft de drukinkt alleen achter op de niet-vochtige drukkende delen. Met deze ontdekking heeft Senefelder de basis gelegd voor het vlakdrukprincipe, waarop de conventionele lithografische offsetdruk is gebaseerd. Hoewel in de professionele grafische bedrijven lithostenen allang geen rol meer spelen, werd tot recentelijk nog gesproken over lithografen en lithografie. In de lithografische offset worden opzichtmodellen, werktekeningen, foto’s, dia’s en teksten in een of meerdere kleuren bij elkaar gebracht (micromontage), kleurgescheiden en gerasterd, op film gezet, tot drukvellen gemonteerd (macromontage) en voor drukken gereed gemaakt. Handelingen in de lithografie zijn onder andere: uitdekken, uitspatten, breedkopiëren, smalcontacten, sluitcontouren. Het resultaat van het lithoproces - de lithografie - zijn de zogenaamde schone films. Het aanbrengen van correctie en veranderingen in schone films is tijdrovend en vrij kostbaar.

lithofilms

of litho’s, kleurgescheiden films die na de lithografie worden gekopieerd op offsetplaten.

logo

logotype, lettermerk, oorspronkelijk wordt met logo (afgeleid van het Grieks voor woord) de vaste schrijfwijze van de naam van een organisatie of bedrijf bedoeld en die is vormgegeven met uitsluitend letters, dus zonder beeldtoevoeging. Zoals het logo van Mobil, Hema en Nivea. Inmiddels is het woord logo de verzamelnaam voor alle grafische voorstellingen waarmee organisaties, producten, diensten - ook wel van individuen, partijen of ideeën, religies of ideologieën -  zich identificeren en representeren. Daaronder vallen lettermerken, beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Of een combinatie van deze elementen. Zoals het logo van Microsoft dat de combinatie is van een woordmerk en een abstract teken. Of het SP-logo (met tomaat) dat een lettermerk is met een associatief teken. En het Philips-logo, dat bestaat uit een woordmerk en een heraldisch schild. De mate waarin het unieke karakter en onderscheidend vermogen van het ontwerp aanwezig zijn - kleur, grootte, positie - is bepalend om als logo te worden onderkend. Letters uit een bestaand alfabet die zonder enige ingreep of toevoeging achter elkaar zijn gezet kunnen niet als logo worden gezien.

logo design

een grafisch ontwerp van een logo, de vaste schrijfwijze van de naam van een organisatie die uitsluitend bestaat uit letters, dus zonder beeldtoevoeging, een lettermerk. Zoals het logo van Mobil, HEMA en Nivea. Overigens is het woord logo inmiddels de verzamelnaam voor álle grafische tekens waarmee organisaties, producten, diensten en zelfs overtuigingen zich identificeren en representeren, zoals beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Een logo design, het grafische ontwerp wordt gemaakt door een grafisch ontwerper die op basis van een briefing een of meerdere voorstellen ontwikkelt. Een logo design komt niet in één keer tot stand, het ontwerp is niet in één klap raak. Het ontwerpen is een creatief proces dat een traject is van zoeken, onderzoeken, schetsen, variëren, combineren, elimineren en kiezen. Na een eerste onderzoek komen doorgaans meerdere ideeën los die afhankelijk van de vraag aan de opdrachtgever worden getoond. Bij de eerste presentatie wordt duidelijk op het voorstel in de goede richting gaat, er volgt doorgaans een tweede presentatie met een bijgesteld voorstel. Na een akkoord wordt het logo design uitgewerkt in diverse varianten - een liggende versie - een ontwerp waarbij de breedte van het logo groter is dan de hoogte, een staande versie - een variant waarbij de hoogte groter is dan de breedte, een contourversie en een eenkleurige versie. Na deze technische uitwerking van het logo worden toepassingen gemaakt op dragers, zoals briefpapier, visitekaartjes, gevelbord enzovoorts.

logo ontwerp

een grafisch ontwerp voor een logo, de wijze waarop de naam van een organisatie is geschreven en die uitsluitend uit letters bestaat, zoals het logo van Mobil, HEMA en Nivea. Overigens is het woord logo inmiddels de verzamelnaam voor álle grafische tekens waarmee organisaties, producten, diensten zich identificeren en representeren, zoals beeldmerken en woordmerken, vignetten, monogrammen en wapens (schilden), emblemen, zegels en mascottes. Een logo ontwerp wordt gemaakt door een grafisch ontwerper die een of meerdere voorstellen maakt en die aan de opdrachtgever toont. Na een tweede presentatie en een akkoord wordt het ontwerp technisch uitgewerkt en worden toepassingen gemaakt zoals briefpapier, visitekaartjes, gevelbord, T-shirts. Deze items worden dragers genoemd; primair zijn zij bedoeld het logo te dragen. Folders, website en banieren zijn communicatiemiddelen; zij worden ingezet bij het communiceren van boodschappen en kunnen eveneens worden verzorgd door een grafisch ontwerper.

loodstype

een langs mechanische weg vervaardigd loden duplicaat van een originele hoogdrukvorm bijvoorbeeld een zinken cliché. Dupliceren is het vermenigvuldigen van een originele hoogdrukvorm - zetsel, lijnen of afbeeldingen - om met meerdere gelijke drukvormen naast elkaar, grotere drukvellen in één keer te bedrukken om sneller tot de gewenste oplage te komen. De loodstype is zachter dan een zinken origineel en slijt daardoor sneller, waardoor na enige tijd verschillen kunnen optreden tussen afdrukken van het origineel en van de loodstype duplicaten. De loodstype ontstaat door van de originele vorm - een spiegelbeeldige drukvorm - een zware persing te maken in taai manillakarton waardoor een matrijs ontstaat - dus een positieve, leesbare afdruk - en deze aan te gieten met lood waardoor vervolgens een spiegelbeeldig duplicaat ontstaat dat gelijk is aan het origineel. De loodstype wordt op de juiste dikte gebracht door de achterzijde vlak te frezen en met behulp van een krachtig hechtende tape op een houten of loden voet te plaatsen en aan te vullen met vloeipapier totdat de juiste drukhoogte ontstaat. De rondstype is een rondgezette stype die gemaakt is van een vlakke drukvorm waarvan een persing is gemaakt in manillakarton die in een ronde mal is geplaatst en waarvan een stype wordt gegoten voor een rotatiepers, bijvoorbeeld een krantenrotatiepers. 

loodzetsel

losse loden letters en vaste loden regels zetwerk - tekst - waarmee hoogdrukvormen worden samengesteld voor het vervaardigen van drukwerk in een boekdrukkerij, een drukkerij die werkt volgens het principe van de hoogdruk.  Hoogdruk is een van de druktechnieken - naast diepdruk en vlakdruk -  waarbij de drukkende delen verhoogd zijn aangebracht en de niet-drukkende delen lager. De drukvorm, het loodzetsel - het object waar vanaf gedrukt wordt - bestaat uit een verzameling metalen drukmaterialen, waaronder losse loden letters en vaste loden regels, maar ook zinken clichés op houten of loden voeten, messing lijnen, loden ornamenten en soms houten biljetletters. Op de spiegelbeeldige drukvorm - de verhoogde delen - wordt met een rol inkt aangebracht waartegen vervolgens met grote kracht papier wordt gedrukt waarbij de inkt op het papier in een leesbare - niet spiegelbeeldige - afdruk achterblijft. Losse letters worden door de handzetter uit een letterkast verzameld tot regels. Vaste loden regels worden door een machinezetter op een regelzetmachine gemaakt. Ná het drukken wordt de drukvorm uiteen genomen en worden de losse letter door de handzetter teruggelegd in de letterkast - gedistribueerd. De vaste loden regels worden na het drukken omgesmolten waarmee de regelzetmachine nieuwe regels kan gieten. Loodzetsel kent uitsluitend haakse hoeken en heeft een sterk horizontaal-verticaal principe; teksten, lijnen en ornamenten kunnen uitsluitend horizontaal of verticaal geplaatst worden. Het schuin plaatsen van loodzetsel is alleen met ongewenst kunst- en vliegwerk mogelijk. Het maken van rondingen en ronde vormen met de rechte regels en lijnen is niet mogelijk.

looprichting

de richting waarin bij machinale fabricage de papiervezels liggen in een vel papier. De looprichting ontstaat in het productieproces van papier; de papiervezels op de papiermachine liggen door trilling en machinegang parallel aan de papierbaan. Bij handmatig vervaardigd papier - handgeschept papier - is er geen looprichting; het papier wordt met een zeef direct uit de papierbrij geschept en krijgt geen gelegenheid om in een bepaalde richting te gaan liggen. Bij het drukken van brochures, boeken, tijdschriften  dient de looprichting bij voorkeur parallel aan de rug te zijn. De looprichting van briefpapier is parallel aan de bovenzijde; daardoor rolt het papier beter door de schrijfmachine, door de printer en laat het zich makkelijker vouwen. Boeken met een verkeerde 

lorem ipsum

zogenaamde faketekst, dummy text of place holder, tekst die door de grafisch ontwerper wordt gebruikt als voorbeeldtekst in een ontwerp in afwachting van de definitieve kopij, om een bepaald lettertype te tonen. De tekst heeft geen betekenis; de inhoud leidt dus niet af en de aandacht bij de beoordeling kan zich volledig richten op het ontwerp en het lettertype. De volledige tekst die steeds herhaald wordt luidt: “Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa qui officia deserunt mollit anim id est laborum”.

loskooien

opkooien, ontsluiten of losslaan, een term uit de boekdrukkerij voor het losmaken, het ontkoppelen van een in een zogenaamd raam ingesloten hoogdrukvorm. Loskooien kan zowel op het steen plaatsvinden - een grote vlakke werktafel van steen waarop drukvormen in het drukraam werden geplaatst - wat gebeurt ná het drukken als al het papier bedrukt is, óf tijdens het drukken als er fouten werden geconstateerd die nog tijdens het drukproces op de pers gecorrigeerd moesten worden. Loskooien van een drukvorm is aandachtig werk voor ervaren zetters omdat het zetsel kan gaan schuiven waardoor nieuwe fouten ontstaan, of omdat zelfs een gehele vorm in pastei kan vallen. 

losse letterzetmachine

machine voor de productie van hoogdrukzetsel, waarbij regels worden gegoten uit losse letters die compleet uitgevuld uit de machine komen. Regels kunnen achteraf eenvoudig handmatig worden gecorrigeerd door de foute letters uit het zetsel te lichten en te vervangen door de juiste letters. Vaste regelzetmachines hebben het nadeel dat bij een tikfout de hele regel - of soms meerdere regels - moet worden vervangen. Monotype is een van de meest succesvolle losse letterzetmachines.

luikvouw

of altaarvouw, een vouwwijze voor drieslagfolders (folders met zes pagina’s), waarbij de linker- en rechterpagina naar voren worden gevouwen en elkaar niet overlappen (de beide luiken zijn op de halve breedte).

lumbecken

(vernoemd naar de uitvinder, de Duitser Emil Lumbeck), een gelumbeckt boek is een gelijmd gebrocheerd boek, een garenloze bindmethode voor boeken, waarbij de katernen niet met bindgaren aan elkaar worden genaaid maar waarbij de gevouwen katernen aan elkaar worden gelijmd. Vervolgens wordt het omslag eromheen geplakt en wordt het boekblok dat is ontstaan aan drie kanten schoongesneden. Deze techniek wordt toegepast bij paperbacks en pocketboeken. Een mindere kwaliteit lijm levert een mindere kwaliteit lumbecken en een mindere kwaliteit pocket, waarbij na een poosje de pagina’s uit de lijm breken en los komen te liggen; het boek valt uit elkaar.

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Een leuke vraag en geen antwoord gevonden? Of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.

Geen antwoord gevonden of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.