start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z
HSTotaal woordenlijst:
van sales promotie tot symmetrie.
Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.
s
sales promotie
letterlijk: het promoten van de verkoop, communicatie, waaronder reclame, gericht op extra verkoop, door bijvoorbeeld speciale actieprijzen, het geven van extra producten, kortingen, presentjes en demonstraties.
sampling
de gratis verspreiding van een product - ook wel ’monsters’ (een kleinere uitvoering van het product).
sans serif
lettertype zonder schreven - schreven zijn kleine dwarsstreepjes aan de letter, zoals de Syntax. In tegenstelling tot serif, een lettertype mét schreven, zoals de Melior.
satineren
satinage, nabewerking van het papier om het glad of glanzend te maken, als onderdeel van de papierfabricage, door machinale wrijving aan de kalander - een stalen cilinder die het papier met druk en hitte glad of glanzend maakt. In tegenstelling tot machine coated papier, waarbij tijdens de papierfabricage óp het papier een gladde laag is aangebracht.
scalpelmesjes
scalpels, mesjes van Swann Morton, extreem scherp medisch snijgereedschap van carbonstaal dat door ontwerpers en technisch tekenaars gebruikt wordt voor het uitvoeren van correcties, het verwijderen van vlekken uit tekeningen op transparant papier, het snijden en oppakken van tape en het monteren van zetwerk in werktekeningen.
scannen
het digitaliseren - omzetten - van een opzichtmodel of doorzichtmodel naar een digitaal bestandsformaat, JPG, TIFF of PNG. Een foto of tekening, of een dia wordt lijn voor lijn belicht en daarmee afgetast, en gesepareerd in drie of vier kleuren, de drukkleuren cyaan, magenta, geel en zwart, CMYK, of de drie RGB-kleuren, rood, blauw, groen.
scanner
optische apparatuur - een flat bed scanner, een cilinderscanner - die een foto of een dia omzet naar een digitaal document, wordt ingezet in het proces van beeldbewerking en drukwerkvoorbereiding. Een scanner tast lijn voor lijn een opzichtmodel (foto, tekening) of een doorzichtmodel (dia, film) af en zet deze om in een elektronisch bestand - doorgaans een pixelbestand - dat verder digitaal geretoucheerd of bewerkt kan worden door een beeldbewerkingsprogramma als Adobe Photoshop.
schaaldrukken
oplopers, deeldrukken, afdrukken en combinaties van afdrukken van de afzonderlijke drukkleuren van een vierkleurendruk (full colour, full colour, FC, CMYK): cyaan (blauw), magenta (rood), yellow (geel) en key (zwart), voor kleurbeoordeling. De complete set schaaldrukken bestaat uit: de vier kleuren afzonderlijk, een zwarte afdruk van geel, geel en magenta, geel en zwart, geel en cyaan, magenta en cyaan, magenta en zwart, geel en magenta en zwart, geel en cyaan en zwart, cyaan en magenta en zwart, plus een samendruk van alle vier de kleuren.
schandjongen
oude drukkersterm voor de jongste knecht in de drukkerij die alle afdrukken van de drukpers controleert en de misdrukken uit de oplage verwijdert. De schandjongen was de laagste in rang op een drukkerij, de meestergast - de medewerkend voorman - de hoogste.
scheurlijn
het aanbrengen van zeer kleine sneetjes in de vorm van een perforatie, die met een vlak mes of roterende mesjes worden aangebracht in (bedrukt) papier, karton of plastic, waardoor het materiaal ter plaatse wordt verzwakt of wordt geopend en makkelijk gescheurd kan worden zonder het verder te beschadigen. Bijvoorbeeld bij schrijfbloks, entreekaartjes en kwitanties, karton verpakkingen en sluitingen. De grofte van perforatiemessen wordt uitgedrukt in meer of minder snijtanden op een bepaalde lengte (inch).
schichtzijde
emulsiezijde, de zijde waarop bij fotografische film de lichtgevoelige laag is aangebracht. Bij belichting - fotografie, lithografie, plaatkopie, contactdruk - is de schichtzijde altijd van de lichtbron afgewend en bevindt de schichtzijde zich tégen het te belichten object. Om vast te stellen hoe de film - in lithografie - genoemd moet worden, wordt tegen de schichtzijde aangekeken: is het beeld negatief en onleesbaar, dan is sprake van een onleesbaar negatief (films voor offsetdruk). Is de film positief en leesbaar dan hebben we te maken met een leesbaar positief (films voor zeefdruk).
schoondruk
de voorzijde van het gedrukte vel als het vel aan één zijde is bedrukt, de zijde waar pagina 1 op staat. In tegenstelling tot weerdruk, de zijde van het vel waar pagina 2 op staat. Wordt ook wel buitendruk genoemd of recto, de buitenzijde van het vel nadat het gevouwen is (pagina 1 ligt altijd aan de buitenzijde van een gevouwen katern).
schoon- en weerdruk
het drukvel wordt aan twee kanten bedrukt, met een schoondruk en een weerdruk. Ook wel genoemd binnendruk en buitendruk - bi-bu of recto en verso.
schone proef
een papieren afdruk van gecorrigeerd loodzetsel, of een fotokopie of lichtdruk van een filmmontage, waarop de correctie van de eerste proef - de vuile proef - is uitgevoerd.
schoonsnijden
het papier op het eindformaat snijden nadat het is gedrukt en afgewerkt. Bij schoonsnijden is alleen het maken van rechte hoeken mogelijk. Vrije vormen kunnen gemaakt worden met een stansmes. Het snijden van het papier vóór het drukken heet ’voorsnijden’.
schreefletter
serif, lettertype dat is voorzien kleine dwarsstreepjes aan het einde van de stokken en staarten. Schreefloze letters zijn letters zónder dwarsstreepjes. Schreefletters worden ervaren als klassiek en worden vaker gebruikt voor het zetten van boeken en tekst in krantenkolommen. Het is niet helemaal duidelijk waarom. Immers, uit onderzoeken is niet vast komen te staan dat het lezen van tekst die is gezet uit schreefletters leidt tot betere of prettiger leesbaarheid. Het idee is dat het beeld dat ontstaat vanwege de schreven aan de onderzijde en de bovenzijde van de x-hoogte zou leiden tot het soepeler met de ogen langs de regels glijden.
schreefloos
grotesk, verzamelnaam voor letters die geen schreven hebben - kleine dwarsstreepjes aan de einden van de stokken en staarten - in tegenstelling tot schreefletters (serif). Hoewel schreefletters vaker worden gekozen voor het zetten van boeken en tekst in krantenkolommen, hebben schreefloze letters een modernere uitstraling, brengen ze informatie efficiënter over en worden ze om die reden meestal gekozen voor informatiepanelen, beeldschermen, verkeersborden en landkaarten.
schreven
schreef, kleine dwarsstreepjes aan de stokken en voeten van schreefletters. Letters zonder schreef worden schreefloos genoemd.
schuurpapierinkt
gravelinkt, zeefdrukinkt die na het drukken extreem ruw aanvoelt - zanderig als schuurpapier of als gravel op de tennisbaan. Het drukken vereist speciale aandacht vanwege het lokaal sterk opdikkende en harde effect van de inkt.
screenfolie
metaalfolie, een speciale 100 procent dekkende zeefdrukinkt met een extreem hoogglanzend zilver metallic effect, vergelijkbaar met foliedruk, maar op een maximaal drukformaat aan te brengen. De dekkende screenfolie kan na het zeefdrukken in offset met transparant inkten worden bedrukt.
scripten
de soort ’schrijfletters’, kalligrafie, een van de lettersoorten volgens de traditionele classificatie (Vox), drukletters zoals de Rondo.
Scotchall
merk zelfklevend materiaal, folie, tape.
scratch off inkt
krasinkt, speciale zeefdrukinkt, een ondoorzichtige deklaag die is aangebracht over de oorspronkelijke offsetdruk. De laag kan worden weggekrast met een muntje of nagel waaronder de oorspronkelijke offsetdruk zichtbaar wordt. Wordt toegepast bij krasloten, waardecouponnen. Een alternatief is peel off inkt, die een dekkende laag vormt en in één keer kan worden verwijderd.
selectieve perceptie
selectieve waarneming, het verschijnsel dat mensen uitingen die aansluiten bij hun eigen interesses, houdingen, waarden en normen eerder of beter waarnemen dan andere communicatie-uitingen.
selfcover
brochures waarvan het de kwaliteit van het omslagmateriaal gelijk is aan het papier van het binnenwerk. Kranten worden niet uitgevoerd met een omslag, men spreekt bij kranten dus ook niet van een binnenwerk en ook niet van selfcover.
serif
lettertype met schreven - kleine dwarsstreepjes aan de letter, zoals Baskerville. In tegenstelling tot sans serif, een lettertype zónder schreven, zoals de Gill.
server
een computer die als verbindingspunt of knooppunt in een netwerk (ook het internet) staat en die andere stations faciliteert, ondersteunt.
service provider
aanbieder van webdiensten, zoals webontwikkeling, netwerktoegang, systemen om websites te draaien, backup diensten, monitoring.
Sherpa proef
digitaal hoge resolutie gecertificeerd proefdruksysteem met meerkleuren inkjettechnologie, voor de vervaardiging van drukproeven voor vierkleurendruk, CMYK-proeven, een referentie in het printproces en drukproces.
shop-in-shop
winkel in een winkel, een vorm van productpresentatie, een kartonnen of kunststof ruimtelijk object, als tijdelijk extra verkooppunt voor nieuwe producten, als een etalage, ter ondersteuning of stimulering van een impulsverkoop bij een introductie, actie of aanbieding, geplaatst op de winkelvloer, bijvoorbeeld in een warenhuis, beurs, supermarkt of bouwmarkt. Een shop-in-shop presenteert een product of materiaal dat naadloos past bij het aanbod van de winkel waar zij staat - bijvoorbeeld een nieuwe lijmsoort in een bouwmarkt - maar met een eigen identiteit. De shop-in-shop wordt slim ontwikkeld, snel, goedkoop en eenvoudig te vervoeren en op te zetten en worden vervaardigd uit kunststof, hout, karton, metaal of een combinatie van deze materialen.
singersteek
handmatige bindtechniek met garen voor boekjes en brochures. De naam en de techniek is afkomstig van de naaimachines van het merk Singer. De singersteek leent zich voor het hechten van losse bladen en voor het hechten van katernen. Er kan gesingerd worden - zoals gebruikelijk - in de rug, maar ook door het voorplat waarbij de steek parallel aan de rug wordt gestikt. Omdat de pagina’s dan op elkaar zijn gehecht gaat het bladeren niet soepel. Singergaren is in veel kleuren beschikbaar.
skriblCMS
CMS-systeem, Content Management System, een op maat gemaakte applicatie om websites te beheren, SEO-geoptimaliseerd. SkriblCMS is een professioneel, responsive en snel CMS dat de gebruiker centraal stelt: eenvoudig, intuïtief, overzichtelijk. SkriblCMS wordt volledig op maat gemaakt en voorzien van alleen die functionaliteit die nodig is voor het onderhoud van de website. SkriblCMS is zeer eenvoudig in gebruik; voorkennis en ervaring met het systeem zijn niet nodig. De user interface is intuïtief en makkelijk te begrijpen, ook voor onervaren gebruikers. Het content management systeem is gebruikersvriendelijk, veilig (standaard voorzien van SSL-certificaat), zeer eenvoudig uitbreidbaar (pagina’s en talen met één druk op de knop toe te voegen) en overzichtelijk in de kosten (één vaste maandprijs, inclusief alles). Iedere pagina heeft zijn eigen SEO-rapport met praktische tips om content te optimaliseren voor een betere ranking.
sluitwerk
drukwerk waarbij de kleuren precies (sluitend) in elkaar of tegen elkaar moeten worden gedrukt. Drukwerk dat niet precies tegen elkaar hoeft te worden gedrukt heet niet-sluitend drukwerk. Van drukwerk dat niet precies sluitend is gedrukt, wordt gezegd ’het sluit niet’ of ’het past niet’. Voorheen was het leveren van sluitwerk op boekdrukpersen moeilijk en aandachtige werk waarvoor de drukker extra inspanningen moest leveren dat het drukwerk duurder maakte. Moderne offsetdrukpersen zijn hoge-precisie machines en leveren uitsluitend topdrukwerk. Bij een drukwerkaanvraag hoeft dus niet meer worden aangegeven of het sluitwerk is; al het moderne drukwerk is sluitwerk.
smal contacten
een term uit de lithografie waarbij een sluitcontour wordt gecreëerd in een 2-kleurenfilm door een contactfilm te maken van het positief met een extra film ertussen die zorgt voor verstrooiing - versmalling - van het licht en het beeld dus iets versmald.
smetten
een technisch probleem in de drukkerij en de binderij, waarbij de nog natte afdruk op de bovenzijde van het drukvel de onderzijde van het daaropvolgende drukvel vervuilt. Smetten kan veroorzaakt worden door het werken met onvoldoende gedroogd drukwerk, door te vet drukken met een te dikke inktlaag, door het drukken met onjuiste inkt, of door te hoog opgestapeld papier waardoor te veel druk ontstaat.
smoutletter
term uit de handzetterij, waarmee de grotere letters bedoeld worden, zoals titels en koppen. In tegenstelling tot de broodletter, waarmee de kleinere kolomletter wordt bedoeld.
smoutwerk
smoutjes, term uit de handzetterij, meer gecompliceerd zetwerk dat is samengesteld uit meerdere van elkaar afwijkende lettersoorten en lettergroottes, zoals pamfletten, visitekaarten, aanplakbiljetten, annonces, rouwcirculaires, wenskaarten. In tegenstelling tot boekwerk, zetwerk dat is samengesteld uit broodletters, letters waaruit boeken worden gezet of kolommen in kranten (lettergrootte corps 8 tot 14).
snedemarmering
een oude, zeer moeilijke en arbeidsintensieve decoratietechniek die in de boekbinderij wordt toegepast bij boeken en waarbij de drie open zijden handmatig worden voorzien van een gemarmerd patroon: een zogenaamd kleurvlekkenpatroon of golflijnenpatroon, wolkenmarmering of sprenkelmarmering.
snede versiering
snedenversiering, een decoratietechniek die in de boekbinderij wordt toegepast bij boeken en waarbij de drie open zijden - dus niet de rug - voorzien worden van een kleur of patroon. Een veel toegepaste vorm van versiering is het verven van de snede in rood, geel, groen of blauw. Een andere decoratietechniek is de snede te voorzien van een gemarmerd patroon. Bij oude boeken ziet men vaak dat alleen de bovenzijde (de kopzijde) is voorzien van een versiering. Dit werd gedaan om het boek tegen stof en licht te beschermen. Vandaag de dag heeft de snedenversiering een zuiver esthetische functie.
snede verven
een vorm van snedenversiering, een decoratietechniek die in de boekbinderij wordt toegepast bij boeken en waarbij de drie open zijden - dus niet de rug - worden geverfd met een rode, gele, blauwe of groen kleur. Bij oudere boeken ziet men vaak dat alleen de bovenzijde (de kopzijde) is geverfd. Snedenverven werd gedaan om het boek tegen stof en licht te beschermen. Tegenwoordig heeft de snedenversiering puur een esthetische functie. Een nieuwere vorm van het versieren van de snede is de toepassing bij gelegenheidsdrukwerk, visitekaartjes, geboortekaartjes en uitnodigingen. Het effect is groter bij dikkere papier- en kartonsoorten.
snijden
een bewerking in de drukkerij. Er zijn grofweg vier snijbewerkingen van drukwerk. Voordat het papier bedrukt wordt is er een eerste bewerking, het snijden van het papier uit een groter formaat tot het juiste persformaat, het voorsnijden. Als het papier bedrukt is kan een tweede snijbewerking volgen om het papier op het brocheerformaat te brengen, het nasnijden. Na het brocheren volgt een derde bewerking, de nabewerking, het schoonsnijden tot het juiste eindformaat. Het verwijderen van een smalle witte strook tussen twee separate drukwerken op een drukvel wordt een tussensnede genoemd.
snijmachine
apparatuur in de drukkerij om grote vellen papier te snijden tot kleinere vellen, het voorsnijden. Daarnaast wordt de snijmachine ingezet voor het nasnijden, het schoonsnijden en het voor maken van een tussensnede.
snijtekens
zeer dunne lijntjes die op het drukvel buiten de afdruk worden geplaatst, op de positie waar het drukwerk gesneden wordt.
snijwit
ruimte tussen afdruk en linker- of rechterzijde van de papierrand (niet de marge tussen de druk en de rug, dat heet rugwit). Andere witruimtes worden genoemd: kopwit (tussen de bovenrand en de druk), staartwit (aan de onderzijde) en rugwit (tussen de rug en druk).
snotje
gereedschap van de werktekenaar, speciaal rubber gum voor het verwijderen van resten rubbercement (fotolijm) tijdens het vervaardigen van werktekeningen op papier. Deze zogenaamde reproductietekeningen worden samengesteld uit papieren onderdelen, zoals stroken tekst, papieren fotoprints voor logo’s en afbeeldingen en gemonteerd op een drager van zwaar papier of karton, in de fase van drukwerkvoorbereiding als halffabricaat voor de lithografie. Het papier wordt op de drager gemonteerd met lijm, zogenaamd rubbercement. De overtollige lijm kan van de drager worden verwijderd met een snotje, nadat deze is gedroogd.
social media
sociale media, verzamelnaam voor internettoepassingen waarmee informatie wordt gedeeld, zoals tekst, nieuws, muziek, foto’s en video’s. Berichten worden gedeeld met zogenaamde ’vrienden’, personen die zichzelf hebben aangemeld of die zijn geselecteerd in een lijst beschikbare personen die van hetzelfde platform gebruikmaken. Het begrip social media wil zeggen: media die de mogelijkheid bieden om sociale contacten op te bouwen om daarmee een sociale relatie aan te gaan. De opzet is ooit positief gestart en heeft nog steeds een positieve betekenis, maar de werkelijkheid is anders (Floor Zijp op 05.01.2019 in NRC): "Sociale media zijn desastreus, contact gaat via een steriele nepwereld, alles moet kort en bot, nuance gaat verloren. En wat we eigenlijk bedoelen, proberen we duidelijk te maken met een emoji". De meest populaire platforms zijn Twitter, Instagram, Facebook en LinkedIn. Lid worden en het gebruik maken van een platform is kosteloos en gebeurt door het aanmaken van een zogenaamd account, waarbij persoonlijke gegevens aan het platform beschikbaar worden gesteld. De platforms maken grote winsten door het doorverkopen van zogenaamde profielen: vrijwillig beschikbaar gestelde persoonlijke informatie én zelf gegenereerde gebruiksgegevens van accounts. De koppeling van persoonlijke én gebruiksgegevens zijn voor adverteerders buitengewoon waardevol; zij kunnen op de platforms adverteren in het hart van hun doelgroep. Maatschappelijk is er naast het ruime en gratis gebruik van social media ook veel kritiek op de wijze waarop de grote platforms - de techreuzen - omgaan met de verkoop van deze gegevens zonder hun gebruikers daar helder over te informeren of hen een keuze voor te leggen. Twitter (sinds 2006, 315 miljoen gebruikers) is een platform waarmee berichten van maximaal 280 tekens gepost kunnen worden, en waar vervolgens op gereageerd kan worden door andere gebruikers. Ook kunnen berichten worden doorgezonden door anderen. Een bericht op Twitter wordt Tweet genoemd. Instagram (sinds 2010, 600 miljoen gebruikers) is een platform om foto’s en video’s, voorzien van een beperkte tekst, uit te wisselen. Er is een uitgebreide zoekfunctie. Facebook (sinds 2006, 1,8 miljard gebruikers) is een platform voor het verzamelen van zogenaamde vrienden, contactpersonen om met hen nieuws, foto’s, filmpjes en plaatsen uit te wisselen. Contacten kunnen verzameld worden in groepen met speciale open of gesloten pagina’s. LinkedIn (sinds 2003, 500 miljoen gebruikers) is een platform dat is gericht op vakmensen die professionele profielen uitwisselen. Het platform is voorzien van een tijdlijn en heeft mogelijkheden voor het plaatsen van vacatures en het aanbieden van cv’s door werkzoekenden.
softcover
zogenaamde slappe kaft voor boeken, waarbij katernen met garen tot een boekblok worden genaaid en in de rug gelijmd van een zacht omslag (slappe kaft). Wordt vaak toegepast bij pockets.
spam
ongewenste e-mail die doorgaans in grote aantallen wordt verzonden en waar niemand om gevraagd heeft, zoals ongevraagde reclameberichten. Spam is Engels voor ingeblikte ham; een product dat ook nergens naar smaakt en waar ook niemand om vraagt.
spandoek
een vorm van buitenreclame, kunststof doek met een verhouding van ongeveer 4:1 (bijvoorbeeld een liggend formaat van 4 x 1 meter), dat bedoeld is als reclamedrager en dat met een koord tussen palen, lichtmasten of aan gebouwen wordt bevestigd. In tegenstelling tot het spandoek die horizontaal gespannen wordt, is een banier - aan een baniermast - een staande reclamedrager.
spanjool
spanjolen, ongewenst technisch verschijnsel op de offsetpers (in de 15e eeuw heeft dit woord zijn negatieve betekenis gekregen - ongewenste vreemdeling, vanwege de Spaanse overheersing ten tijde van de 80-jarige oorlog). Een spanjool is een cirkelvormig wit vlekje met een pitje in het midden op de afdruk van een volvlak, dat wordt veroorzaakt door vervuiling of stof op het rubberdoek, de offsetplaat of op de inktrol van een offsetpers, waardoor de inktrol ter plaatse van het stofje de offsetplaat niet raakt, niet kan ininkten en een wit vlekje ontstaat.
spatie
woordspatie, het woordwit, het wit dat tussen de woorden wordt geplaatst, doorgaans 1/3 van de corpsgrootte.
spatiebalk
de toets op het toetsenbord waarmee woordwit wordt gezet.
spatiëren
aanspatiëren of afspatiëren, de ruimtes tussen letters (en woordspaties) gelijkmatig vergroten (aanspatiëren) of verkleinen (afspatiëren). In tegenstelling tot gelijkstellen, waarbij de ruimtes opties worden vergroot totdat ze voor het oog gelijk zijn.
spekhaakjes < >
Ook wel punthaakjes genoemd of hoekankers. Andere haakjes zijn: ronde haakje ( ) of parenthesen, de accolade { } en de teksthaakjes [ ] of vierkante haakjes.
spiegel inkt
zeer speciale zeefdrukinkt voor het drukken van een extreem glanzend chrome oppervlak. Gedrukt op coated papier komt het effect overeen met een spiegel.
sponsoring
een persoon of organisatie verleent financiële steun of andere hulp aan een individu, club of instelling, die een zekere prestatie levert - doorgaans voor een groot publiek, in ruil voor activiteiten die de naambekendheid vergroten of versterken en een positief imago opleveren.
spotvernis
het lokaal aanbrengen van een glanslaag op geselecteerde (gedrukte) delen van papier. Een extra sterk effect geeft spotvernis in combinatie met matvernis.
sprekende hoofdregel
running title, regel boven de pagina van een boek, krant, magazine of rapport die de titel van het document of van het hoofdstuk herhaalt.
staalstempeldruk
een vorm drukwerkveredeling middels een vorm van negatieve diepdruktechniek, voor het drukken van letters en afbeeldingen - geen halftonen, met en zonder inkt, in een opliggend reliëf (en een diepliggend reliëf aan de achterzijde), in matte en glanzende inkt. Deze techniek wordt toegepast op bijvoorbeeld klassiek briefpapier, visitekaartjes en waardepapieren (bankpapier). Voor het drukken wordt een staalstempel gebruikt, waarbij een contravorm het papier in de stempel perst, daaruit de inkt meeneemt en gelijktijdig een reliëf in het papier achterlaat.
staartletter
een letter die onder de x-hoogte uithangt, zoals de g, j, p, q, y en het guldenteken.
standee
lifesizer, een reclameobject voor promotionele doeleinden, een vorm van sales promotie of productpresentatie, een zelfstandig staande display met rugsteun, een levensgrote of sterk uitvergrote figuur of afbeelding van bijvoorbeeld een mens, dier of product, vervaardigd uit karton, foambord, kunststof, plaatmateriaal of een combinatie daarvan, en is opgebouwd uit een simpele vlakke poster, maar ook kan bestaan uit een uitgebreid complex driedimensionaal object met bewegende onderdelen en verlichting. Standees zijn bijvoorbeeld te vinden in supermarkten, bioscopen, toonzalen, events, beurzen of als zelfstandig informatiebord.
spuitcabine
kleine ruimte (ongeveer 50x50x50 cm) op tafelhoogte, met mechanische afzuiging en filter, om kleine werkzaamheden met spuitlijm of spuitverf relatief veilig binnenshuis uit te voeren.
spuitlijm
spray mount, niet-giftige lijm in spuitbus, zonder CFK’s, voor het gelijkmatig aanbrengen van een lijmlaag op een groot oppervlak bij layouts, werktekeningen, montages, collages en fotocomposities. Werd veel gebruikt op werktekenstudio’s en reclamebureaus, maar is ongezond en volstrekt ongeschikt om binnenshuis te gebruiken vanwege de hinderlijke bijkomstigheid dat gespoten lijm lang in de lucht blijft hangen, zich door de ruimte verplaatst en in de omgeving neerdaalt op vloeren en trappen en het oppervlak van een lijmlaag voorziet.
stansen
of kappen, een afwerkingstechniek in de drukkerij die ná het drukken plaatsvindt en waarbij met een scherpe, speciaal gemaakte mesvorm grillige, rechte, ronde hoeken en gaten of vrije vormen in drukwerk worden aangebracht. Stansen is een techniek die met grote persing plaatsvindt, bijvoorbeeld op een stanspers, een degelautomaat of een boekdrukpers.
stansmes
speciaal mes waarmee gestanst wordt, het aanbrengen van vrije vormen in papier of karton. In tegenstelling tot stansen is bij het snijden van drukwerk met een snijmachine alleen mogelijk om een zijde tegelijk recht af te snijden.
staartletter
letter die onder de x-hoogte uithangt (g, j, p, etc.).
staartwit
ruimte tussen afdruk en onderzijde van de papierrand. Andere witruimtes worden genoemd: kopwit (tussen de bovenrand en de druk), rugwit (tussen de rug en druk) en snijwit (tussen de druk en de rechter of linker papierrand).
steen
het steen, een stenen of gietijzeren tafel waarop in de boekdrukkerij grote hoogdrukvormen - de drukvellen - worden samengesteld. Het samenstellen heet ’inslaan’ en gebeurt met ’formaatwit’.
stencilen
stencil, stencilen, een reproductietechniek (1940-1970) voor de vermenigvuldiging van pamfletten en vlugschriften. Op basis van een techniek waarbij een waslaag op een moedervel (master) plaatselijk wordt verwijderd waardoor inkt kan worden doorgelaten. Het weghalen van de was gebeurt met een typemachine (zonder inktlint) of met een hard potlood. Het stencilen is vanaf 1970 verdrongen door fotokopiëren.
stencilpapier
cyclostyle papier, wit, pastelkleurig en andere zachte tinten, opdikkend, sterk opzuigend papier, geschikt voor de stencilmachine, een eenvoudige apparatuur die tussen 1940 en 1970 werd ingezet voor het vermenigvuldigen van handschrift of machineschrift.
steunkleur
extra kleur in drukwerk, naast zwart - een extra drukgang. Of een extra drukgang om een kleur te drukken die niet of slecht bereikt wordt door opbouw in FC, in proceskleuren (vierkleurendruk), zoals grijs, oranje, diepblauw, paars en bruin. Ook pasteltinten zijn steunkleuren, evenals neonkleuren (day glow), metallic kleuren en goud en zilver. Voor het drukken van steunkleuren kan gekozen worden uit een van de 1700 PMS-kleuren. De opbouwkleuren met de vier proceskleuren van de Europaschaal (CMYK, Full Colour) worden geen steunkleuren genoemd. Vanaf het jaar 2000 is het drukken in Full Colour steeds goedkoper geworden, door concurrentie en door goedkopere en snellere drukpersen. De laatste jaren zijn ook digitale technieken sterk in opkomst: het drukken en printen in full colour is standaard geworden. Het drukken van steunkleur is daarmee naar de achtergrond verdrongen en komt steeds minder voor. Maar niet alle kleuren kunnen in Full Colour gedrukt worden. Zo’n 75% van de kleuren leent zich daar goed voor, de overige kleuren kunnen redelijk tot matig worden benaderd of lijken er gewoon niet op. Grote instellingen als de ING Bank, drukken hun documenten daarom niet Full Colour, maar in steunkleur; het ING-oranje levert in die techniek maximaal een soort bruin op.
sticker
zelfklever, een papieren, metalen of kunststof drager die aan één zijde zelfklevend is gemaakt en waarop aan de andere zijde een afbeelding is geprint of gedrukt. Printen of drukken is afhankelijk van de gewenste aantallen. Voor enkele stuks of voor kleine oplagen worden stickers geprint met inkjetprinters, voor grotere oplage worden stickers gedrukt in zeefdruk of in offsetdruk. Stickers krijgen doorgaans een nabehandeling waarbij ze worden voorzien van een beschermlaag in de vorm van een UV-coating, tegen de inwerking van schoonmaakmiddelen en zonlicht. Of worden stickers voorzien van een laminaat dat over de sticker wordt aangebracht, een transparant vinyl beschermlaag tegen krassen en slijten.
stokletter
een letter die boven de x-hoogte uitsteekt, zoals de b, d, f, h, k, l en t.
stramien
een stelsel van doorgaans horizontale en verticale lijnen als hulpmiddel voor de ontwerper bij het verzorgen van de layout van pagina-intensieve producties als tijdschriften, boeken en catalogi, waarbij pagina’s grote overeenkomst vertonen als het gaat om zetspiegel, kolommen, marges, posities van koppen, foto’s en andere typografische elementen. Stramienen worden niet alleen gebruikt voor het ontwerpen en specificeren van drukwerk, maar ook voor interieurs, autobelettering en andere ontwerpen waarbij strikte ordening van veel elementen noodzakelijk is om een overzichtelijk, toegankelijk en daardoor esthetisch ontwerp te maken. Doorgaans ontwikkelt de ontwerper van het tijdschrift of boek het stramien nadat het ontwerp is goedgekeurd. Een stramien is een lijnenpatroon dat posities aangeeft voor de linkerpagina en de rechterpagina die voor het ontwerp vast zullen zijn, zoals zetspiegel, marges, kolomhoogte en kolombreedte, kolomwit, regeltransport, eerste regel en laatste regel, paginacijfer. Het stramien wordt gedrukt in lichtblauw of lichtgrijs op stevig papier, waarop de strokenproef van de tekst en kopieën van het beeldmateriaal op eenvoudige wijze worden geplakt - bijvoorbeeld met gluton of met tape. De stramienpagina’s met de layout zijn bedoeld voor de zetterij voor de productie van de filmmontage. Voordat deze productie start kan de opdrachtgever in de gelegenheid worden gesteld de layout te beoordelen.
stolpen
het drukvel roteren over de lange zijde (de x-as) zodat de linker zijde - de aanlegzijde - gehandhaafd blijft; om het papier aan de andere kant te kunnen bedrukken. De drukvorm bij stolpen wordt een stolpvorm genoemd. Andere manieren om het vel te roteren zijn draaien en keren.
strokarton
karton gemaakt van stro, 100 jaar terug de belangrijkste grondstof, voornamelijk geproduceerd in de strokartonfabrieken van Groningen en Friesland. Bij strokarton is de strovezel goed zichtbaar Momenteel is oud papier (recycled papier) de belangrijkste grondstof voor karton.
strokenproef
een papieren afdruk, een fotoprint, een ozalid (een lichtdruk) of fotokopie van zetwerk of een tekstkolom die handmatig - door een handzetter -, machinaal - middels een regelzetmachine - of fotografisch - met een fotozetmachine - is vervaardigd en waarmee het zetwerk kan worden gecontroleerd en gecorrigeerd voor een volgende fase. De strokenproef is onder opmaak, dus zonder bladspiegel en zetspiegel, maar inclusief koppen, tabellen, paginacijfers enzovoorts. De strokenproef is bedoeld om aan de opdrachtgever te worden voorgelegd. Ook wordt de strokenproef gebruikt om een pagina-indeling te maken - een plakproef - die de micromonteur als instructie gebruikt voor de micromontage van pagina’s van bijvoorbeeld een tijdschrift, krant, boek, jaarverslag of brochure.
sublimatie druk
dye sublimation printen, kleurstofdiffusie, een digitale afbeeldingstechniek, een techniek waarbij een afbeelding met hitte (100 graden) en druk in een kunststof wordt vergast en daardoor blijvend wordt ingebakken. Sublimatie-inkt worden met een printkop op een transfervel geprint en samen met het sublimatieobject in de hittepers geplaatst en verandert dan bij een bepaalde temperatuur in gas. Bij het afkoelen sluit het materiaal de inkt op waardoor de afbeelding extreem duurzaam is, krasbestendig en wasbestendig, barst en vervaagt niet. Het beeld bevindt zich niet aan de oppervlakte maar maakt deel uit van het oppervlak. Sublimatiedruk wordt gebruikt bij plastic kaarten, ID-kaarten, papier of textiel., hoesjes voor mobiele telefoons, koffiemokken.
subtractieve kleurmenging
subtractief mengsysteem dat uitgaat van wit papier waar primaire kleuren op worden gedrukt en uiteindelijk zwart oplevert, zoals bij full colour drukwerk waarbij cyaan, magenta en yellow (CMY) bij elkaar gemengd vrijwel zwart oplevert - eerder donker bruin. Uiteindelijk wordt zwart als extra drukgang toegevoegd voor de doortekening en om werkelijk diep zwart te realiseren.
sulfaatkarton
houtvrij gekoetst karton, een productieproces waarbij meerdere verschillende kwaliteiten karton nat in elkaar worden gebracht, dus niet gelijmd. Zogenaamd eenzijdig sulfaatkarton is aan ene zijde glad en aan de andere zijde ruw. Tweezijdig sulfaatkarton is een beide zijde glad uitgevoerd.
surfen
voortbewegen op het internet, van webpagina naar webpagina. Ook wel ’browsen’ genoemd.
Swann Morton mesjes
scalpels, extreem scherp medisch snijgereedschap van carbonstaal dat door ontwerpers, technisch tekenaars en werktekenaars wordt gebruikt voor het uitvoeren van correcties, verwijderen van vlekken uit tekeningen op transparant papier, het snijden en oppakken van tape en het snijden en monteren van zetwerk in werktekeningen.
symmetrie
opbouw van (typografische) elementen waarbij de elementen in het midden onder elkaar staan (op de Y-as). Ook het plaatsen van typografische elementen op de X-as wordt centreren genoemd.