Communicatievraag met een R? Raadpleeg de HSTotaal-woordenlijst!

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van radiocommercial tot rugwit.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

r

radiocommercial

een vorm van reclame, het tegen een tarief aanprijzen van diensten, goederen, standpunten en ervaringen in de vorm van een korte voorstelling in uitsluitend geluid - de radiocommercial. Commercials worden uitgezonden door een radiokanaal - een uitgever, in een zogenaamd blok, een reclameblok, een aaneengesloten set van commercials van meerdere aanbieders. 

RAL

ReichsAusschuss für Lieferbedingungen, een Duits kleurenmengsysteem voor verf, coatings en kunststoffen. De RAL-waaier werd in 1927 geïntroduceerd met 40 standaardkleuren. Naast deze klassieke reeks - de RAL Classic - met 4 cijfers en unieke kleurnamen is er een designreeks met zeven cijfers - zonder vaste naam - en een digitale reeks, RAL Digital, met digitale mengverhoudingen in RGB, CMYK, en Hexadecimaal.

randapparatuur

aan een computer gekoppelde apparatuur voor het verstrekken, ontvangen en verwerken van informatie, zoals printers, plotters, snijplotters, scanners, camera’s, opslagmedia.

raster

een punten-, lijnen- of korrelstructuur in gedrukte halftoonafbeeldingen (foto’s), noodzakelijk om de suggestie van grijs, kleur en zacht verlopende tinten te geven aan foto’s in drukwerk. Grijs wordt in de foto omgezet naar zeer kleine zwarte puntjes die door het blote oog niet afzonderlijk waarneembaar zijn en waardoor de indruk ontstaat van egaal grijs. Raster wordt ook toegepast voor het drukken van effen kleuren door meerdere basiskleuren (de primaire drukkleuren CMYK - blauw, rood, geel en zwart) in verschillende hoeveelheden te mengen. Er zijn twee soorten rasters: AM-rasters en FM-rasters. AM-rasters zijn analoge rasters, waarbij de punten op gelijke afstand van elkaar staan (uitgedrukt in punten per cm l/cm, of dots per inch - dpi), maar waarvan de grootte verschilt waarmee de mate van zwarting van het beeld wordt uitgedrukt. Bij FM-rasters zijn de punten even groot, maar verschillen de onderlinge afstanden.

rastercliché, autotypie

een metalen hoogdrukvorm van een gerasterde afbeelding, in tegenstelling tot een lijncliché - een afbeelding zonder raster, maar met letters, letters en volvlakken. Of een autolijncliché - een cliché met zowel lijnen, letters en volvlakken als gerasterde delen. Clichés worden vervaardigd uit lood, of uit zink of koper plaatmateriaal. Een cliché wordt met kleine spijkers of dubbelzijdig tape op hout, lood of ijzer gemonteerd: een zogenaamde voet of onderlaag waarmee het cliché op de juiste drukhoogte wordt gebracht.

rasterhoeken

rasterstanden, de hoeken waarin de rasters staan van de afzonderlijke drukkleuren bij full colour drukwerk. Full colour drukwerk - vierkleuren drukwerk - wordt opgebouwd uit rasterpunten die in grootte verschillen, maar onderling op gelijke afstand van elkaar staan, gemeten vanuit het centrum van de punten. De vier rasters worden elk onder een andere hoek geplaatst om te voorkomen dat de kleuren óp elkaar worden gedrukt in plaats van naast elkaar en dat er moiré zou ontstaan. De rasterhoeken voor offsetdruk zijn: cyaan 15 graden, magenta 75 graden, geel 0 of 90 graden, zwart 45 of 135 graden. Voor flexografie worden vanwege het raster in de overdrukrol andere hoeken gebruikt om moirévorming te voorkomen. Bij flexografie liggen de hoeken anders: cyaan 67,5 graden, magenta 37,5 graden,  geel 82,5 graden, zwart 7,5 graden,

rasterliniatuur

fijnheid van een raster, wordt uitgedrukt in lijnen per cm (bijvoorbeeld raster 34).

rasteropname

fotografische omzetting van een origineel in een positieve of negatieve film die van een raster is voorzien.  

rasterpercentage

toonwaarde uitgedrukt in een percentage van het drukkende oppervlak dat met inkt - een kleur - is bedrukt door de punten, lijnen of korrel van een raster.

rasterverloop

een verloop, een verloopje, een term voor kleuren (ook zwart) die zeer geleidelijk van licht naar donker lopen (en andersom uiteraard), uitgedrukt in een percentages van die kleur. Een rasterverloop wordt bij het vormgeven van drukwerk op allerlei manieren toegepast. Bijvoorbeeld korte verlopen om een suggestie van diepte of hoogte te geven, lange verlopen bij boekomslagen en affiches voor een groter visueel effect. De komst van de offsetdruk heeft een vrijwel technisch perfect verloop van 100% naar 0% puntgrootte mogelijk gemaakt omdat drukken en niet-drukken op één niveau plaatsvindt en de overgang van beeld naar geen-beeld uitsluitend met inkt plaatsvindt en niet met een metalen drukvorm die met kracht op papier moet worden geperst. In boekdruktechniek was met een hoogdruk rastercliché het maken van een mooi regelmatig en zacht verloop niet mogelijk; het zinken hoogdruk cliché brengt de fysieke grens van drukken (minimaal 7% puntgrootte) en niet-drukken hard in beeld. Daarnaast is het omslagpunt van 50% naar 49% puntgrootte in hoogdruk niet geleidelijk te maken; bij 50% puntgrootte kleven de punten als het ware aan elkaar, bij 49% puntgrootte ’breken’ de punten vrij plotseling los. Bij een volle kleur spreekt men van een dekking van 100% (met 100% puntgrootte), het tegenovergestelde is 0% (met 0% puntgrootte), geen kleur. Een verloop kan ook plaatsvinden tussen twee kleuren. De ene kleur loopt dan van 100% naar 0%, terwijl de andere kleur in dezelfde ruimte van 0% naar 100% loopt, mogelijk in verschillende snelheden. In offset is druktechnisch een rasterpercentage van minder dan 3% puntgrootte niet te drukken. 

realen

een van de lettersoorten volgens de traditionele classificatie (Vox), drukletters ontworpen vanaf het midden van de 18e eeuw, de letters hebben een gelijkmatige dik-dun-verschil, zoals het lettertype Baskerville.

rechtslijnend

achterin lijnen, achterin gelijk, een zetwijze waarbij een tekstkolom een rechte kantlijn heeft aan de rechter zijde. In tegenstelling tot ’voorin lijnen’, ’voorin gelijk’ of ’links lijnend’ waarbij de linker zijde van de tekstkolom een rechte kantlijn heeft. Daarnaast kennen we ook nog drie andere zetwijzen: blokvorm, centreren en vrije regelval.

reclame

een nogal lineaire, doorgaans commerciële vorm van communicatie met het doel potentiële klanten producten of diensten aan te vragen, aan te prijzen, over te halen tot aanschaf van, het promoten van standpunten en ideeën, het bezoeken van locaties of evenementen, het huren of gebruiken van machines, materialen of objecten. Onder reclame valt iedere betaalde openbare aanprijzing van goederen, diensten, denkbeelden en ervaringen door een aanbieder, een afzender, een adverteerder. Reclame kan in de vorm van een commercial die op radio of tv wordt aangeboden, of met een advertentie in kranten, tijdschriften en vakbladen, of via internet en social media. Onder reclame vallen ook folders voor politieke partijen, gesponsorde tweets, of de betaalde aanmoediging van een product door een vlogger of een andere influencer. Andere vormen van reclame zijn telemarketing, sponsoring, verpakkingen, etiketten, direct marketing en buzz marketing en buitenreclame - vlaggen, borden, objecten.

reclamebord

een vorm van buitenreclame, bord van plaatmateriaal met een reclameboodschap, logo of bedrijfsnaam, langs sportvelden, industrieterreinen, bouwwerken, evenementen. Reclameborden hebben doorgaans een liggende, rechthoekige vorm.

reclamebureau Haarlem

een bedrijf in Haarlem dat wordt gevormd door een groep creatieven en adviseurs die zich richt op het ontwikkelen van reclamecampagnes en reclameacties in opdracht van organisatie, bedrijven en overheden. Het reclamebureau heeft een vaste locatie, een kantoor, bureau, werkplaats of atelier, maar het kan ook een virtuele groep zijn, een netwerk zonder fysiek kantoor. Het bureau heeft een centraal aanspreekpunt en een gezamenlijke verantwoordelijkheid, met een naam, veel ervaring en een goede reputatie, een sterk verhaal of aanbod of een andere vorm van een belofte. Een reclamebureau richt zich op het beantwoorden van communicatievragen van opdrachtgevers en doet dat op basis van een meer of minder specifieke expertise, een visie en vaardigheden. Er wordt communicatieadvies gegeven, gewerkt aan strategie en plannen, creatieve concepten, communicatiemiddelen, communicatiedragers en grafische vormgeving, layout, dtp , het ontwerpen van infographics, information design, illustraties, iconen, aan de creatie van beelden, fotografie, film en animatie, zowel offline als online, zowel voor oude als voor nieuwe media. Bijvoorbeeld aan profielen voor LinkedIn en Facebook, de opzet en regie van social mediastrategie en -kalender, websiteontwikkeling, bouw en content, optimalisatie, SEO - Search Engine Optimalisation. En er worden diensten verleend als tekstschrijven en tekstbegeleiding, redigeren, planning, projectmanagement, technische inkoop en productiebegeleiding van leveranciers, budgetbewaking, coaching en begeleiding, helpdesk, instructie en begeleiding medewerkers. Naast het brede reclamebureau, zijn er ook gespecialiseerde bureaus die zich richten op één van de aspecten van de reclame, zoals televisiereclame, buitenreclame, sales promotion of below the line reclame.

reclamemast

een vorm van buitenreclame, staande constructie, drager met een of meer grote vlakken voor reclamedoeleinden, vaak te zien langs snelwegen, industrieterreinen, bedrijventerreinen of bij de stadsentree. Reclamemasten zijn uitgevoerd met een enkel bord - zogenaamde identiteitsborden bij bijvoorbeeld bouwmarkten - of met meerdere vaste borden of met wisselende doeken, waarbij meerdere logo’s of reclameboodschappen gecombineerd worden. Er zijn ook digitale uitvoeringen met een digitaal scherm. 

reclamezuil

een vorm van buitenreclame, een langwerpige staande, gesloten, verlichte, aangelichte of onverlichte constructie uit plaatmateriaal - metaal of kunststof - bord bij een kantoorpand of bedrijfspand met een huisnummer plus een overzicht van de daar gevestigde bedrijven. 

recycled papier

kringlooppapier, papier waarvan de grondstof voor een zeer belangrijk deel (soms meer dan 80%) uit oud papier en papierafval bestaat. Gebruikt papier is niet geschikt voor het maken van dezelfde kwaliteit nieuw papier - de vezels van gerecycled papier zijn korter dan bij nieuw papier en worden naarmate het papier vaker wordt gerecycled steeds korter, oud kunstdrukpapier levert dus geen nieuw kunstdrukpapier op van dezelfde kwaliteit; bij hergebruikte papiervezels zijn ook altijd nieuwe vezels nodig, alleen dan is langdurige kringloop van papier mogelijk. 

regelafstand

of regeltransport, afstand gemeten van de onderzijde van een tekstregel tot de onderzijde van de volgende regel. Deze maat in samenhang met de lettergrootte bepaalt uiteindelijk de ruimte die tussen de regels zit. Interlinie is de term voor extra ruimte die tussen regels wordt geplaatst.

regellengte

ontstaat uit het aantal lettertekens per regel of is een keuze voor een bepaalde breedte. De maat die gekozen is wordt kolombreedte of zetbreedte genoemd.

regeltransport

of regelafstand, afstand gemeten van de onderzijde van de regel tot de onderzijde van de volgende regel. Deze maat in samenhang met de lettergrootte bepaalt uiteindelijk de ruimte die tussen de regels zit en bepaalt in relatie tot de x-hoogte de leesbaarheid van een tekst.

regelval

positie van tekstregels ten opzichte van elkaar. Te onderscheiden zijn blokvorm (rechte linker- en rechterkantlijn, alle regels zijn even lang), centreren (regels in het midden onder elkaar), Engelse regelval (rechte linker kantlijn, of links lijnend), rechtslijnend (rechte rechter kantlijn, of achterin lijnend) en vrije regelval (regels zonder vaste positie ten opzichte van elkaar.

regelzetmachine

machine voor de productie van vaste tekstregels voor hoogdrukzetsel, waarbij het verzamelen van de matrijzen  - door een toetsenbord aan te slaan - en het gieten van de regel in één machine is ondergebracht. Deze machine maakt het eeuwenoude handzetten overbodig. De Linotype en de Intertype zijn de meest succesvolle modellen die tegen het einde van de 19e eeuw zijn geïntroduceerd. De Linotype was een Amerikaanse ontwikkeling van Ottmar Mergenthaler. De machine kwam in 1886 op de markt en werd vooral gebruikt voor het zetten van grote hoeveelheden tekst, zoals voor kranten, tijdschriften en boeken. De Intertype was een vrijwel identieke machine. De opkomst van het fotografisch zetten en de offsetdruk betekende vanaf 1960 het einde van de regelzetmachine in de grafische industrie.

registerteken

een markering op de buitenrand van het drukvel, buiten de afsnede, waarop de drukker de verschillende drukgangen op elkaar past en op juiste positie controleert. Is de positie correct, dan spreekt men van drukwerk dat registert, dat in register staat, van sluitend drukwerk, van drukwerk dat op stand staat en drukwerk dat past; er is dan geen pasverschil. Is er wel een verschil tussen de positie van de drukgangen, dan spreekt men van ’drukken uit register’, dat ’het voor geen meter past’ en spreekt men van een misdruk.

registeren

het ’op elkaar’ drukken van de voor- en achterzijde van een pagina (van een boek) of van een heel drukvel, zodat de tekstregels als het ware tégen elkaar zijn gedrukt en de lezer minder last heeft van het doorschijnen van het papier, dat vooral bij dun papier hinderlijk kan zijn. Registeren is ook het ’naast elkaar drukken’ van kolommen, zodat regels precies op gelijke hoogte naast elkaar staan. Het registeren is een aandachtspunt voor de ontwerper (die de kolommen exact moet positioneren). Niet voor de drukker; die kan de positie van kolommen ten opzichte van elkaar op de drukpers niet aanpassen.

reglet

regletten, metalen - lood, soms aluminium - werkmateriaal van de handzetter dat wordt gebruikt voor het samenstellen van zetwerk voor hoogdrukvormen. Een reglet is een bepaald formaat wit, lager liggend, niet-drukkend deel in een hoogdrukvorm dat wordt gebruikt om de hoger liggende, drukkende delen  - letters, lijnen en clichés - op de juiste positie te brengen en te houden zodat de drukvorm solide bijeen blijft en kan worden ingesloten in het drukraam. Regletten hebben een dikte van 6, 12 en 16 punten, en een maximale lengte van 24 augustijn. Moet een grotere lengte worden gemaakt dan worden langere en kortere regletten tot de juiste lengte gecombineerd.

rekenschijf

analoog hulpmiddel voor het uitvoeren van gecompliceerde berekeningen. De rekenschijf wordt gebruikt door technici in de landmeetkunde, luchtvaart, elektronica en betonconstructie, en door grafisch ontwerpers en werktekenaars om verhoudingen vast te stellen als vergrotings- en verkleiningspercentages bij originelen - foto’s, dia’s, tekeningen - die worden aangeboden voor reproductie in de lithografie.

relatiegeschenk

een geschenk, een cadeau aan een zakenrelaties of aan het eigen personeel, vanwege het bevestigen van de relatie of vanwege een speciale gelegenheid, bijvoorbeeld om relaties te bedanken voor hun trouw en inzet, vanwege het bereiken van een bepaalde omzet of bijvoorbeeld vanwege een jubileum. Op een relatiegeschenk wordt vaak het logo van het bedrijf afgedrukt dat het geschenk cadeau doet. Relatiegeschenken zijn er in allerlei soorten en maten, zoals de traditionele fles wijn, of een pen, maar ook boeken, T-shirts, petten en cadeaubonnen. Het aanbrengen van logo’s op relatiegeschenken wordt gewerkt met verschillende technieken, zoals transferdruk, tampondruk, lasergraveren en borduren - een gebruikelijke techniek bij kleding. Digitaal printen is ook een ideale techniek, vooral voor het drukken in full colour en bij het bedrukken van kleine oplagen. Desktop-artikelen zijn relatiegeschenken voor op de desktop, de tafel: schrijfgerei, notitiepapier, pennen enz. Het valt ook onder het assortiment van een verkoper van relatiegeschenken.

relatiemagazine

corporate magazine, periodiek, tijdschrift of magazine, een regelmatig te verschijnen (frequent, of als gelegenheidsmagazine of themamagazine) gedrukte of digitale uitgave, een gebundelde verzameling (een magazijn vol verhalen) artikelen - interviews, foto’s, columns - geschreven, vormgegeven, gedrukt en verspreid door een organisatie, bedrijf of instelling om onder eigen regie interne - medewerkers - of externe doelgroepen - klanten, leveranciers, prospects - te informeren, met als doel een relatie aan te gaan, te verdiepen en te versterken, uit te laten groeien tot naar zelfs maximaal een partnership. Het relatiemagazine is dus geen doel op zich, het draait om brand loyalty, customer loyalty en is een vorm van reputatiemanagement. De naam relatiemagazine is een passender aanduiding dan het verouderde bedrijfsblad, uit de periode dat bedrijven een meer instrumentele benadering hadden van de doelgroep. Eenvoudige, gedrukte bedrijfsbladen hebben een omvang van minimaal acht pagina’s A4; het meest efficiënte formaat op een drukpers, en geniet gebrocheerd. Maar er zijn omvangrijke bladen die zijn uitgedost als een glossy; afwijkend formaat, gelakt omslag, tot 200 pagina’s dik, sterk vormgegeven en ondersteund met hoogwaardige fotografie en illustraties.

reliëfdruk

thermodruk, paramount, een druktechniek met een sterk opdikkend effect van drukinkt, waarbij de drukkende delen op het papier komen te liggen. Drukwerk met nog natte drukinkt wordt met kunstharspoeder bestrooid waardoor deze achterblijft op de natte inkt en direct door de oven wordt gevoerd waarin het poeder in enkele seconden tussen de 900 en 1300 graden wordt verhit en sterk opzwelt in de kleur van de drukinkt. Alle kleuren (alle PMS-kleuren) zijn mogelijk. Ook geschikt voor fijne teksten en logo’s.

reliëf inkt

zeefdrukinkt waarvan de afdruk een tastbare en zichtbare verhoging op het papier geeft, vergelijkbaar met blindpreeg. Wordt toegepast bij reclamedrukwerk, maar ook bij veiligheidspictogrammen voor blinden en slechtzienden.

reprocamera

reproductiecamera, fotoapparatuur in de donkere kamer van een drukkerij of ontwerpstudio, als onderdeel van het lithoproces van drukwerkvoorbereiding, voor het reproduceren van opzichtmodellen (werktekeningen) en doorzichtmodellen (filmmontages), bestaande uit een modellenbord met glasplaat voor het vlak houden van de modellen, een objectief dat het beeld projecteert op het repromateriaal, en de filmhouder die het repromateriaal (film of papier) op positie houdt.

reproductie

een originele afbeelding vermenigvuldigen, of een exacte weergave van het origineel in een andere vorm, bijvoorbeeld digitaal: een reproductie van de Zonnebloemen van Van Gogh.

reproductietekeningen

handmatig vervaardigde papieren zwart-wit opzichtmodellen, samengesteld uit handmatig getrokken lijnen, getekende vlakken en vrije vormen, papier afdrukken - stroken - tekst, afwrijfletters, fotoprints van logo’s en afbeeldingen, Ulano-folie als fotokaders en gemonteerd op zwaar papier of karton, in de fase van drukwerkvoorbereiding als halffabricaat voor de lithografie.

reprografie

de eerste bewerking van originelen als onderdeel van het lithoproces en de drukwerkvoorbereiding, waarbij met behulp van een reprocamera opzichtmodellen (foto’s, werktekeningen) en doorzichtmodellen (dia’s, filmmontages) worden gefotografeerd en tot negatieffilm worden gebracht voor verdere bewerking. Doorgaans worden de negatieven met filters en rasters omgezet naar kleurscheidingen voor vierkleuren drukwerk (cyaan, magenta, yellow en key (black).

retina

merknaam voor de hoge resolutieschermen van Apple-apparatuur. Beeldschermen hebben doorgaans een resolutie van 72 PPI (pixels per inch), zoals bijvoorbeeld de beeldschermen van Apple in 1984. Inmiddels rust Apple de hardware uit met schermen van hogere resolutie waardoor pixels met het blote oog niet zichtbaar zijn: iPhone 325 PPI, iPad 264, MacBook 227 PPI en iMac 217 PPI.

retoucheren

het bijwerken van beschadigingen, onregelmatigheden en onjuistheden in een origineel. Kan handmatig geschieden, maar ook met digitale manipulatie op lithografische computers, of met een programma’s als Adobe Photoshop. Photoshop leent zich ook voor grotere ingrepen en montages; dat wordt beeldbewerking genoemd.

resolutie

aanduiding van de kwaliteit en fijnheid van een digitale afbeelding (camera) of uitvoerkwaliteit van een apparaat (een printer), uitgedrukt in dots per inch (DPI).

responsive

responsive webdesign, ook wel RWD, websites die zich aanpassen aan het schermgrootte, resolutie en schermstand - staand of liggend - van het device waarmee een bezoeker de website bekijkt, zowel desktop, tablet staand of liggend, en smartphone staand of liggend. Voor de verschillende devices en resoluties worden geen verschillende websites gebouwd. Slecht één website wordt gebouwd, waarbij de vormgeving zich aanpast en de bezoeker aan de website een optimale vormgeving én ervaring heeft - de bezoeker ervaart bij het schakelen tussen de verschillende devices slechts één website. De vormgeving schaalt mee, de ordening van velden en vlakken verandert, de elementen worden kleiner en groter getoond, óf de elementen worden niet of op een andere positie getoond.

revisieproef

een controlemodel in de fase van drukwerkvoorbereiding, een papieren print of afdruk van een zojuist gecorrigeerde proef. De revisieproef volgt doorgaans op een eerdere proef, bijvoorbeeld de opmaakproef. Indien de opdrachtgever met de opmaakproef niet direct akkoord gaat - wat vanwege de complexiteit en details van vormgeving nauwelijks mogelijk is - is een tweede meestal nodig, vaak zelfs een derde revisieproef.

RGB

schermafhankelijke kleuren, driekleurensysteem op basis van rood, groen en blauw - RGB - dat gebruikt wordt bij beeldschermen of digitale bestanden. Uit de drie kleuren kunnen alle andere kleuren samengesteld worden.

riem

een riem papier telt 500 vel, soms ook 480 vel. Een riem papier wordt verdeeld in boeken. Er gaan 20 boeken in een riem; ieder boek telt dus 25 of 24 bladen. 

rillen

een ril aanbrengen, met messing lijnen wordt papier (vanaf 170 g/m2) of karton aan de binnenzijde van de vouw in een contragroef geperst, zodat het recht en gemakkelijk kan worden gevouwen zonder het papier of de druk te breken. Juist ook bij digitaal drukwerk is rillen nodig, omdat de toner sterk aan het papieroppervlak is gefixeerd en daardoor makkelijk kan breken.

ringband

een opbergmap van stevig karton, waarvan de buitenzijde is omplakt met beschermende kunststof (gelamineerd) of met bedrukt papier, aan de binnenzijde in de rug voorzien van een metalen of kunststof mechaniek met 2, 4, 17 of 23 ringen, voor het opbergen van A5-, A4 of soms A3-documenten en brochures.

RIP

Raster Image Processor, een fase in de drukwerkvoorbereiding waarin het digitale Postscript-bestand van een DTP-pakket wordt omgezet naar een raster image - een gerasterde bitmap afbeelding waarmee bijvoorbeeld een papierprinter of filmbelichter kunnen worden aangestuurd. Een bitmap is een zwart-wit vertaling van een halftoon die nodig is om te kunnen drukken en waarbij elke pixel in het bestand, waarvan de grootte afhankelijk is van de resolutie van de output van de belichter,  in- of uit geschakeld wordt. Het omzetten - het zogenaamde renderen gebeurde aanvankelijk op een aparte computer - een hardware-RIP, voor elk type filmbelichter een aparte RIP. Later is voor de RIP een softwareoplossing gekomen - de zogenaamde software-RIP, een gewone computer met speciale RIP-software. 

ritsen

het gedeeltelijk - tot halverwege - doorsnijden van het papier of karton met een snijlijn, om het makkelijk en recht te kunnen vouwen, zonder het materiaal te breken. Wordt ook toegepast bij zelfklevend materiaal waarbij de drager half wordt doorgesneden om het etiket makkelijker te scheiden van de drager.

rollend materieel

alles dat rijdt: auto’s, veeg- en vuilniswagens, transportkarren, grasmachines.

rollensysteem

rollen op de drukpers die zorgen voor het transport en de overdracht van de inkt tussen de inktbak en de drukvorm en voor de gelijkmatige verdeling van de inkt over de drukvorm. Een rollensysteem telt meerdere rollen, elk met een specifieke functie, waaronder de inktbakrol, de likrol of inktlikrol, de opdraagrol of inktopdraagrol, de rubberrol, de ruiterrol, de tussenrollen, de verdeelrol, de distributiecilinder, de chroomwals en de verwrijfcilinder. 

roll-up banner

staand formaat doekmateriaal in een frame, waardoor de banner met behulp van een rugmast keurig gespannen, zelfstandig in de vrije ruimte kan staan. Formaten zijn beschikbaar in diverse verhoudingen, van 40 cm x 2 meter, tot 3 x 2 meter. De banner kan binnen enkele minuten worden opgezet, maar ook zeer compact kan worden vervoerd in een cassette en worden opgeslagen. Roll-up banners worden ingezet voor reclamedoeleinden, bij evenementen, beurzen, workshops en zijn vooral bedoeld voor binnen gebruik, hoewel voor buitengebruik verzwarende elementen beschikbaar zijn en regenbestendig doek. Roll up banners zijn bedrukt met logo’s, reclameteksten en reclameafbeeldingen. Bedrukking vindt plaats door zeefdruk – bij zeer grote oplagen, maar ook middels digitale printtechniek, zoals inkjetprint, die een zeer hoogwaardige kwaliteit levert en bij uitstek geschikt – en betaalbaar – is voor één of enkele stuks. Roll up banners worden door veel leveranciers aangeboden, in wisselende kwaliteiten. De goedkopere aanbiedingen zijn kwetsbaar bij regelmatig gebruik.

romandruk

houthoudend of houtvrij, nogal opdikkend mat, ongestreken papier voor boeken, met name romans en andere leesboeken. Wordt geproduceerd in verschillende tinten wit en crème.

romein

benaming voor rechtopstaande letters in een ’normale’ dikte, in tegenstelling tot cursief (schuinstaande letters).

rondhoeken

de rechte hoek ná het drukken van het papier te verwijderen, door met een scherpe beitel machinaal of handmatig de hoek af te ronden. Ronde hoeken kunnen ook gemaakt worden door met een stansmes het drukwerk in een keer - zonder hoeken - uit het papier te halen. 

rotatieoffset

rollenoffset, druktechniek voor het bedrukken van papier op rollen in plaats van vellen (vellenoffset), inzetbaar bij oplagen vanaf 10.000 exemplaren, voor tijdschriften en kranten. Rotatieoffsetpersen verwerken papier vanaf 39 g/m2 en maximaal 115 g/m2 en zijn aangesloten op machinestraten voor afwerking (snijden, vouwen, vergaren, nieten). Rotatieoffset is te herkennen aan de hoge glans van het drukwerk. 

rotatiepers

een drukpers waarbij het te bedrukken materiaal in rollen verwerkt wordt, in tegenstelling tot een vellenpers die papier vel voor vel bedrukt. Een rotatiepers wordt toegepast bij hoogdruk - alle kranten werden gedrukt op hoogdruk rotatiepersen, bij offset - tijdschriften worden doorgaans in grote oplage in rotatieoffset gedrukt, en bij diepdruk - bij zeer hoge oplage wordt gedrukt in diepdruk, rotogravure techniek. Na bedrukking kunnen de rollen in-line (een doorlopend proces na het drukken) verwerkt worden tot afzonderlijke vellen en katernen. Vooral voor grote oplagen.

roteren

draaien, keren of stolpen, het papier over respectievelijk de Z-as, de Y-as of de X-as roteren om het opnieuw door de drukpers te voeren voor een volgende drukgang.

rotogravure

rotatiedrukprocedé, rasterdiepdruk, waarbij in grote koperen cilinders de drukkende partijen als minuscule, verdiepte napjes zijn aangebracht (geëtst), waarin zich drukinkt bevindt en het papier met grote kracht tegenaan wordt gedrukt die de inkt uit de napjes trekt. Diepdruk is een drukprocedé met grote snelheid voor extreem grote oplagen - vanaf oplagen van 300.000 stuks, zoals tijdschriften, postzegels en verpakkingen. 

Rotring pen

technische tekenpen als hulpmiddel bij het vervaardigen van werktekeningen en technische tekeningen, het ’trekken’ van zwarte lijnen op papier met inkt in een bepaalde dikte. Voor elke dikte is een aparte pen nodig: 0,1 mm, 0,18 mm, 0,25 mm enzovoorts, tot 2,0 mm. Een ander merk tekenpen is Rapidograph.

rubbercement

fotolijm, voor het veilig hechten van papier en foto’s. Is een veilige lijmsoort bij het maken van werktekeningen voor de grafische industrie omdat de werktekenaar de vastgezette tekststroken en koppen met rubbercementverdunner kan verwijderen. Rubbercement is een zogenaamde drooglijm: nadat het oplosmiddel is verdampt, blijft het ’rubber’ achter, voor een sterke en flexibele binding. Kan eenzijdig worden aangebracht op de drager (zwak klevend), of tweezijdig - ook op het object (sterk klevend). Te verwijderen met rubbercementverdunner.

rubbercementverdunner

materiaal voor de werktekenaar, oplosmiddel om rubbercement (fotolijm) veilig te verdunnen en te verwijderen. 

rubber inkt

een speciale zeefdrukinkt met de look & feel van rubber. De inkt is zeer stroef, heeft het gevoel van natuurrubber en wordt over het hele drukvel in een geheel transparante  laag aangebracht. 

running title

sprekende hoofdregel, regel boven de pagina van een boek of rapport die de titel van het document of van het hoofdstuk herhaalt. 

rug

de gesloten zijde van een boek of brochure, waar de katernen zijn vastgezet, genaaid of gelijmd. Bij meerdere katernen heeft de rug een dikte - de rugdikte. 

rugtitel

de titel van het boek (soms de naam van de auteur, de naam of het logo van de uitgever) op de rug van een boek. Voor een titel of voor een andere vermelding is wel een minimale dikte nodig. Ook voor het maken van een rug is een minimale dikte nodig van 3,5 mm binnenwerk, minimaal 32-40 pagina’s.

rugwit

rugmarge, vaste onbedrukte ruimte in een boek of brochure, tussen de afdruk op de pagina en de vouw in de rug. Andere witruimtes worden genoemd: kopwit (tussen de bovenrand en de druk), staartwit (aan de onderzijde) en snijwit (tussen de druk en de rechter of linker papierrand).

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van radiocommercial tot rugwit.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

r

radiocommercial

een vorm van reclame, het tegen een tarief aanprijzen van diensten, goederen, standpunten en ervaringen in de vorm van een korte voorstelling in uitsluitend geluid - de radiocommercial. Commercials worden uitgezonden door een radiokanaal - een uitgever, in een zogenaamd blok, een reclameblok, een aaneengesloten set van commercials van meerdere aanbieders. 

RAL

ReichsAusschuss für Lieferbedingungen, een Duits kleurenmengsysteem voor verf, coatings en kunststoffen. De RAL-waaier werd in 1927 geïntroduceerd met 40 standaardkleuren. Naast deze klassieke reeks - de RAL Classic - met 4 cijfers en unieke kleurnamen is er een designreeks met zeven cijfers - zonder vaste naam - en een digitale reeks, RAL Digital, met digitale mengverhoudingen in RGB, CMYK, en Hexadecimaal.

randapparatuur

aan een computer gekoppelde apparatuur voor het verstrekken, ontvangen en verwerken van informatie, zoals printers, plotters, snijplotters, scanners, camera’s, opslagmedia.

raster

een punten-, lijnen- of korrelstructuur in gedrukte halftoonafbeeldingen (foto’s), noodzakelijk om de suggestie van grijs, kleur en zacht verlopende tinten te geven aan foto’s in drukwerk. Grijs wordt in de foto omgezet naar zeer kleine zwarte puntjes die door het blote oog niet afzonderlijk waarneembaar zijn en waardoor de indruk ontstaat van egaal grijs. Raster wordt ook toegepast voor het drukken van effen kleuren door meerdere basiskleuren (de primaire drukkleuren CMYK - blauw, rood, geel en zwart) in verschillende hoeveelheden te mengen. Er zijn twee soorten rasters: AM-rasters en FM-rasters. AM-rasters zijn analoge rasters, waarbij de punten op gelijke afstand van elkaar staan (uitgedrukt in punten per cm l/cm, of dots per inch - dpi), maar waarvan de grootte verschilt waarmee de mate van zwarting van het beeld wordt uitgedrukt. Bij FM-rasters zijn de punten even groot, maar verschillen de onderlinge afstanden.

rastercliché, autotypie

een metalen hoogdrukvorm van een gerasterde afbeelding, in tegenstelling tot een lijncliché - een afbeelding zonder raster, maar met letters, letters en volvlakken. Of een autolijncliché - een cliché met zowel lijnen, letters en volvlakken als gerasterde delen. Clichés worden vervaardigd uit lood, of uit zink of koper plaatmateriaal. Een cliché wordt met kleine spijkers of dubbelzijdig tape op hout, lood of ijzer gemonteerd: een zogenaamde voet of onderlaag waarmee het cliché op de juiste drukhoogte wordt gebracht.

rasterhoeken

rasterstanden, de hoeken waarin de rasters staan van de afzonderlijke drukkleuren bij full colour drukwerk. Full colour drukwerk - vierkleuren drukwerk - wordt opgebouwd uit rasterpunten die in grootte verschillen, maar onderling op gelijke afstand van elkaar staan, gemeten vanuit het centrum van de punten. De vier rasters worden elk onder een andere hoek geplaatst om te voorkomen dat de kleuren óp elkaar worden gedrukt in plaats van naast elkaar en dat er moiré zou ontstaan. De rasterhoeken voor offsetdruk zijn: cyaan 15 graden, magenta 75 graden, geel 0 of 90 graden, zwart 45 of 135 graden. Voor flexografie worden vanwege het raster in de overdrukrol andere hoeken gebruikt om moirévorming te voorkomen. Bij flexografie liggen de hoeken anders: cyaan 67,5 graden, magenta 37,5 graden,  geel 82,5 graden, zwart 7,5 graden,

rasterliniatuur

fijnheid van een raster, wordt uitgedrukt in lijnen per cm (bijvoorbeeld raster 34).

rasteropname

fotografische omzetting van een origineel in een positieve of negatieve film die van een raster is voorzien.  

rasterpercentage

toonwaarde uitgedrukt in een percentage van het drukkende oppervlak dat met inkt - een kleur - is bedrukt door de punten, lijnen of korrel van een raster.

rasterverloop

een verloop, een verloopje, een term voor kleuren (ook zwart) die zeer geleidelijk van licht naar donker lopen (en andersom uiteraard), uitgedrukt in een percentages van die kleur. Een rasterverloop wordt bij het vormgeven van drukwerk op allerlei manieren toegepast. Bijvoorbeeld korte verlopen om een suggestie van diepte of hoogte te geven, lange verlopen bij boekomslagen en affiches voor een groter visueel effect. De komst van de offsetdruk heeft een vrijwel technisch perfect verloop van 100% naar 0% puntgrootte mogelijk gemaakt omdat drukken en niet-drukken op één niveau plaatsvindt en de overgang van beeld naar geen-beeld uitsluitend met inkt plaatsvindt en niet met een metalen drukvorm die met kracht op papier moet worden geperst. In boekdruktechniek was met een hoogdruk rastercliché het maken van een mooi regelmatig en zacht verloop niet mogelijk; het zinken hoogdruk cliché brengt de fysieke grens van drukken (minimaal 7% puntgrootte) en niet-drukken hard in beeld. Daarnaast is het omslagpunt van 50% naar 49% puntgrootte in hoogdruk niet geleidelijk te maken; bij 50% puntgrootte kleven de punten als het ware aan elkaar, bij 49% puntgrootte ’breken’ de punten vrij plotseling los. Bij een volle kleur spreekt men van een dekking van 100% (met 100% puntgrootte), het tegenovergestelde is 0% (met 0% puntgrootte), geen kleur. Een verloop kan ook plaatsvinden tussen twee kleuren. De ene kleur loopt dan van 100% naar 0%, terwijl de andere kleur in dezelfde ruimte van 0% naar 100% loopt, mogelijk in verschillende snelheden. In offset is druktechnisch een rasterpercentage van minder dan 3% puntgrootte niet te drukken. 

realen

een van de lettersoorten volgens de traditionele classificatie (Vox), drukletters ontworpen vanaf het midden van de 18e eeuw, de letters hebben een gelijkmatige dik-dun-verschil, zoals het lettertype Baskerville.

rechtslijnend

achterin lijnen, achterin gelijk, een zetwijze waarbij een tekstkolom een rechte kantlijn heeft aan de rechter zijde. In tegenstelling tot ’voorin lijnen’, ’voorin gelijk’ of ’links lijnend’ waarbij de linker zijde van de tekstkolom een rechte kantlijn heeft. Daarnaast kennen we ook nog drie andere zetwijzen: blokvorm, centreren en vrije regelval.

reclame

een nogal lineaire, doorgaans commerciële vorm van communicatie met het doel potentiële klanten producten of diensten aan te vragen, aan te prijzen, over te halen tot aanschaf van, het promoten van standpunten en ideeën, het bezoeken van locaties of evenementen, het huren of gebruiken van machines, materialen of objecten. Onder reclame valt iedere betaalde openbare aanprijzing van goederen, diensten, denkbeelden en ervaringen door een aanbieder, een afzender, een adverteerder. Reclame kan in de vorm van een commercial die op radio of tv wordt aangeboden, of met een advertentie in kranten, tijdschriften en vakbladen, of via internet en social media. Onder reclame vallen ook folders voor politieke partijen, gesponsorde tweets, of de betaalde aanmoediging van een product door een vlogger of een andere influencer. Andere vormen van reclame zijn telemarketing, sponsoring, verpakkingen, etiketten, direct marketing en buzz marketing en buitenreclame - vlaggen, borden, objecten.

reclamebord

een vorm van buitenreclame, bord van plaatmateriaal met een reclameboodschap, logo of bedrijfsnaam, langs sportvelden, industrieterreinen, bouwwerken, evenementen. Reclameborden hebben doorgaans een liggende, rechthoekige vorm.

reclamebureau Haarlem

een bedrijf in Haarlem dat wordt gevormd door een groep creatieven en adviseurs die zich richt op het ontwikkelen van reclamecampagnes en reclameacties in opdracht van organisatie, bedrijven en overheden. Het reclamebureau heeft een vaste locatie, een kantoor, bureau, werkplaats of atelier, maar het kan ook een virtuele groep zijn, een netwerk zonder fysiek kantoor. Het bureau heeft een centraal aanspreekpunt en een gezamenlijke verantwoordelijkheid, met een naam, veel ervaring en een goede reputatie, een sterk verhaal of aanbod of een andere vorm van een belofte. Een reclamebureau richt zich op het beantwoorden van communicatievragen van opdrachtgevers en doet dat op basis van een meer of minder specifieke expertise, een visie en vaardigheden. Er wordt communicatieadvies gegeven, gewerkt aan strategie en plannen, creatieve concepten, communicatiemiddelen, communicatiedragers en grafische vormgeving, layout, dtp , het ontwerpen van infographics, information design, illustraties, iconen, aan de creatie van beelden, fotografie, film en animatie, zowel offline als online, zowel voor oude als voor nieuwe media. Bijvoorbeeld aan profielen voor LinkedIn en Facebook, de opzet en regie van social mediastrategie en -kalender, websiteontwikkeling, bouw en content, optimalisatie, SEO - Search Engine Optimalisation. En er worden diensten verleend als tekstschrijven en tekstbegeleiding, redigeren, planning, projectmanagement, technische inkoop en productiebegeleiding van leveranciers, budgetbewaking, coaching en begeleiding, helpdesk, instructie en begeleiding medewerkers. Naast het brede reclamebureau, zijn er ook gespecialiseerde bureaus die zich richten op één van de aspecten van de reclame, zoals televisiereclame, buitenreclame, sales promotion of below the line reclame.

reclamemast

een vorm van buitenreclame, staande constructie, drager met een of meer grote vlakken voor reclamedoeleinden, vaak te zien langs snelwegen, industrieterreinen, bedrijventerreinen of bij de stadsentree. Reclamemasten zijn uitgevoerd met een enkel bord - zogenaamde identiteitsborden bij bijvoorbeeld bouwmarkten - of met meerdere vaste borden of met wisselende doeken, waarbij meerdere logo’s of reclameboodschappen gecombineerd worden. Er zijn ook digitale uitvoeringen met een digitaal scherm. 

reclamezuil

een vorm van buitenreclame, een langwerpige staande, gesloten, verlichte, aangelichte of onverlichte constructie uit plaatmateriaal - metaal of kunststof - bord bij een kantoorpand of bedrijfspand met een huisnummer plus een overzicht van de daar gevestigde bedrijven. 

recycled papier

kringlooppapier, papier waarvan de grondstof voor een zeer belangrijk deel (soms meer dan 80%) uit oud papier en papierafval bestaat. Gebruikt papier is niet geschikt voor het maken van dezelfde kwaliteit nieuw papier - de vezels van gerecycled papier zijn korter dan bij nieuw papier en worden naarmate het papier vaker wordt gerecycled steeds korter, oud kunstdrukpapier levert dus geen nieuw kunstdrukpapier op van dezelfde kwaliteit; bij hergebruikte papiervezels zijn ook altijd nieuwe vezels nodig, alleen dan is langdurige kringloop van papier mogelijk. 

regelafstand

of regeltransport, afstand gemeten van de onderzijde van een tekstregel tot de onderzijde van de volgende regel. Deze maat in samenhang met de lettergrootte bepaalt uiteindelijk de ruimte die tussen de regels zit. Interlinie is de term voor extra ruimte die tussen regels wordt geplaatst.

regellengte

ontstaat uit het aantal lettertekens per regel of is een keuze voor een bepaalde breedte. De maat die gekozen is wordt kolombreedte of zetbreedte genoemd.

regeltransport

of regelafstand, afstand gemeten van de onderzijde van de regel tot de onderzijde van de volgende regel. Deze maat in samenhang met de lettergrootte bepaalt uiteindelijk de ruimte die tussen de regels zit en bepaalt in relatie tot de x-hoogte de leesbaarheid van een tekst.

regelval

positie van tekstregels ten opzichte van elkaar. Te onderscheiden zijn blokvorm (rechte linker- en rechterkantlijn, alle regels zijn even lang), centreren (regels in het midden onder elkaar), Engelse regelval (rechte linker kantlijn, of links lijnend), rechtslijnend (rechte rechter kantlijn, of achterin lijnend) en vrije regelval (regels zonder vaste positie ten opzichte van elkaar.

regelzetmachine

machine voor de productie van vaste tekstregels voor hoogdrukzetsel, waarbij het verzamelen van de matrijzen  - door een toetsenbord aan te slaan - en het gieten van de regel in één machine is ondergebracht. Deze machine maakt het eeuwenoude handzetten overbodig. De Linotype en de Intertype zijn de meest succesvolle modellen die tegen het einde van de 19e eeuw zijn geïntroduceerd. De Linotype was een Amerikaanse ontwikkeling van Ottmar Mergenthaler. De machine kwam in 1886 op de markt en werd vooral gebruikt voor het zetten van grote hoeveelheden tekst, zoals voor kranten, tijdschriften en boeken. De Intertype was een vrijwel identieke machine. De opkomst van het fotografisch zetten en de offsetdruk betekende vanaf 1960 het einde van de regelzetmachine in de grafische industrie.

registerteken

een markering op de buitenrand van het drukvel, buiten de afsnede, waarop de drukker de verschillende drukgangen op elkaar past en op juiste positie controleert. Is de positie correct, dan spreekt men van drukwerk dat registert, dat in register staat, van sluitend drukwerk, van drukwerk dat op stand staat en drukwerk dat past; er is dan geen pasverschil. Is er wel een verschil tussen de positie van de drukgangen, dan spreekt men van ’drukken uit register’, dat ’het voor geen meter past’ en spreekt men van een misdruk.

registeren

het ’op elkaar’ drukken van de voor- en achterzijde van een pagina (van een boek) of van een heel drukvel, zodat de tekstregels als het ware tégen elkaar zijn gedrukt en de lezer minder last heeft van het doorschijnen van het papier, dat vooral bij dun papier hinderlijk kan zijn. Registeren is ook het ’naast elkaar drukken’ van kolommen, zodat regels precies op gelijke hoogte naast elkaar staan. Het registeren is een aandachtspunt voor de ontwerper (die de kolommen exact moet positioneren). Niet voor de drukker; die kan de positie van kolommen ten opzichte van elkaar op de drukpers niet aanpassen.

reglet

regletten, metalen - lood, soms aluminium - werkmateriaal van de handzetter dat wordt gebruikt voor het samenstellen van zetwerk voor hoogdrukvormen. Een reglet is een bepaald formaat wit, lager liggend, niet-drukkend deel in een hoogdrukvorm dat wordt gebruikt om de hoger liggende, drukkende delen  - letters, lijnen en clichés - op de juiste positie te brengen en te houden zodat de drukvorm solide bijeen blijft en kan worden ingesloten in het drukraam. Regletten hebben een dikte van 6, 12 en 16 punten, en een maximale lengte van 24 augustijn. Moet een grotere lengte worden gemaakt dan worden langere en kortere regletten tot de juiste lengte gecombineerd.

rekenschijf

analoog hulpmiddel voor het uitvoeren van gecompliceerde berekeningen. De rekenschijf wordt gebruikt door technici in de landmeetkunde, luchtvaart, elektronica en betonconstructie, en door grafisch ontwerpers en werktekenaars om verhoudingen vast te stellen als vergrotings- en verkleiningspercentages bij originelen - foto’s, dia’s, tekeningen - die worden aangeboden voor reproductie in de lithografie.

relatiegeschenk

een geschenk, een cadeau aan een zakenrelaties of aan het eigen personeel, vanwege het bevestigen van de relatie of vanwege een speciale gelegenheid, bijvoorbeeld om relaties te bedanken voor hun trouw en inzet, vanwege het bereiken van een bepaalde omzet of bijvoorbeeld vanwege een jubileum. Op een relatiegeschenk wordt vaak het logo van het bedrijf afgedrukt dat het geschenk cadeau doet. Relatiegeschenken zijn er in allerlei soorten en maten, zoals de traditionele fles wijn, of een pen, maar ook boeken, T-shirts, petten en cadeaubonnen. Het aanbrengen van logo’s op relatiegeschenken wordt gewerkt met verschillende technieken, zoals transferdruk, tampondruk, lasergraveren en borduren - een gebruikelijke techniek bij kleding. Digitaal printen is ook een ideale techniek, vooral voor het drukken in full colour en bij het bedrukken van kleine oplagen. Desktop-artikelen zijn relatiegeschenken voor op de desktop, de tafel: schrijfgerei, notitiepapier, pennen enz. Het valt ook onder het assortiment van een verkoper van relatiegeschenken.

relatiemagazine

corporate magazine, periodiek, tijdschrift of magazine, een regelmatig te verschijnen (frequent, of als gelegenheidsmagazine of themamagazine) gedrukte of digitale uitgave, een gebundelde verzameling (een magazijn vol verhalen) artikelen - interviews, foto’s, columns - geschreven, vormgegeven, gedrukt en verspreid door een organisatie, bedrijf of instelling om onder eigen regie interne - medewerkers - of externe doelgroepen - klanten, leveranciers, prospects - te informeren, met als doel een relatie aan te gaan, te verdiepen en te versterken, uit te laten groeien tot naar zelfs maximaal een partnership. Het relatiemagazine is dus geen doel op zich, het draait om brand loyalty, customer loyalty en is een vorm van reputatiemanagement. De naam relatiemagazine is een passender aanduiding dan het verouderde bedrijfsblad, uit de periode dat bedrijven een meer instrumentele benadering hadden van de doelgroep. Eenvoudige, gedrukte bedrijfsbladen hebben een omvang van minimaal acht pagina’s A4; het meest efficiënte formaat op een drukpers, en geniet gebrocheerd. Maar er zijn omvangrijke bladen die zijn uitgedost als een glossy; afwijkend formaat, gelakt omslag, tot 200 pagina’s dik, sterk vormgegeven en ondersteund met hoogwaardige fotografie en illustraties.

reliëfdruk

thermodruk, paramount, een druktechniek met een sterk opdikkend effect van drukinkt, waarbij de drukkende delen op het papier komen te liggen. Drukwerk met nog natte drukinkt wordt met kunstharspoeder bestrooid waardoor deze achterblijft op de natte inkt en direct door de oven wordt gevoerd waarin het poeder in enkele seconden tussen de 900 en 1300 graden wordt verhit en sterk opzwelt in de kleur van de drukinkt. Alle kleuren (alle PMS-kleuren) zijn mogelijk. Ook geschikt voor fijne teksten en logo’s.

reliëf inkt

zeefdrukinkt waarvan de afdruk een tastbare en zichtbare verhoging op het papier geeft, vergelijkbaar met blindpreeg. Wordt toegepast bij reclamedrukwerk, maar ook bij veiligheidspictogrammen voor blinden en slechtzienden.

reprocamera

reproductiecamera, fotoapparatuur in de donkere kamer van een drukkerij of ontwerpstudio, als onderdeel van het lithoproces van drukwerkvoorbereiding, voor het reproduceren van opzichtmodellen (werktekeningen) en doorzichtmodellen (filmmontages), bestaande uit een modellenbord met glasplaat voor het vlak houden van de modellen, een objectief dat het beeld projecteert op het repromateriaal, en de filmhouder die het repromateriaal (film of papier) op positie houdt.

reproductie

een originele afbeelding vermenigvuldigen, of een exacte weergave van het origineel in een andere vorm, bijvoorbeeld digitaal: een reproductie van de Zonnebloemen van Van Gogh.

reproductietekeningen

handmatig vervaardigde papieren zwart-wit opzichtmodellen, samengesteld uit handmatig getrokken lijnen, getekende vlakken en vrije vormen, papier afdrukken - stroken - tekst, afwrijfletters, fotoprints van logo’s en afbeeldingen, Ulano-folie als fotokaders en gemonteerd op zwaar papier of karton, in de fase van drukwerkvoorbereiding als halffabricaat voor de lithografie.

reprografie

de eerste bewerking van originelen als onderdeel van het lithoproces en de drukwerkvoorbereiding, waarbij met behulp van een reprocamera opzichtmodellen (foto’s, werktekeningen) en doorzichtmodellen (dia’s, filmmontages) worden gefotografeerd en tot negatieffilm worden gebracht voor verdere bewerking. Doorgaans worden de negatieven met filters en rasters omgezet naar kleurscheidingen voor vierkleuren drukwerk (cyaan, magenta, yellow en key (black).

retina

merknaam voor de hoge resolutieschermen van Apple-apparatuur. Beeldschermen hebben doorgaans een resolutie van 72 PPI (pixels per inch), zoals bijvoorbeeld de beeldschermen van Apple in 1984. Inmiddels rust Apple de hardware uit met schermen van hogere resolutie waardoor pixels met het blote oog niet zichtbaar zijn: iPhone 325 PPI, iPad 264, MacBook 227 PPI en iMac 217 PPI.

retoucheren

het bijwerken van beschadigingen, onregelmatigheden en onjuistheden in een origineel. Kan handmatig geschieden, maar ook met digitale manipulatie op lithografische computers, of met een programma’s als Adobe Photoshop. Photoshop leent zich ook voor grotere ingrepen en montages; dat wordt beeldbewerking genoemd.

resolutie

aanduiding van de kwaliteit en fijnheid van een digitale afbeelding (camera) of uitvoerkwaliteit van een apparaat (een printer), uitgedrukt in dots per inch (DPI).

responsive

responsive webdesign, ook wel RWD, websites die zich aanpassen aan het schermgrootte, resolutie en schermstand - staand of liggend - van het device waarmee een bezoeker de website bekijkt, zowel desktop, tablet staand of liggend, en smartphone staand of liggend. Voor de verschillende devices en resoluties worden geen verschillende websites gebouwd. Slecht één website wordt gebouwd, waarbij de vormgeving zich aanpast en de bezoeker aan de website een optimale vormgeving én ervaring heeft - de bezoeker ervaart bij het schakelen tussen de verschillende devices slechts één website. De vormgeving schaalt mee, de ordening van velden en vlakken verandert, de elementen worden kleiner en groter getoond, óf de elementen worden niet of op een andere positie getoond.

revisieproef

een controlemodel in de fase van drukwerkvoorbereiding, een papieren print of afdruk van een zojuist gecorrigeerde proef. De revisieproef volgt doorgaans op een eerdere proef, bijvoorbeeld de opmaakproef. Indien de opdrachtgever met de opmaakproef niet direct akkoord gaat - wat vanwege de complexiteit en details van vormgeving nauwelijks mogelijk is - is een tweede meestal nodig, vaak zelfs een derde revisieproef.

RGB

schermafhankelijke kleuren, driekleurensysteem op basis van rood, groen en blauw - RGB - dat gebruikt wordt bij beeldschermen of digitale bestanden. Uit de drie kleuren kunnen alle andere kleuren samengesteld worden.

riem

een riem papier telt 500 vel, soms ook 480 vel. Een riem papier wordt verdeeld in boeken. Er gaan 20 boeken in een riem; ieder boek telt dus 25 of 24 bladen. 

rillen

een ril aanbrengen, met messing lijnen wordt papier (vanaf 170 g/m2) of karton aan de binnenzijde van de vouw in een contragroef geperst, zodat het recht en gemakkelijk kan worden gevouwen zonder het papier of de druk te breken. Juist ook bij digitaal drukwerk is rillen nodig, omdat de toner sterk aan het papieroppervlak is gefixeerd en daardoor makkelijk kan breken.

ringband

een opbergmap van stevig karton, waarvan de buitenzijde is omplakt met beschermende kunststof (gelamineerd) of met bedrukt papier, aan de binnenzijde in de rug voorzien van een metalen of kunststof mechaniek met 2, 4, 17 of 23 ringen, voor het opbergen van A5-, A4 of soms A3-documenten en brochures.

RIP

Raster Image Processor, een fase in de drukwerkvoorbereiding waarin het digitale Postscript-bestand van een DTP-pakket wordt omgezet naar een raster image - een gerasterde bitmap afbeelding waarmee bijvoorbeeld een papierprinter of filmbelichter kunnen worden aangestuurd. Een bitmap is een zwart-wit vertaling van een halftoon die nodig is om te kunnen drukken en waarbij elke pixel in het bestand, waarvan de grootte afhankelijk is van de resolutie van de output van de belichter,  in- of uit geschakeld wordt. Het omzetten - het zogenaamde renderen gebeurde aanvankelijk op een aparte computer - een hardware-RIP, voor elk type filmbelichter een aparte RIP. Later is voor de RIP een softwareoplossing gekomen - de zogenaamde software-RIP, een gewone computer met speciale RIP-software. 

ritsen

het gedeeltelijk - tot halverwege - doorsnijden van het papier of karton met een snijlijn, om het makkelijk en recht te kunnen vouwen, zonder het materiaal te breken. Wordt ook toegepast bij zelfklevend materiaal waarbij de drager half wordt doorgesneden om het etiket makkelijker te scheiden van de drager.

rollend materieel

alles dat rijdt: auto’s, veeg- en vuilniswagens, transportkarren, grasmachines.

rollensysteem

rollen op de drukpers die zorgen voor het transport en de overdracht van de inkt tussen de inktbak en de drukvorm en voor de gelijkmatige verdeling van de inkt over de drukvorm. Een rollensysteem telt meerdere rollen, elk met een specifieke functie, waaronder de inktbakrol, de likrol of inktlikrol, de opdraagrol of inktopdraagrol, de rubberrol, de ruiterrol, de tussenrollen, de verdeelrol, de distributiecilinder, de chroomwals en de verwrijfcilinder. 

roll-up banner

staand formaat doekmateriaal in een frame, waardoor de banner met behulp van een rugmast keurig gespannen, zelfstandig in de vrije ruimte kan staan. Formaten zijn beschikbaar in diverse verhoudingen, van 40 cm x 2 meter, tot 3 x 2 meter. De banner kan binnen enkele minuten worden opgezet, maar ook zeer compact kan worden vervoerd in een cassette en worden opgeslagen. Roll-up banners worden ingezet voor reclamedoeleinden, bij evenementen, beurzen, workshops en zijn vooral bedoeld voor binnen gebruik, hoewel voor buitengebruik verzwarende elementen beschikbaar zijn en regenbestendig doek. Roll up banners zijn bedrukt met logo’s, reclameteksten en reclameafbeeldingen. Bedrukking vindt plaats door zeefdruk – bij zeer grote oplagen, maar ook middels digitale printtechniek, zoals inkjetprint, die een zeer hoogwaardige kwaliteit levert en bij uitstek geschikt – en betaalbaar – is voor één of enkele stuks. Roll up banners worden door veel leveranciers aangeboden, in wisselende kwaliteiten. De goedkopere aanbiedingen zijn kwetsbaar bij regelmatig gebruik.

romandruk

houthoudend of houtvrij, nogal opdikkend mat, ongestreken papier voor boeken, met name romans en andere leesboeken. Wordt geproduceerd in verschillende tinten wit en crème.

romein

benaming voor rechtopstaande letters in een ’normale’ dikte, in tegenstelling tot cursief (schuinstaande letters).

rondhoeken

de rechte hoek ná het drukken van het papier te verwijderen, door met een scherpe beitel machinaal of handmatig de hoek af te ronden. Ronde hoeken kunnen ook gemaakt worden door met een stansmes het drukwerk in een keer - zonder hoeken - uit het papier te halen. 

rotatieoffset

rollenoffset, druktechniek voor het bedrukken van papier op rollen in plaats van vellen (vellenoffset), inzetbaar bij oplagen vanaf 10.000 exemplaren, voor tijdschriften en kranten. Rotatieoffsetpersen verwerken papier vanaf 39 g/m2 en maximaal 115 g/m2 en zijn aangesloten op machinestraten voor afwerking (snijden, vouwen, vergaren, nieten). Rotatieoffset is te herkennen aan de hoge glans van het drukwerk. 

rotatiepers

een drukpers waarbij het te bedrukken materiaal in rollen verwerkt wordt, in tegenstelling tot een vellenpers die papier vel voor vel bedrukt. Een rotatiepers wordt toegepast bij hoogdruk - alle kranten werden gedrukt op hoogdruk rotatiepersen, bij offset - tijdschriften worden doorgaans in grote oplage in rotatieoffset gedrukt, en bij diepdruk - bij zeer hoge oplage wordt gedrukt in diepdruk, rotogravure techniek. Na bedrukking kunnen de rollen in-line (een doorlopend proces na het drukken) verwerkt worden tot afzonderlijke vellen en katernen. Vooral voor grote oplagen.

roteren

draaien, keren of stolpen, het papier over respectievelijk de Z-as, de Y-as of de X-as roteren om het opnieuw door de drukpers te voeren voor een volgende drukgang.

rotogravure

rotatiedrukprocedé, rasterdiepdruk, waarbij in grote koperen cilinders de drukkende partijen als minuscule, verdiepte napjes zijn aangebracht (geëtst), waarin zich drukinkt bevindt en het papier met grote kracht tegenaan wordt gedrukt die de inkt uit de napjes trekt. Diepdruk is een drukprocedé met grote snelheid voor extreem grote oplagen - vanaf oplagen van 300.000 stuks, zoals tijdschriften, postzegels en verpakkingen. 

Rotring pen

technische tekenpen als hulpmiddel bij het vervaardigen van werktekeningen en technische tekeningen, het ’trekken’ van zwarte lijnen op papier met inkt in een bepaalde dikte. Voor elke dikte is een aparte pen nodig: 0,1 mm, 0,18 mm, 0,25 mm enzovoorts, tot 2,0 mm. Een ander merk tekenpen is Rapidograph.

rubbercement

fotolijm, voor het veilig hechten van papier en foto’s. Is een veilige lijmsoort bij het maken van werktekeningen voor de grafische industrie omdat de werktekenaar de vastgezette tekststroken en koppen met rubbercementverdunner kan verwijderen. Rubbercement is een zogenaamde drooglijm: nadat het oplosmiddel is verdampt, blijft het ’rubber’ achter, voor een sterke en flexibele binding. Kan eenzijdig worden aangebracht op de drager (zwak klevend), of tweezijdig - ook op het object (sterk klevend). Te verwijderen met rubbercementverdunner.

rubbercementverdunner

materiaal voor de werktekenaar, oplosmiddel om rubbercement (fotolijm) veilig te verdunnen en te verwijderen. 

rubber inkt

een speciale zeefdrukinkt met de look & feel van rubber. De inkt is zeer stroef, heeft het gevoel van natuurrubber en wordt over het hele drukvel in een geheel transparante  laag aangebracht. 

running title

sprekende hoofdregel, regel boven de pagina van een boek of rapport die de titel van het document of van het hoofdstuk herhaalt. 

rug

de gesloten zijde van een boek of brochure, waar de katernen zijn vastgezet, genaaid of gelijmd. Bij meerdere katernen heeft de rug een dikte - de rugdikte. 

rugtitel

de titel van het boek (soms de naam van de auteur, de naam of het logo van de uitgever) op de rug van een boek. Voor een titel of voor een andere vermelding is wel een minimale dikte nodig. Ook voor het maken van een rug is een minimale dikte nodig van 3,5 mm binnenwerk, minimaal 32-40 pagina’s.

rugwit

rugmarge, vaste onbedrukte ruimte in een boek of brochure, tussen de afdruk op de pagina en de vouw in de rug. Andere witruimtes worden genoemd: kopwit (tussen de bovenrand en de druk), staartwit (aan de onderzijde) en snijwit (tussen de druk en de rechter of linker papierrand).

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Een leuke vraag en geen antwoord gevonden? Of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.

Geen antwoord gevonden of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.