Communicatievraag met een Z? Raadpleeg de HSTotaal-woordenlijst!

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van zakje rasterpuntjes tot Zwitserse School.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

z

zakje rasterpuntjes

een populaire maar flauwe grap: leerlingen uit het grafisch bedrijf worden op een boodschap uitgestuurd om een zakje rasterpuntjes te halen bij een collegabedrijf en worden vervolgens een middag van het kastje naar de muur gestuurd; de rasterpuntjes zijn toevallig nét op. Slimmerikken hadden het snel door, lieten zich niet bij de neus nemen en namen een vrije middag. Andere boodschappen waarmee leerlingen op pad worden gestuurd zijn de kwadratenschaar, de pasjesboor, de rasterwisselstang, het uitgekooktlood, de kleurenbalk en het lenzenvijltje.

zeefdruk

silk screen, een drukmethode, naast hoogdruk, diepdruk en vlakdruk. Zeefdruk is een uitvinding uit 1907 wanneer de Engelsman Samuel Simon patent op de zeefdrukmachine aanvraagt, maar de techniek is ouder en wordt al rond 1650 in Japan beoefend. Zeefdruk is een techniek gebaseerd op sjablonen, waarbij de drukkende delen in zeer fijn gaasdoek (zeef) zijn uitgespaard en de niet drukkende delen zijn afgedekt. Het zeefdoek is gespannen op een raam en wordt op het te bedrukken materiaal gebracht, waarbij de drukkende delen van de zeef die open zijn en niet zijn afgedekt door het sjabloon inkt doorlaten. Het materiaal waarop gedrukt wordt ligt onder het raam, het gaas met het sjabloon wordt over het te drukken materiaal gebracht en de inkt wordt met een rubber strijker - rakel - door de open delen van de zeef geperst. Zeefdruk kan ambachtelijk plaatsvinden op kleine machines, voor kleine formaten en kleine oplagen - enkele T-shirts, maar evengoed is de techniek geschikt voor het drukken van industriële toepassingen op grote formaten in zeer grote aantallen op half- of volautomatische machines - voor reclamedoeleinden. Zeefdruk is een techniek voor zeer dekkende inkten, sterke kleuren, duurzame toepassingen en bijzondere effecten, zoals fluor, goud, parelmoer, glans en zelfs zand en rubber. Maar ook met reflecterende inkten en metaalverf. Zeefdruk leent zich voor het bedrukken van kunststoffen, affiches, naamplaten, stickers, metaalborden. Voor het drukken van zeer kleine oplagen of enkele stuks wordt ook de minder duurzame maar goedkopere digitale printtechniek gebruikt.

zeefdrukpers

silk screen, machine voor de productie van drukwerk, gebaseerd op een sjabloontechniek. Het te drukken beeld is uitgespaard in een zeef van zeer fijn gaasdoek van zijde, polyester of staal, dat is gespannen op een raam en waarbij de inkt met een rakel - een soort rubber wisser - door de uitsparingen in de zeef op het te bedrukken materiaal wordt gebracht. Bij zeefdruk wordt gedrukt met zeer dekkende inkten, in tegenstelling tot hoogdruk, offset en diepdruk waarbij transparante inkten gebruikt worden. Het maakt de zeefdruktechniek bij uitstek geschikt voor het drukken op donkere ondergronden en op zeer uiteenlopende materialen, zoals papier, karton, kunststoffen, textiel, glas en hout, en voor industriële toepassingen, zoals signalisatie, industriële etiketten, voertuigafbeeldingen, kledingstoffen, zonnepanelen, elektronisch onderdelen. Maar ook voor het bedrukken van jute zakken, behang, affiches, kunstobjecten en promotionele objecten zoals pennen, baseball caps, batterijladers en natuurlijk T-shirts. Sjabloontechniek werd al toegepast door de Cro-Magnonmens in de grot van Pech Merle in Zuid-Frankrijk, zo’n 25.000-17.000 geleden, waar een negatief gestencilde handafdruk vermoedelijk is ontstaan door de hand tegen de rots te drukken en er kleurpoeder overheen te blazen. Zeefdruk werd vanaf de 8e eeuw in China gebruikt als een eenvoudige sjabloontechniek voor het bedrukken van textiel. De techniek werd via Japan (17e eeuw) in West-Europa geïntroduceerd, maar sloeg pas in de 18e eeuw aan toen in Frankrijk het idee ontstond om behang te zeefdrukken en om kledingstoffen in zeefdruk te produceren. Zeefdruk werd in 1907 voor het eerst gepatenteerd in Engeland door Samuel Simon. De techniek werd toegepast om duur behang te drukken op linnen, zijde en andere fijne stoffen. De nieuwe techniek was een beter en goedkoper alternatief voor het drukken met houtblokken. In 1887 ontving Charles Nelson Jones een patent op een zeefdrukapparaat met een stencilframe dat was bedekt met zijde en diende als drager voor een papieren sjabloon waarop inkt werd aangebracht met een borstel. De inkt die niet door het sjabloon werd tegengehouden, bleef achter op het te drukken object. De Engelsman Samuel Simon gebruikte in 1907 een textieldruksysteem met sjablonen op frames en zeer fijn gaas dat was geweven uit natuurzijde en dat al langere tijd gebruikt werd voor het zeven van meel en gemakkelijk en goedkoop beschikbaar was. Het was wederom een enorme verbetering van het zeefdrukproces. De techniek verbeterde zich enorm toen in het begin van de 20e eeuw het proces werd gemechaniseerd en ook posters en verpakkingen op groter formaat konden worden gedrukt. In 1908 opende in San Francisco een zeefdrukkerij onder de naam Velvetone die grootformaat displays en posters drukte en wordt gezien als de eerste commerciële zeefdrukkerij in de Verenigde Staten. Vroeg in de 20e eeuw experimenteerden meerdere drukkers met chemicaliën om via fotochemische weg zeefdrukvormen te vervaardigen. Het waren uiteindelijk de Amerikanen Roy Beck, Charles Peter en Edward Owens die een revolutie teweegbrachten in de commerciële zeefdrukindustrie door met chroomzuurzoutemulsies lichtgevoelig materiaal te ontwikkelen om langs fotografische weg sjablonen te maken. Het uitgangspunt was een vlak frame waarop een gaas was bevestigd dat was voorzien van een lichtgevoelige laag dat met een positief van de te drukken afbeelding wordt belicht. Na belichting worden de onbelichte delen weggespoeld zodat de uitsparingen bij het drukken inkt zouden doorlaten. Nadat papier onder de zeef is geplaatst, wordt met een rakel - een flexibele rubberen wisser in een houder - de inkt op de zeef door de uitsparingen gedrukt en wordt de overtollige inkt van de bovenkant van de zeef doorgeschoven, gereed voor de volgende druk. Ook de Amerikaanse kunstenaar Eugene Pilsworth verbeterde het zeefdrukproces door met zijn broers John, Edward en Henry en enkele zakenpartners te werken aan een meerkleuren zeefdrukmachine. Het apparaat werd bekend als de Selectasine-machine, een techniek voor meerkleurendruk door met hetzelfde scherm steeds verschillende delen op het gaasdoek af te dekken en er verschillende kleuren mee te drukken. Als productiemiddel sloeg zeefdruk pas echt aan rond 1930, toen de techniek gebruikt werd voor het drukken van reclameborden, die dat moment met de hand geschilderd werden, en zeefdruk een enorme snelheids- en kwaliteitsverbetering gaf. In de jaren veertig brak zeefdruk door in de professionele kledingfabricage, de decoratie en behangproductie. En in de jaren 60 van de 20e eeuw werd de techniek omarmd door kunstenaars die daarmee een eenvoudige en veelzijdige druktechniek beschikbaar hadden voor het reproduceren van hun ontwerpen. Ook omdat zeefdrukmaterialen betaalbaar waren werd de techniek gebruikt in allerlei subculturen. De vrije en niet-professionele uitstraling van dergelijke doe-het-zelf-cultuur zeefdrukken is een belangrijke culturele stijl geworden in vormgeving van filmaffiches, platenalbums, flyers, T-shirts en de kunst. De techniek inspireerde ook de ontwikkeling van allerlei creatieve, niet-commerciële lettertypen. Zo experimenteerde de Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol al vóór 1960 met het zeefdrukproces. Hij ontwikkelde een nat-in-nat techniek door inkt op papier te zeefdrukken en daar vervolgens in te werken. De zeefdruktechniek stelde hem ook in staat een basisbeeld te herhalen en eindeloze variaties op een thema te creëren. Warhols zeefdrukken van Monroe en Campbells soep zijn slechts twee voorbeelden van zijn in grote oplagen wijdverbreide en wereldberoemde producties. Warhol heeft met zijn zeefdrukken - in feite een eenvoudige techniek - een niet te onderschatten impact gehad op de kunstwereld, de marketing en de popularisering van de cultuur. Vanaf 1960 ontstond er - misschien wel naar aanleiding daarvan - een groot aanbod van zeefdrukmachines dat in staat was op eenvoudige wijze in korte tijd en tegen lage prijzen honderden afdrukken te maken. Zeefdruk was een techniek geworden die voor de massa kon produceren. De Amerikaanse ondernemer, kunstenaar en uitvinder Michael Vasilantone ontwikkelde met zijn bedrijf Vastex onder andere een roterende zeefdrukmachine - een draaiend tafelmodel met meerdere stations - om op grote schaal T-shirts te zeefdrukken. Vasilantone verkocht het concept aan meerdere machinefabrikanten, wat zijn roterende kledingzeefdrukmachine tot het meest populaire apparaat in de zeefdrukindustrie maakte; het bedrukken van T-shirts werd een rage. Ook is hij de uitvinder van de rotatie zeefdrukpers. In 1960 ontwikkelde hij een meerkleuren zeefdrukmachine, om logo’s op bowlingkleding te drukken. Het vlakke zeefdrukraam werd daarbij vervangen door een draaiende cilinder waarin ook de inkttoevoer en de rakel waren geconstrueerd. De cilinder roteert met dezelfde snelheid als de textielbaan waardoor op grote lengtes en in hoge snelheden geproduceerd kan worden. Het bedrukken van textiel of behang kan vanaf dat moment gebeuren met een eindeloos doorlopend patroon. Inmiddels is de traditionele, analoge manier om met fotografische films sjablonen te vervaardigen verdwenen. Twee technologieën worden gebruikt: inkjet en lasertechniek. Bij de inkjet-methode wordt vloeibare was gespoten op een gecoate film. Deze dient als een masker tijdens de belichting en wordt bij het ontwikkeling weer uitgewassen. De tweede techniek is de digitale laser waarbij met laserlicht de te drukken kleur wordt wegbelicht in een drukvorm. Zeefdruk is tegenwoordig een volwassen en hoogwaardige druktechniek. We kennen twee principes: rotatiezeefdrukpersen en flatbedzeefdrukpersen. Kleinschalige producties, hooguit enkele honderden stuks, bijvoorbeeld voor promotie, signing en decoratie, kunstenaars en ander stukwerk, wordt verricht op flatbedmachines: een vlak raam met opgespannen gaas en vlak liggend drukmateriaal. In tegenstelling tot de flatbedmachine is de cilinderpers een volautomatische geavanceerde hogesnelheid-precisiepers, anders geconstrueerd, maar het principe blijft gelijk. Deze machines worden ingezet voor grootschalige textielproducties. Rotatiepersen werken continu in een doorgaande beweging in plaats van steeds te moeten stoppen en starten zoals de flatbedpersen. De productie van cilinderpersen is daardoor aanzienlijk hoger dan op flatbedmachines. Afdruksnelheden tot 4500 druks per uur worden gehaald in tegenstelling tot de 1000 druks per uur op een flatbedpers. Nog hogere snelheden zijn mogelijk, maar dan is het noodzakelijk om de inkt te drogen met UV-licht of LED UV-licht voordat deze de machine verlaat. Ook de ontwikkeling van de flatbedpers heeft niet stil gestaan. De nieuwe generatie automatische persen drukken zelfs tot 1800 T-shirts per uur. Het huidige record uit 2005 staat op 1805 T-shirts (Maddie Sikorski, New Buffalo Shirt Factory in Clarence NY) met behulp van een 12-kleuren zeefdrukpers én automatische shirtspanner. Nog steeds wordt zeefdruk vanwege zijn eenvoudige techniek ingezet voor tal van toepassingen. Zonnepanelen worden in zeefdruktechniek voorzien van metalen contacten. Een pasta van zilverdeeltjes en glasfrit wordt op het paneel aangebracht dat vervolgens wordt verhit, met een patroon van geleidende banen als eindresultaat. Inmiddels heeft digitaal printen ook de zeefdrukbranche omsingeld. Met computergestuurde lasers voor drukvormvervaardiging en hogedrukstralen om inkt direct in de stof te injecteren. Een kostbaar proces dat zeer gedetailleerde prints en zeer hoge snelheden mogelijk maakt. Digitaal textielprintwerk wordt vaak aangeduid als CtFabrics en wordt niet alleen voor proefpartijen, maar ook voor grotere oplagen ingezet. Sinds 1990 maken de inkjettechnologie en speciaal ontwikkelde inkten op waterbasis het mogelijk om rechtstreeks op polyesterweefsel te drukken. Een techniek die vooral wordt toegepast bij visuele communicatie, retail en promotie, zoals vlaggen, banieren, beurswanden, voor exposities, beurzen en tentoonstellingen. 

zegel

de naam van een organisatie of bedrijf - ook wel van een individu, een dienst, product, partij of idee, religie of ideologie - die wordt uitgedrukt in de compacte vorm van een lakzegel, een stempelmerk, een afgerond model, cirkel of ovaal, met de suggestie van een letterpersing of afbeelding, zoals het logo van C&A, Douwe Egberts en Budget Broodje. Automerken worden ook vaker afgebeeld met de nadrukkelijke suggestie van ruimtelijkheid van een zegel, zoals het logo van Fiat, BMW en Volkswagen.

zelfklevend 

materiaal, papier, kunststof of metaalfolie dat aan een zijde een kleeflaag draagt.

zelfkopiërend papier

carbonloos papier, papier dat aan de voor- en/of achterzijde een op druk reagerende chemische laag (coating) draagt waaruit beeld ontstaat. Zelfkopiërend papier wordt toegepast bij doorschrijvende sets voor handmatig gebruik, maar ook voor gebruik bij kasregisters en typemachines. Sets bestaan uit meerdere bladen (maximaal 12 bladen in een set, maar dan is veel druk nodig om het laatste vel leesbaar te maken). Het bovenste blad draagt een coating aan de achterzijde (coating back, CB, de zogenaamde gevende laag), het tweede blad draagt een coating aan de voor- en achterzijde (coating back front, CBF, de ontvangende laag), het laatste blad draagt een coating aan de voorzijde (coating front, CF). De coating bevat microscopisch kleine capsules die door druk (door een balpen, matrixprinter, typemachine, kasregister) breken. Het beeld ontstaat zodra de capsules in de coating van twee papierzijden met elkaar in contact komen (een boven- en een ondervel). 

zetbok

de bok, een meubel in de handzetterij, met een schuin oplopend werkblad, waaraan de handzetter werkt aan het samenstellen van hoogdrukvormen. Op het werkblad wordt een galei geplaatst - een metalen blad met opstaande randen - waarop de handzetter alle elementen verzamelt waaruit de drukvorm wordt opgebouwd: handzetsel, machinezetsel, lijnen, ornamenten, clichés en wit, zoals interlinies, regletten, tabelwit en holwit. De zetbok is een soort ladekast, een opbergplaats voor laden, letterkasten, waarin alle lettergrootten - corpsen - van een bepaald lettertype, bijvoorbeeld Helvetica normaal romein, zijn opgeborgen, oplopend in grootte van bijvoorbeeld van corps 8 tot corps 72.

zetbreedte

maximale breedte van de tekst in een pagina of kolom, breedte waarbinnen het zetwerk (de kolombreedte) moet vallen.

zetfout

zetfouten, een fout van de handzetter of de machinezetter, een ongewenst technisch verschijnsel bij het samenstellen van zetwerk, een term uit de tijd van de boekdruk, de hoogdruk, waarbij zetwerk werd samengesteld uit losse delen - loden letters of aan één stuk gegoten regels, koperen lijnen, clichés, ornamenten en wit - waardoor een onjuist gekozen letter vanwege een distributiefout, een omgedraaide letter, een verkeerd gekozen of geplaatste lijn of een verkeerd aangeslagen toets op het toetsenbord van de regelzetmachine tot een zetfout leidt. Doorgaans worden zetfouten in de drukproef gesignaleerd en kunnen ze vóór het drukken worden hersteld. Een zetfout wordt ten onrechte nog wel eens drukfout genoemd, maar een drukker heeft geen invloed op het zetwerk en geen invloed op de inhoud en op de juistheid van de kopij. Ook gebeurt het dat de dtp-er de schuld krijgt van een zetfout, maar door de opdrachtgever aangeleverde kopij wordt tijdens de opmaak van het document niet door de dtp-er doorgelezen op tikfouten, zodat door de auteur gemaakte tikfouten in de opmaak terecht komen. 

zethaak

dagelijks gereedschap van de handzetter, een metalen houder van zo’n 30 cm lang, vervaardigd van messing en koper, voorzien van een verschuifbaar klavier - dat met een wig, een soort hefboom kan worden vastgezet, en waarmee de zetbreedte kan worden vastgesteld door kwadraatjes - een vorm van wit - op die breedte in de haak te plaatsen. In de zethaak worden de losse loden letters aansluitend naast elkaar geplaatst en tot woorden en vervolgens regels gevormd. Na het zetten - van soms één of enkele regels - worden deze uit de zethaak genomen en op een galei - een metalen bord met opstaande randen - verzameld tot tekstblokken, kolommen en pagina’s. 

zetinstructie

technische aanwijzingen en typografische specificaties van de ontwerper bij de kopij en de layout, zodat de zetter aan de zetmachine met behulp van de kopij en de layout het zetwerk volgens de juiste specificaties kan zetten en op de juiste positie kan plaatsen. Onder de zetinstructies vallen aanwijzingen voor paginaformaat, marges, posities, lettertypen, titels, koppen, tussenkopjes, accenten, gradaties zoals vet, cursief, versmald, corpsgroottes, zetbreedtes, interlinies, kolombreedtes, kolomhoogtes, regelval, wijze van inspringen enzovoorts.

zetlijn

gereedschap in de handzetterij, waar de handzetter het toepast als hulpmiddel bij het vervaardigen van hoogdrukvormen - zetwerk, zetsel. Een zetlijn is een dunne messing of geelkoperen strook - afhankelijk van de lengte 2 of 3 punten dik - met afgeronde hoeken en lippen aan één of twee zijden waarop de lengte is ingestempeld, ongeveer op letterhoogte en aan de onderzijde iets taps toelopend waardoor de zetlijn nooit maatgevend is om bijvoorbeeld de zethaak op de juiste maat te brengen. Met de zetlijn neemt de zetter een of meerdere gezette regels uit de zethaak plaatst deze op het galei - het werkbord met opstaande randen. Zetlijnen zijn gemaakt in oplopende lengten, op hele augustijnmaten en kunnen ook langere regels in één veilige beweging uit de zethaak nemen. Zetlijnen zijn verkrijgbaar in sets van 18, 27 of 33 stuks. 

zetlood

gereedschap in de handzetterij, waar de handzetter het toepast als hulpmiddel bij het vervaardigen van hoogdrukvormen - zetwerk, zetsel. Een zetlood is een staaf lood - van zo’n 50 augustijn lang en 4 augustijn breed en dik - dat aan de rechter zijkant, verticaal tegen het zetsel wordt geplaatst, waarmee het omvallen van letters uit de regels van het zetwerk werd voorkomen.

zetmachine

machine om loden tekstregels voor hoogdrukzetsel te produceren, als vaste regels uit één stuk, maar ook als regels die uit losse letters bestaan. Linotype en Intertype zijn twee belangrijke merken vaste regel zetmachines en gieten regels nadat via een toetsenbord de tekst als matrijzen uit een magazijn zijn verzameld. De Monotype is een zogenaamde losse letter gietmachine, waarbij via een toetsenbord tekens worden aangeslagen die als losse letters uit een gietvorm (matrijs) worden gegoten. Monotype, Linotype en Intertype zijn zetmachines die tot de jaren zeventig in gebruik bleven en door de opkomst van de offset druktechniek en het fotografisch zetten zijn verdrongen.

zetspiegel

het beeld - de spiegel - van het zetwerk, de maximale hoogte en breedte van zetwerk op een pagina, op een blad, exclusief de witmarges.

zetterij

bedrijf of ruimte waar de productie van zetwerk plaatsvindt: het omzetten van kopij naar tekst als voorbereiding op de lithografie en het drukken. Onder de werkzaamheden die in een zetterij worden verricht vallen: het vervaardigen van hoogdrukvormen door de handzetter, het zetten van regels die zijn samengesteld uit losse letters gegoten op de Monotype zetmachine, het zetten van vaste regels op de Linotype of Intertype zetmachine, het zetten van koppen op de Ludlow machine, het invoeren van tekst en het op stand zetten op een fotozetmachine, het ontwikkelen van belichte films, het monteren van zetwerk tot complete pagina’s en het vervaardigen van proeven, afdrukken en fotoprints voor controlewerkzaamheden. Tot de opdrachtgevers van zetterijen behoren reclamestudio’s, reclamebureaus, ontwerpbureaus, designbureaus, drukkerijen en uitgeverijen. 

zetwerk

zetsel, alles wat gezet is en waarmee een hoogdrukvorm is samengesteld, dat kan het product zijn van een handzetter, regelzetmachine, fotozetmachine of DTP-er met een desktopcomputer en een DTP-pakket. Zetwerk is zowel de analoge drukvorm, de papieren afdruk, de belichting op film als de uiteindelijke afdruk in boek of krant. Onder zetwerk viel aanvankelijk uitsluitend tekst, hoewel door zowel de handzetter, de regelzetter en fotozetter eenvoudige lijnstukken meegezet konden worden. Later werd zetwerk ruimer gezien, zoals kolommen (voor tijdschriften en kranten) of pagina’s (voor boeken), maar ook compleet opgemaakte pagina’s met letters, lijnen, ornamenten. Onder zetwerk valt dus zowel de loden drukvorm, de verzamelde letters van de handzetter, als de machinaal en  fotografisch gezette teksten, maar ook de (afdruk van) elektronisch en compleet digitaal opgemaakte pagina’s. Zetwerk wordt zowel genoemd het losse handzetsel van de handzetter, maar ook de losse loden letters van de Monotype, de vaste loden regels van de Linotype of Intertype, of de strokenproef van de fotografische zetmachine. Bij geavanceerde elektronische apparatuur ook met afbeeldingen, al of niet met raster, geheel op de juiste positie aangebracht. 

zigzagvouw

een vouwwijze voor drieslagfolders (folders met zes pagina’s), waarbij de folder als een ’Z’ wordt gevouwen; de linkerzijde naar voren, de rechterzijde naar achteren.

zijaanleg

vaste positie in de drukpers waartegen waar het drukvel tegenaan wordt getrokken of geschoven voordat de voorzijde van het vel wordt vastgegrepen door de grijpers die het vel door de drukpers voeren.

zijwit

ruimte tussen afdruk en rechter- of linkerzijde van de papierrand (niet de rug, dat wordt rugwit genoemd).

zoekmachine

’search engine’, een computerprogramma op het internet, in de vorm van een website-pagina, om met een zoekopdracht - trefwoord, titel of vraag - informatie op te sporen. Dat kan op het internet zelf zijn, maar ook in boeken en in een bepaalde collectie of bibliotheek. De grootste zoekmachine is momenteel Google, daarnaast Bing en Yahoo. Voormalige Nederlandse zoekmachines zijn: Ilse, Vindex en Track. Bekende internationale zoekmachines waren: Altavista, Infoseek, Excite, en Webcrawler.

zonlichtgevoelige inkt

speciale zeefdrukinkt, drukwerk uitgevoerd met deze inkt is vrijwel transparant, maar verandert in een bepaalde kleur - er zijn meerdere kleuren leverbaar - bij contact met zonlicht. Wordt toegepast voor reclamedoeleinden, maar wordt ook ingezet bij beveiligd drukwerk waarmee vervalsing wordt tegengegaan.

zweem

een ongewenst effect bij kleurendrukwerk waarbij één van de vier kleuren of een combinatie van meerdere kleuren een dominante tint geeft die niet overeenkomt met het origineel (de foto, de dia). Kleurendrukwerk (full colour) wordt vervaardigd met vier hoofdkleuren: cyaan (blauw), magenta (rood), geel en zwart. Zo spreken we bijvoorbeeld van een blauwzweem (teveel cyaan), een groenzweem (teveel geel en blauw) en een vuilzweem (teveel zwart). Zwemen hebben meerdere oorzaken. Een zweem kan ontstaan zijn bij het maken van de reproductie door het gebruik van verkeerd licht, of door het ontbreken of onjuist corrigeren van de lithofilm, door een verkeerd kleurprofiel, door het gebruik van andere inkten of ander papier dan afgesproken, door onjuiste omstandigheden bij het beoordelen, door een onjuist bestandsformaat, andere plaatbelichting, te vet of te schraal drukken enzovoorts. 

Zwitserse bindwijze

een bindtechniek voor boeken, binden met een omstrookte rug, waarbij een garenloos (gelijmd) of genaaid boekblok van een linnen rug wordt voorzien en met lijm wordt vastgezet op pagina 3 van de band (binnenzijde van het achterplat). Een genaaid boekblok kan ook zonder linnen in de band worden gelijmd als genaaid afgelijmde rug. Boeken met een Zwitserse bindwijze blijven zeer goed open liggen in de band.

Zwitserse School

Zwitserse typografie, een ontwerpstijl die een hoogtepunt beleeft tussen 1950 en 1980 en zich kenmerkt door eenvoud en functionaliteit, geen versiering maar zuivere abstracte en geometrische elementen en een vormgeving die de boodschap efficiënt communiceert zonder tussenkomst van het ontwerp of de ontwerper. In Nederland is Wim Crouwel een hartstochtelijk vertegenwoordiger van de Zwitserse School en is hij met het zakelijke en franjeloze ontwerpbureau Total Design leidend in deze opvatting. De Zwitserse School is ontstaan uit eerdere ontwerpstijlen zoals De Stijl, het Constructivisme en Bauhaus die de sterk opkomende industrialisering positief tegemoet traden, de nieuwe materialen en productietechnieken omarmden en de nieuwe creatieve mogelijkheden voor ontwerpers, architecten en kunstenaars met enthousiasme uitdroegen in hun uitingen en publicaties. Het nieuwe ontwerpen had minder oog voor het ambacht en handwerk. Niet langer stond uitsluitend het schoonheidsaspect voorop maar de functionaliteit - vorm volgt functie - en er werd sterk rekening gehouden met de technische aspecten en zelfs de beperkingen van het fabricageproces. De neutraliteit in de Tweede Wereldoorlog gaf de Zwitserse ontwerpers de ruimte de grafische vormgeving door te ontwikkelen tot een functionele en heldere stijl, terwijl in andere landen de oorlog het ontwerpwerk ideologischer en propagandistischer maakte. Na 1950 brak de Zwitserse stijl ook in Duitsland, Italië en Nederland definitief door. De Zwitserse School heeft grote invloed gehad op de grafische vormgeving, met veel aandacht voor detail, precisie en kwaliteit en omvat alle aspecten van industriële vormgeving en productie: functioneel, sober, zakelijk, helder, zuiver, leesbaar, praktisch, analytisch, ordelijk, georganiseerd en objectief. Typografie en vorm werden gezien als primaire ontwerpelementen, naast een asymmetrische layout, het gebruik van het grid als ontwerpstramien, schreefloze lettertypes zoals Helvetica en Akzidenz Grotesk en de Engelse regelval waarbij tekst niet wordt uitgevuld tot een blokvorm. 

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

 

HSTotaal woordenlijst:
van zakje rasterpuntjes tot Zwitserse School.

Verklaringen van communicatiebegrippen, design dialect, reclametaal, ontwerpwoorden, vormgeversjargon, typografische vaktaal, dtp-kreten, grafische uitdrukkingen, drukkerslatijn, papiertermen en van enige creatieve wartaal.

 

z

zakje rasterpuntjes

een populaire maar flauwe grap: leerlingen uit het grafisch bedrijf worden op een boodschap uitgestuurd om een zakje rasterpuntjes te halen bij een collegabedrijf en worden vervolgens een middag van het kastje naar de muur gestuurd; de rasterpuntjes zijn toevallig nét op. Slimmerikken hadden het snel door, lieten zich niet bij de neus nemen en namen een vrije middag. Andere boodschappen waarmee leerlingen op pad worden gestuurd zijn de kwadratenschaar, de pasjesboor, de rasterwisselstang, het uitgekooktlood, de kleurenbalk en het lenzenvijltje.

zeefdruk

silk screen, een drukmethode, naast hoogdruk, diepdruk en vlakdruk. Zeefdruk is een uitvinding uit 1907 wanneer de Engelsman Samuel Simon patent op de zeefdrukmachine aanvraagt, maar de techniek is ouder en wordt al rond 1650 in Japan beoefend. Zeefdruk is een techniek gebaseerd op sjablonen, waarbij de drukkende delen in zeer fijn gaasdoek (zeef) zijn uitgespaard en de niet drukkende delen zijn afgedekt. Het zeefdoek is gespannen op een raam en wordt op het te bedrukken materiaal gebracht, waarbij de drukkende delen van de zeef die open zijn en niet zijn afgedekt door het sjabloon inkt doorlaten. Het materiaal waarop gedrukt wordt ligt onder het raam, het gaas met het sjabloon wordt over het te drukken materiaal gebracht en de inkt wordt met een rubber strijker - rakel - door de open delen van de zeef geperst. Zeefdruk kan ambachtelijk plaatsvinden op kleine machines, voor kleine formaten en kleine oplagen - enkele T-shirts, maar evengoed is de techniek geschikt voor het drukken van industriële toepassingen op grote formaten in zeer grote aantallen op half- of volautomatische machines - voor reclamedoeleinden. Zeefdruk is een techniek voor zeer dekkende inkten, sterke kleuren, duurzame toepassingen en bijzondere effecten, zoals fluor, goud, parelmoer, glans en zelfs zand en rubber. Maar ook met reflecterende inkten en metaalverf. Zeefdruk leent zich voor het bedrukken van kunststoffen, affiches, naamplaten, stickers, metaalborden. Voor het drukken van zeer kleine oplagen of enkele stuks wordt ook de minder duurzame maar goedkopere digitale printtechniek gebruikt.

zeefdrukpers

silk screen, machine voor de productie van drukwerk, gebaseerd op een sjabloontechniek. Het te drukken beeld is uitgespaard in een zeef van zeer fijn gaasdoek van zijde, polyester of staal, dat is gespannen op een raam en waarbij de inkt met een rakel - een soort rubber wisser - door de uitsparingen in de zeef op het te bedrukken materiaal wordt gebracht. Bij zeefdruk wordt gedrukt met zeer dekkende inkten, in tegenstelling tot hoogdruk, offset en diepdruk waarbij transparante inkten gebruikt worden. Het maakt de zeefdruktechniek bij uitstek geschikt voor het drukken op donkere ondergronden en op zeer uiteenlopende materialen, zoals papier, karton, kunststoffen, textiel, glas en hout, en voor industriële toepassingen, zoals signalisatie, industriële etiketten, voertuigafbeeldingen, kledingstoffen, zonnepanelen, elektronisch onderdelen. Maar ook voor het bedrukken van jute zakken, behang, affiches, kunstobjecten en promotionele objecten zoals pennen, baseball caps, batterijladers en natuurlijk T-shirts. Sjabloontechniek werd al toegepast door de Cro-Magnonmens in de grot van Pech Merle in Zuid-Frankrijk, zo’n 25.000-17.000 geleden, waar een negatief gestencilde handafdruk vermoedelijk is ontstaan door de hand tegen de rots te drukken en er kleurpoeder overheen te blazen. Zeefdruk werd vanaf de 8e eeuw in China gebruikt als een eenvoudige sjabloontechniek voor het bedrukken van textiel. De techniek werd via Japan (17e eeuw) in West-Europa geïntroduceerd, maar sloeg pas in de 18e eeuw aan toen in Frankrijk het idee ontstond om behang te zeefdrukken en om kledingstoffen in zeefdruk te produceren. Zeefdruk werd in 1907 voor het eerst gepatenteerd in Engeland door Samuel Simon. De techniek werd toegepast om duur behang te drukken op linnen, zijde en andere fijne stoffen. De nieuwe techniek was een beter en goedkoper alternatief voor het drukken met houtblokken. In 1887 ontving Charles Nelson Jones een patent op een zeefdrukapparaat met een stencilframe dat was bedekt met zijde en diende als drager voor een papieren sjabloon waarop inkt werd aangebracht met een borstel. De inkt die niet door het sjabloon werd tegengehouden, bleef achter op het te drukken object. De Engelsman Samuel Simon gebruikte in 1907 een textieldruksysteem met sjablonen op frames en zeer fijn gaas dat was geweven uit natuurzijde en dat al langere tijd gebruikt werd voor het zeven van meel en gemakkelijk en goedkoop beschikbaar was. Het was wederom een enorme verbetering van het zeefdrukproces. De techniek verbeterde zich enorm toen in het begin van de 20e eeuw het proces werd gemechaniseerd en ook posters en verpakkingen op groter formaat konden worden gedrukt. In 1908 opende in San Francisco een zeefdrukkerij onder de naam Velvetone die grootformaat displays en posters drukte en wordt gezien als de eerste commerciële zeefdrukkerij in de Verenigde Staten. Vroeg in de 20e eeuw experimenteerden meerdere drukkers met chemicaliën om via fotochemische weg zeefdrukvormen te vervaardigen. Het waren uiteindelijk de Amerikanen Roy Beck, Charles Peter en Edward Owens die een revolutie teweegbrachten in de commerciële zeefdrukindustrie door met chroomzuurzoutemulsies lichtgevoelig materiaal te ontwikkelen om langs fotografische weg sjablonen te maken. Het uitgangspunt was een vlak frame waarop een gaas was bevestigd dat was voorzien van een lichtgevoelige laag dat met een positief van de te drukken afbeelding wordt belicht. Na belichting worden de onbelichte delen weggespoeld zodat de uitsparingen bij het drukken inkt zouden doorlaten. Nadat papier onder de zeef is geplaatst, wordt met een rakel - een flexibele rubberen wisser in een houder - de inkt op de zeef door de uitsparingen gedrukt en wordt de overtollige inkt van de bovenkant van de zeef doorgeschoven, gereed voor de volgende druk. Ook de Amerikaanse kunstenaar Eugene Pilsworth verbeterde het zeefdrukproces door met zijn broers John, Edward en Henry en enkele zakenpartners te werken aan een meerkleuren zeefdrukmachine. Het apparaat werd bekend als de Selectasine-machine, een techniek voor meerkleurendruk door met hetzelfde scherm steeds verschillende delen op het gaasdoek af te dekken en er verschillende kleuren mee te drukken. Als productiemiddel sloeg zeefdruk pas echt aan rond 1930, toen de techniek gebruikt werd voor het drukken van reclameborden, die dat moment met de hand geschilderd werden, en zeefdruk een enorme snelheids- en kwaliteitsverbetering gaf. In de jaren veertig brak zeefdruk door in de professionele kledingfabricage, de decoratie en behangproductie. En in de jaren 60 van de 20e eeuw werd de techniek omarmd door kunstenaars die daarmee een eenvoudige en veelzijdige druktechniek beschikbaar hadden voor het reproduceren van hun ontwerpen. Ook omdat zeefdrukmaterialen betaalbaar waren werd de techniek gebruikt in allerlei subculturen. De vrije en niet-professionele uitstraling van dergelijke doe-het-zelf-cultuur zeefdrukken is een belangrijke culturele stijl geworden in vormgeving van filmaffiches, platenalbums, flyers, T-shirts en de kunst. De techniek inspireerde ook de ontwikkeling van allerlei creatieve, niet-commerciële lettertypen. Zo experimenteerde de Amerikaanse kunstenaar Andy Warhol al vóór 1960 met het zeefdrukproces. Hij ontwikkelde een nat-in-nat techniek door inkt op papier te zeefdrukken en daar vervolgens in te werken. De zeefdruktechniek stelde hem ook in staat een basisbeeld te herhalen en eindeloze variaties op een thema te creëren. Warhols zeefdrukken van Monroe en Campbells soep zijn slechts twee voorbeelden van zijn in grote oplagen wijdverbreide en wereldberoemde producties. Warhol heeft met zijn zeefdrukken - in feite een eenvoudige techniek - een niet te onderschatten impact gehad op de kunstwereld, de marketing en de popularisering van de cultuur. Vanaf 1960 ontstond er - misschien wel naar aanleiding daarvan - een groot aanbod van zeefdrukmachines dat in staat was op eenvoudige wijze in korte tijd en tegen lage prijzen honderden afdrukken te maken. Zeefdruk was een techniek geworden die voor de massa kon produceren. De Amerikaanse ondernemer, kunstenaar en uitvinder Michael Vasilantone ontwikkelde met zijn bedrijf Vastex onder andere een roterende zeefdrukmachine - een draaiend tafelmodel met meerdere stations - om op grote schaal T-shirts te zeefdrukken. Vasilantone verkocht het concept aan meerdere machinefabrikanten, wat zijn roterende kledingzeefdrukmachine tot het meest populaire apparaat in de zeefdrukindustrie maakte; het bedrukken van T-shirts werd een rage. Ook is hij de uitvinder van de rotatie zeefdrukpers. In 1960 ontwikkelde hij een meerkleuren zeefdrukmachine, om logo’s op bowlingkleding te drukken. Het vlakke zeefdrukraam werd daarbij vervangen door een draaiende cilinder waarin ook de inkttoevoer en de rakel waren geconstrueerd. De cilinder roteert met dezelfde snelheid als de textielbaan waardoor op grote lengtes en in hoge snelheden geproduceerd kan worden. Het bedrukken van textiel of behang kan vanaf dat moment gebeuren met een eindeloos doorlopend patroon. Inmiddels is de traditionele, analoge manier om met fotografische films sjablonen te vervaardigen verdwenen. Twee technologieën worden gebruikt: inkjet en lasertechniek. Bij de inkjet-methode wordt vloeibare was gespoten op een gecoate film. Deze dient als een masker tijdens de belichting en wordt bij het ontwikkeling weer uitgewassen. De tweede techniek is de digitale laser waarbij met laserlicht de te drukken kleur wordt wegbelicht in een drukvorm. Zeefdruk is tegenwoordig een volwassen en hoogwaardige druktechniek. We kennen twee principes: rotatiezeefdrukpersen en flatbedzeefdrukpersen. Kleinschalige producties, hooguit enkele honderden stuks, bijvoorbeeld voor promotie, signing en decoratie, kunstenaars en ander stukwerk, wordt verricht op flatbedmachines: een vlak raam met opgespannen gaas en vlak liggend drukmateriaal. In tegenstelling tot de flatbedmachine is de cilinderpers een volautomatische geavanceerde hogesnelheid-precisiepers, anders geconstrueerd, maar het principe blijft gelijk. Deze machines worden ingezet voor grootschalige textielproducties. Rotatiepersen werken continu in een doorgaande beweging in plaats van steeds te moeten stoppen en starten zoals de flatbedpersen. De productie van cilinderpersen is daardoor aanzienlijk hoger dan op flatbedmachines. Afdruksnelheden tot 4500 druks per uur worden gehaald in tegenstelling tot de 1000 druks per uur op een flatbedpers. Nog hogere snelheden zijn mogelijk, maar dan is het noodzakelijk om de inkt te drogen met UV-licht of LED UV-licht voordat deze de machine verlaat. Ook de ontwikkeling van de flatbedpers heeft niet stil gestaan. De nieuwe generatie automatische persen drukken zelfs tot 1800 T-shirts per uur. Het huidige record uit 2005 staat op 1805 T-shirts (Maddie Sikorski, New Buffalo Shirt Factory in Clarence NY) met behulp van een 12-kleuren zeefdrukpers én automatische shirtspanner. Nog steeds wordt zeefdruk vanwege zijn eenvoudige techniek ingezet voor tal van toepassingen. Zonnepanelen worden in zeefdruktechniek voorzien van metalen contacten. Een pasta van zilverdeeltjes en glasfrit wordt op het paneel aangebracht dat vervolgens wordt verhit, met een patroon van geleidende banen als eindresultaat. Inmiddels heeft digitaal printen ook de zeefdrukbranche omsingeld. Met computergestuurde lasers voor drukvormvervaardiging en hogedrukstralen om inkt direct in de stof te injecteren. Een kostbaar proces dat zeer gedetailleerde prints en zeer hoge snelheden mogelijk maakt. Digitaal textielprintwerk wordt vaak aangeduid als CtFabrics en wordt niet alleen voor proefpartijen, maar ook voor grotere oplagen ingezet. Sinds 1990 maken de inkjettechnologie en speciaal ontwikkelde inkten op waterbasis het mogelijk om rechtstreeks op polyesterweefsel te drukken. Een techniek die vooral wordt toegepast bij visuele communicatie, retail en promotie, zoals vlaggen, banieren, beurswanden, voor exposities, beurzen en tentoonstellingen. 

zegel

de naam van een organisatie of bedrijf - ook wel van een individu, een dienst, product, partij of idee, religie of ideologie - die wordt uitgedrukt in de compacte vorm van een lakzegel, een stempelmerk, een afgerond model, cirkel of ovaal, met de suggestie van een letterpersing of afbeelding, zoals het logo van C&A, Douwe Egberts en Budget Broodje. Automerken worden ook vaker afgebeeld met de nadrukkelijke suggestie van ruimtelijkheid van een zegel, zoals het logo van Fiat, BMW en Volkswagen.

zelfklevend 

materiaal, papier, kunststof of metaalfolie dat aan een zijde een kleeflaag draagt.

zelfkopiërend papier

carbonloos papier, papier dat aan de voor- en/of achterzijde een op druk reagerende chemische laag (coating) draagt waaruit beeld ontstaat. Zelfkopiërend papier wordt toegepast bij doorschrijvende sets voor handmatig gebruik, maar ook voor gebruik bij kasregisters en typemachines. Sets bestaan uit meerdere bladen (maximaal 12 bladen in een set, maar dan is veel druk nodig om het laatste vel leesbaar te maken). Het bovenste blad draagt een coating aan de achterzijde (coating back, CB, de zogenaamde gevende laag), het tweede blad draagt een coating aan de voor- en achterzijde (coating back front, CBF, de ontvangende laag), het laatste blad draagt een coating aan de voorzijde (coating front, CF). De coating bevat microscopisch kleine capsules die door druk (door een balpen, matrixprinter, typemachine, kasregister) breken. Het beeld ontstaat zodra de capsules in de coating van twee papierzijden met elkaar in contact komen (een boven- en een ondervel). 

zetbok

de bok, een meubel in de handzetterij, met een schuin oplopend werkblad, waaraan de handzetter werkt aan het samenstellen van hoogdrukvormen. Op het werkblad wordt een galei geplaatst - een metalen blad met opstaande randen - waarop de handzetter alle elementen verzamelt waaruit de drukvorm wordt opgebouwd: handzetsel, machinezetsel, lijnen, ornamenten, clichés en wit, zoals interlinies, regletten, tabelwit en holwit. De zetbok is een soort ladekast, een opbergplaats voor laden, letterkasten, waarin alle lettergrootten - corpsen - van een bepaald lettertype, bijvoorbeeld Helvetica normaal romein, zijn opgeborgen, oplopend in grootte van bijvoorbeeld van corps 8 tot corps 72.

zetbreedte

maximale breedte van de tekst in een pagina of kolom, breedte waarbinnen het zetwerk (de kolombreedte) moet vallen.

zetfout

zetfouten, een fout van de handzetter of de machinezetter, een ongewenst technisch verschijnsel bij het samenstellen van zetwerk, een term uit de tijd van de boekdruk, de hoogdruk, waarbij zetwerk werd samengesteld uit losse delen - loden letters of aan één stuk gegoten regels, koperen lijnen, clichés, ornamenten en wit - waardoor een onjuist gekozen letter vanwege een distributiefout, een omgedraaide letter, een verkeerd gekozen of geplaatste lijn of een verkeerd aangeslagen toets op het toetsenbord van de regelzetmachine tot een zetfout leidt. Doorgaans worden zetfouten in de drukproef gesignaleerd en kunnen ze vóór het drukken worden hersteld. Een zetfout wordt ten onrechte nog wel eens drukfout genoemd, maar een drukker heeft geen invloed op het zetwerk en geen invloed op de inhoud en op de juistheid van de kopij. Ook gebeurt het dat de dtp-er de schuld krijgt van een zetfout, maar door de opdrachtgever aangeleverde kopij wordt tijdens de opmaak van het document niet door de dtp-er doorgelezen op tikfouten, zodat door de auteur gemaakte tikfouten in de opmaak terecht komen. 

zethaak

dagelijks gereedschap van de handzetter, een metalen houder van zo’n 30 cm lang, vervaardigd van messing en koper, voorzien van een verschuifbaar klavier - dat met een wig, een soort hefboom kan worden vastgezet, en waarmee de zetbreedte kan worden vastgesteld door kwadraatjes - een vorm van wit - op die breedte in de haak te plaatsen. In de zethaak worden de losse loden letters aansluitend naast elkaar geplaatst en tot woorden en vervolgens regels gevormd. Na het zetten - van soms één of enkele regels - worden deze uit de zethaak genomen en op een galei - een metalen bord met opstaande randen - verzameld tot tekstblokken, kolommen en pagina’s. 

zetinstructie

technische aanwijzingen en typografische specificaties van de ontwerper bij de kopij en de layout, zodat de zetter aan de zetmachine met behulp van de kopij en de layout het zetwerk volgens de juiste specificaties kan zetten en op de juiste positie kan plaatsen. Onder de zetinstructies vallen aanwijzingen voor paginaformaat, marges, posities, lettertypen, titels, koppen, tussenkopjes, accenten, gradaties zoals vet, cursief, versmald, corpsgroottes, zetbreedtes, interlinies, kolombreedtes, kolomhoogtes, regelval, wijze van inspringen enzovoorts.

zetlijn

gereedschap in de handzetterij, waar de handzetter het toepast als hulpmiddel bij het vervaardigen van hoogdrukvormen - zetwerk, zetsel. Een zetlijn is een dunne messing of geelkoperen strook - afhankelijk van de lengte 2 of 3 punten dik - met afgeronde hoeken en lippen aan één of twee zijden waarop de lengte is ingestempeld, ongeveer op letterhoogte en aan de onderzijde iets taps toelopend waardoor de zetlijn nooit maatgevend is om bijvoorbeeld de zethaak op de juiste maat te brengen. Met de zetlijn neemt de zetter een of meerdere gezette regels uit de zethaak plaatst deze op het galei - het werkbord met opstaande randen. Zetlijnen zijn gemaakt in oplopende lengten, op hele augustijnmaten en kunnen ook langere regels in één veilige beweging uit de zethaak nemen. Zetlijnen zijn verkrijgbaar in sets van 18, 27 of 33 stuks. 

zetlood

gereedschap in de handzetterij, waar de handzetter het toepast als hulpmiddel bij het vervaardigen van hoogdrukvormen - zetwerk, zetsel. Een zetlood is een staaf lood - van zo’n 50 augustijn lang en 4 augustijn breed en dik - dat aan de rechter zijkant, verticaal tegen het zetsel wordt geplaatst, waarmee het omvallen van letters uit de regels van het zetwerk werd voorkomen.

zetmachine

machine om loden tekstregels voor hoogdrukzetsel te produceren, als vaste regels uit één stuk, maar ook als regels die uit losse letters bestaan. Linotype en Intertype zijn twee belangrijke merken vaste regel zetmachines en gieten regels nadat via een toetsenbord de tekst als matrijzen uit een magazijn zijn verzameld. De Monotype is een zogenaamde losse letter gietmachine, waarbij via een toetsenbord tekens worden aangeslagen die als losse letters uit een gietvorm (matrijs) worden gegoten. Monotype, Linotype en Intertype zijn zetmachines die tot de jaren zeventig in gebruik bleven en door de opkomst van de offset druktechniek en het fotografisch zetten zijn verdrongen.

zetspiegel

het beeld - de spiegel - van het zetwerk, de maximale hoogte en breedte van zetwerk op een pagina, op een blad, exclusief de witmarges.

zetterij

bedrijf of ruimte waar de productie van zetwerk plaatsvindt: het omzetten van kopij naar tekst als voorbereiding op de lithografie en het drukken. Onder de werkzaamheden die in een zetterij worden verricht vallen: het vervaardigen van hoogdrukvormen door de handzetter, het zetten van regels die zijn samengesteld uit losse letters gegoten op de Monotype zetmachine, het zetten van vaste regels op de Linotype of Intertype zetmachine, het zetten van koppen op de Ludlow machine, het invoeren van tekst en het op stand zetten op een fotozetmachine, het ontwikkelen van belichte films, het monteren van zetwerk tot complete pagina’s en het vervaardigen van proeven, afdrukken en fotoprints voor controlewerkzaamheden. Tot de opdrachtgevers van zetterijen behoren reclamestudio’s, reclamebureaus, ontwerpbureaus, designbureaus, drukkerijen en uitgeverijen. 

zetwerk

zetsel, alles wat gezet is en waarmee een hoogdrukvorm is samengesteld, dat kan het product zijn van een handzetter, regelzetmachine, fotozetmachine of DTP-er met een desktopcomputer en een DTP-pakket. Zetwerk is zowel de analoge drukvorm, de papieren afdruk, de belichting op film als de uiteindelijke afdruk in boek of krant. Onder zetwerk viel aanvankelijk uitsluitend tekst, hoewel door zowel de handzetter, de regelzetter en fotozetter eenvoudige lijnstukken meegezet konden worden. Later werd zetwerk ruimer gezien, zoals kolommen (voor tijdschriften en kranten) of pagina’s (voor boeken), maar ook compleet opgemaakte pagina’s met letters, lijnen, ornamenten. Onder zetwerk valt dus zowel de loden drukvorm, de verzamelde letters van de handzetter, als de machinaal en  fotografisch gezette teksten, maar ook de (afdruk van) elektronisch en compleet digitaal opgemaakte pagina’s. Zetwerk wordt zowel genoemd het losse handzetsel van de handzetter, maar ook de losse loden letters van de Monotype, de vaste loden regels van de Linotype of Intertype, of de strokenproef van de fotografische zetmachine. Bij geavanceerde elektronische apparatuur ook met afbeeldingen, al of niet met raster, geheel op de juiste positie aangebracht. 

zigzagvouw

een vouwwijze voor drieslagfolders (folders met zes pagina’s), waarbij de folder als een ’Z’ wordt gevouwen; de linkerzijde naar voren, de rechterzijde naar achteren.

zijaanleg

vaste positie in de drukpers waartegen waar het drukvel tegenaan wordt getrokken of geschoven voordat de voorzijde van het vel wordt vastgegrepen door de grijpers die het vel door de drukpers voeren.

zijwit

ruimte tussen afdruk en rechter- of linkerzijde van de papierrand (niet de rug, dat wordt rugwit genoemd).

zoekmachine

’search engine’, een computerprogramma op het internet, in de vorm van een website-pagina, om met een zoekopdracht - trefwoord, titel of vraag - informatie op te sporen. Dat kan op het internet zelf zijn, maar ook in boeken en in een bepaalde collectie of bibliotheek. De grootste zoekmachine is momenteel Google, daarnaast Bing en Yahoo. Voormalige Nederlandse zoekmachines zijn: Ilse, Vindex en Track. Bekende internationale zoekmachines waren: Altavista, Infoseek, Excite, en Webcrawler.

zonlichtgevoelige inkt

speciale zeefdrukinkt, drukwerk uitgevoerd met deze inkt is vrijwel transparant, maar verandert in een bepaalde kleur - er zijn meerdere kleuren leverbaar - bij contact met zonlicht. Wordt toegepast voor reclamedoeleinden, maar wordt ook ingezet bij beveiligd drukwerk waarmee vervalsing wordt tegengegaan.

zweem

een ongewenst effect bij kleurendrukwerk waarbij één van de vier kleuren of een combinatie van meerdere kleuren een dominante tint geeft die niet overeenkomt met het origineel (de foto, de dia). Kleurendrukwerk (full colour) wordt vervaardigd met vier hoofdkleuren: cyaan (blauw), magenta (rood), geel en zwart. Zo spreken we bijvoorbeeld van een blauwzweem (teveel cyaan), een groenzweem (teveel geel en blauw) en een vuilzweem (teveel zwart). Zwemen hebben meerdere oorzaken. Een zweem kan ontstaan zijn bij het maken van de reproductie door het gebruik van verkeerd licht, of door het ontbreken of onjuist corrigeren van de lithofilm, door een verkeerd kleurprofiel, door het gebruik van andere inkten of ander papier dan afgesproken, door onjuiste omstandigheden bij het beoordelen, door een onjuist bestandsformaat, andere plaatbelichting, te vet of te schraal drukken enzovoorts. 

Zwitserse bindwijze

een bindtechniek voor boeken, binden met een omstrookte rug, waarbij een garenloos (gelijmd) of genaaid boekblok van een linnen rug wordt voorzien en met lijm wordt vastgezet op pagina 3 van de band (binnenzijde van het achterplat). Een genaaid boekblok kan ook zonder linnen in de band worden gelijmd als genaaid afgelijmde rug. Boeken met een Zwitserse bindwijze blijven zeer goed open liggen in de band.

Zwitserse School

Zwitserse typografie, een ontwerpstijl die een hoogtepunt beleeft tussen 1950 en 1980 en zich kenmerkt door eenvoud en functionaliteit, geen versiering maar zuivere abstracte en geometrische elementen en een vormgeving die de boodschap efficiënt communiceert zonder tussenkomst van het ontwerp of de ontwerper. In Nederland is Wim Crouwel een hartstochtelijk vertegenwoordiger van de Zwitserse School en is hij met het zakelijke en franjeloze ontwerpbureau Total Design leidend in deze opvatting. De Zwitserse School is ontstaan uit eerdere ontwerpstijlen zoals De Stijl, het Constructivisme en Bauhaus die de sterk opkomende industrialisering positief tegemoet traden, de nieuwe materialen en productietechnieken omarmden en de nieuwe creatieve mogelijkheden voor ontwerpers, architecten en kunstenaars met enthousiasme uitdroegen in hun uitingen en publicaties. Het nieuwe ontwerpen had minder oog voor het ambacht en handwerk. Niet langer stond uitsluitend het schoonheidsaspect voorop maar de functionaliteit - vorm volgt functie - en er werd sterk rekening gehouden met de technische aspecten en zelfs de beperkingen van het fabricageproces. De neutraliteit in de Tweede Wereldoorlog gaf de Zwitserse ontwerpers de ruimte de grafische vormgeving door te ontwikkelen tot een functionele en heldere stijl, terwijl in andere landen de oorlog het ontwerpwerk ideologischer en propagandistischer maakte. Na 1950 brak de Zwitserse stijl ook in Duitsland, Italië en Nederland definitief door. De Zwitserse School heeft grote invloed gehad op de grafische vormgeving, met veel aandacht voor detail, precisie en kwaliteit en omvat alle aspecten van industriële vormgeving en productie: functioneel, sober, zakelijk, helder, zuiver, leesbaar, praktisch, analytisch, ordelijk, georganiseerd en objectief. Typografie en vorm werden gezien als primaire ontwerpelementen, naast een asymmetrische layout, het gebruik van het grid als ontwerpstramien, schreefloze lettertypes zoals Helvetica en Akzidenz Grotesk en de Engelse regelval waarbij tekst niet wordt uitgevuld tot een blokvorm. 

 

start a b c d e f g h i j k l m n o p q r s t u v w x y z

Een leuke vraag en geen antwoord gevonden? Of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.

Geen antwoord gevonden of mist u een woord? Mail HSTotaal: mail@hstotaal.nl.